80% horecapersoneel ongeschoold, dus werk aan de winkel
Fnv horeca
bond
Vernieuwende arbeidsvoorwaarden in de horeca
FNV Horecabond organiseert symposium op 15 mei 2006
Maandagmiddag 15 mei a.s. organiseert de FNV Horecabond het symposium 'Samen werken aan
vernieuwende arbeidsvoorwaarden in de horeca'in DeFabrique in Maarssen. Gedurende dit
symposium zullen alle belanghebbenden in de horeca zoals werknemers, werkgevers,
politiek, onderwijsinstellingen, studenten en deskundigen met elkaar van gedachten
wisselen over wat zij belangrijk vinden op het gebied van arbeidsvoorwaarden. Het aantal
ongeschoolde werknemers in de horeca bestrijkt 80%, jaarlijks stroomt 20% van het
personeel uit de sector en bijna de helft van de werknemers is jonger dan 23 jaar. Deze
getallen onderstrepen de noodzaak om met elkaar in gesprek te treden over de toekomst en
het imago van de sector.
Input voor de discussies tijdens het symposium zijn een aantal resultaten en aanbevelingen
in onderzoeken van de Stichting Onderzoek Horeca, Recreatie en Catering (SOHRC) en het
Bedrijfschap Horeca en Catering. De uitkomsten van het symposium moeten de basis vormen
voor toekomstige arbeidsvoorwaarden-onderhandelingen in de sector. In de onderzoeken van
de SOHRC en het Bedrijfschap Horeca en Catering is enerzijds cijfermateriaal verzameld en
zijn anderzijds meningen van werknemers en werkgevers omtrent arbeidsvoorwaarden
geïnventariseerd. Hieronder een aantal punten.
Onderzoek Bedrijfschap Horeca en Catering:
Er zijn in de horeca 320.000 banen bij 40.000 horecabedrijven. Het personeel in de horeca
is onder te verdelen in drie groepen: geschoolde hoofdbaners (20%) , ongeschoolde
hoofdbaners (35%) en ongeschoolde bewust tijdelijke krachten (45%). Hoofdbaners zijn
werknemers die de kost verdienen met werken in de horeca. Daarnaast bestaat het
personeelsbestand voor 60% uit part-timers (minder dan 20 uur) en is 45% jonger dan 23
jaar.
Onderzoek SOHRC:
Door werkgevers en werknemers is aangegeven dat men bij het denken over een vernieuwende
horeca CAO eerder een differentiatie naar type werknemer (zie bovenstaande drie groepen)
wil onderzoeken dan een differentiatie naar de subsectoren 'hotel', 'restaurant' en
'cafe'. Verder zijn werkgevers en werknemers het met elkaar eens dat er behoefte is aan
een eigentijdse CAO waarin basisafspraken worden vastgelegd en waarbij er op individueel
dan wel op bedrijfsniveau verdere afspraken gemaakt worden. Hierbij verandert de functie
van de CAO naar meer een communicatiemiddel. Tevens is er een sterke wens naar een
makkelijk toegankelijke CAO. Tevens vindt men dat er meer aandacht moet zijn voor
educatie om zo de kwaliteit en het imago van de sector te verbeteren. Werknemers willen
door hun baas gestimuleerd en in de gelegenheid gesteld worden om cursussen te volgen en
afspraken over vergoedingen en verlof zouden in een CAO moeten staan.
Noot voor de redactie (
FNV