Staatsbosbeheer

inheemse bomen en struiken voor vergroting van de biodiversiteit, 15 mei 2006

Vandaag heeft minister Veerman van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit de genenbank bronnen voor nieuwe natuur voor inheemse bomen en struiken geopend. De genenbank bestaat uit 3500 bomen en struiken van bijna 60 verschillende soorten en is aangeplant in een bestaand bos, het Roggebotzand in Dronten. Vanuit deze genenbank kunnen de natuurgebieden in Nederland weer voorzien worden van oorspronkelijk in Nederland voorkomende bomen en struiken.

Naar schatting bestaat nog minder dan 5% van de vegetatie van Nederland uit de oorspronkelijke vegetatie. Oorspronkelijk materiaal is van groot belang voor de kwaliteit van ecosystemen. In de natuur zijn de verschillende dieren en planten sterk van elkaar afhankelijk. Ecologische processen raken al snel verstoord bij veranderingen in bijvoorbeeld tijdstip van uitloop, bloei of groei. Een voorbeeld hiervan is de sleedoornpage, een vlindersoort die afhankelijk is van de bloeitijd van de sleedoorn. Daarnaast is de natuur met een grotere biodiversiteit door meer genetische variatie beter bestand tegen bijvoorbeeld klimaatsveranderingen. De kans dat soorten zich aan kunnen passen aan veranderende omstandigheden is veel groter bij grote genetische variatie. Voorbeelden hiervan zijn de steeliep en de autochtone meidoorn. De steeliep is één van de drie inheemse soorten die niet wordt aangetast door de iepziekte. Autochtone meidoorn is minder gevoelig voor bacterievuur en meeldauw dan bijvoorbeeeld de Zuid- of Oost-Europese meidoorn.

Om de inheemse struiken en bomen te vinden zijn oude kaarten uit 1850 gebruikt. In oude bossen of restanten van oude bossen zijn bijna 60 van de 114 soorten inheemse bomen en struiken oude, oorspronkelijke exemplaren gevonden. Deze zijn daarna vermeerderd en vervolgens uitgeplant in het bos bronnen voor nieuwe natuur in natuurgebied Roggebotzand in Flevoland. Een groot deel van deze inheemse soorten zou anders zijn uitgestorven. Soorten als oorspronkelijke jeneverbes, peperboompje, wegedoorn, wilde rozen, haagbeuk, steeliep, wilde appel en zelfs de verloren gewaande koraalmeidoorn worden nu veiliggesteld in Roggebotzand.

Bronnen voor nieuwe natuur is daarmee een belangrijk instrument om het biodiversiteitsbeleid van Nederland uit te voeren. Het ministerie van LNV heeft de genenbank daarom gefinancierd. Het bos waarin Bronnen voor nieuwe natuur is gerealiseerd is voor het publiek toegankelijk. Door een wandelpad en informatiepanelen kunnen bezoekers dit unieke stukje natuurlijk erfgoed zelf ervaren. Er moeten nog afrondingswerkzaamheden plaatsvinden waardoor nog niet alle soorten in volle glorie te bezichtigen zijn.