Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

WOB-verzoeken

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : TRCJZ/2006/1243
datum : 15-05-2006
onderwerp : Kamervragen ontbrekende handhaving op import van illegaal hout (TRC/2006/1588)
bijlagen :

Geachte Voorzitter,

Mede namens de minister van Justitie en de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer ontvangt u hierbij de antwoorden op de vragen van het lid Van Velzen (SP) (nr. 2050610350) over de import van illegaal hout.


1
Herinnert u zich uw uitspraak dat het 1) '....op basis van het huidige strafrecht nu al mogelijk is diegenen die illegaal hout importeren te bestraffen'?

Ja.


2
Herinnert u zich uw uitspraak 2) 'daarvoor moet je in onze rechtstaat bewijzen leveren'....'Daar zit nu het lastige probleem'....' als we de bewijsvoering rond kunnen krijgen we diegene die zich daaraan schuldig maken op grond van het huidige strafrecht tot veroordeling kunnen brengen'?

Ja.


3
Kunt u aangeven wat exact 'het lastige probleem' is? Is er voldoende expertise aanwezig? Is er voldoende personeel beschikbaar om de handhaving uit te voeren? Waar gebeurt dit en om hoeveel fte. gaat het?

Het probleem wordt niet veroorzaakt door de beschikbaarheid van middelen en menskracht. Handhaving op strafrechtelijke relevante gedragingen vindt in beginsel plaats op basis van aangiftes. Als een aangifte voldoende informatie bevat, kan het Openbaar Ministerie deze in behandeling nemen. Als er voldoende bewijs is, kan het Openbaar Ministerie tot vervolging overgaan en kan dat uiteindelijk ook tot een veroordeling leiden.
Een recente studie (Kamerstukken II 2005-2006, 21501-32, nr. 140) wijst echter uit dat het rondkrijgen van het bewijs van aan illegaal geoogst hout gerelateerde overtredingen stuit op praktische problemen, omdat:

1. een rechtshulpverdrag met de belangrijkste hout exporterende landen ontbreekt;

2. hout moeilijk te herleiden is tot een specifieke oogstlocatie en specifieke criminele handeling en

3. de bestuurlijke handhaving overal op orde moet zijn om tot een effectieve inzet van het strafrechtelijke instrumentarium te kunnen komen.

Vanwege deze reden heeft het FLEGT systeem zijn huidige vorm. Alleen in samenwerking met houtproducerende landen en door middel van een sluitend licentiesysteem kunnen we er zeker van zijn dat hout uit deze landen legaal geproduceerd is.

De EU en houtproducerende landen leggen nu in
partnerschapsovereenkomsten vast dat gespecificeerde houtproducten die uit een partnerland in de EU worden ingevoerd gedekt zijn door een door het partnerland afgegeven FLEGT-vergunning. In deze vergunning staat dat de houtproducten zijn vervaardigd van legaal gekapt binnenlands hout of van hout dat legaal in een partnerland is ingevoerd overeenkomstig de nationale wetgeving van het partnerland waarnaar in de desbetreffende overeenkomst wordt verwezen. Op de werking van het vergunningensysteem zal door onafhankelijke derden worden toegezien. Dit toezichtsysteem zal in elke partnerschapsovereenkomst nader worden ingevuld.


4
Deelt u de mening dat de lastige bewijsvoering geen reden mag zijn om een wet niet te handhaven? Zo ja, bent u bereid het verbod op de invoer van illegaal hout te gaan handhaven? Zo neen, waarom niet?

De wet dient uiteraard gehandhaafd te worden, zeker als er geen sprake is van (spontane) naleving van de desbetreffende voorschiften. Bepalend voor de daadwerkelijke handhaving zijn echter de praktische mogelijkheden daartoe. Er is op dit moment geen invoerverbod op illegaal geoogst hout, althans niet buiten de werkingssfeer van de Flora- en Faunawet en de ingevolge het CITES-verdrag beschermde houtsoorten. De handel in elders illegaal geoogst hout kan in voorkomend geval wel aangepakt worden op basis van wetsartikelen met betrekking tot commune delicten zoals diefstal, heling, en het witwassen van crimineel verkregen gelden.


5
Deelt u de mening dat het wenselijk is het verbod op invoer van illegaal hout via de omgekeerde bewijslast te handhaven, dus dat aanbieders de legaliteit van het hout moeten kunnen aantonen? Zo ja, bent u bereid om hiervoor met een wetswijziging te komen en dit in Europa te bepleiten? Zo neen, waarom niet?

Als FLEGT-partnerlanden en de EU overeenkomen dat het partnerland in kwestie via het FLEGT-licentiesysteem de legaliteit van haar producten waarborgt vindt er de facto een omkering van de bewijslast plaats. Dit gebeurt echter op vrijwillige basis. Een unilaterale Nederlandse maatregel dat alleen hout waarvan de legaliteit kan worden aangetoond ingevoerd mag worden, lijkt moeilijk verenigbaar met WTO-handelsregels. Een formele omkering van de bewijslast aangaande de legaliteit van ingevoerd hout binnen de context van de strafrechtelijke handhaving is niet aan de orde, omdat zij in strijd is met basisprincipes van ons strafrechtssysteem.


6
Is het waar dat Nederland namens Europa verantwoordelijk is voor de totstandkoming van het partnerschap met Maleisië over de handel in tropisch hardhout? Deelt u de mening dat Nederland in die partnerschapovereenkomst het toezicht op de legale herkomst van via Maleisië verhandeld hout in moet brengen? Zo ja, hoe gaat u dit toezicht vastleggen in afspraken met Maleisië? Zo neen, waarom niet?

Nee, Nederland is niet verantwoordelijk voor de totstandkoming van het FLEGT-partnerschap met Maleisië over de handel in tropisch hardhout. Die verantwoordelijkheid ligt bij de Europese Commissie op basis van het door de lidstaten aan haar verstrekte mandaat. Nederland ondersteunt de Europese Commissie in haar besprekingen met Maleisië. De controle op de werking van het licentiesysteem is een kernpunt van de onderhandelingen van de Europese Unie met de partnerlanden. Het is de bedoeling dat er onafhankelijk toezicht komt.


7
Bent u van mening dat Europa streng moet toezien op naleving van de overeenkomsten die uit de partnerschaponderhandelingen komen en dat daarvoor ook in Europese regelgeving een omgekeerde bewijslast, een passende oplossing is? Zo ja, bent u bereid in de Europese Landbouwraad hiervoor het initiatief te nemen? Zo neen, waarom niet?

Uiteraard zullen de FLEGT-partnerschapsovereenkomsten moeten worden nageleefd. Voor het overige verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 5.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman