Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Defensie en de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Koenders en Samson over de evaluatie van het Provincial Reconstruction Team in Baghlan. Deze vragen werden ingezonden op 3 mei 2006 met kenmerk 2050612830 .

De minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Kamp, minister van Defensie, en mevrouw Van Ardenne-van der Hoeven, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van de leden Koenders en Samsom (beiden PvdA) over de evaluatie van het Provincial Reconstruction Team in Baghlan

Vraag 1
In hoeverre heeft Nederland bij de voorbereidingen voor de inrichting van het Nederlandse Provincial Reconstruction Team (PRT) in Uruzgan lessen getrokken uit de ervaringen opgedaan in Baghlan? Is er een algehele evaluatie gepland van het PRT in Baghlan? Zo ja, wanneer gaat deze plaatsvinden? Indien neen, waarom niet? Wanneer deze evaluatie niet gepland is, zou u deze alsnog op een zodanige wijze willen uitvoeren dat de "lessons learned" meegenomen kunnen worden bij de opzet van het PRT in Uruzgan?

Antwoord
Tijdens de voorbereiding van nieuwe operaties wordt altijd personeel ingeschakeld met relevante ervaring uit eerdere operaties. Zo wordt optimaal gebruik gemaakt van de ervaringen uit eerdere missies. Het Nederlandse PRT in Uruzgan wordt derhalve mede voorbereid door mensen met ervaring met het PRT in Baghlan.

Alle militaire missies zijn onderwerp van evaluatie, zo ook het PRT in Baghlan. Bij iedere rotatie van een missie worden tussentijdse evaluatieverslagen opgemaakt die gebruikt worden bij de planning van lopende en nieuwe missies. CIMIC en wederopbouwaspecten worden daarin separaat belicht.

Het parlement krijgt de periodieke evaluaties, die aan de hand van het Toetsingskader 2001 worden opgesteld, jaarlijks toegestuurd. Het PRT in Baghlan is als lopende missie behandeld bij de evaluaties over 2004 en 2005. Na beëindiging van de PRT-missie te Baghlan zal een eindevaluatie worden opgesteld die uiterlijk zes maanden na beëindiging van de missie aan de Kamer wordt gestuurd.

Vraag 2
Heeft het Facilitating Fund for Reconstruction (FFR) in Baghlan naar behoren gewerkt? Wordt deze financieringsmodaliteit ook in Uruzgan toegepast? Zo ja, welk soort projecten zal hiermee worden gefinancierd? Zijn de wederopbouwdoelstellingen, zoals die voor het PRT in Baghlan vooraf zijn geformuleerd, gehaald?

Antwoord
De doelstelling van het FFR is ondersteuning van wederopbouwprioriteiten van de centrale en lokale overheid in de provincie Baghlan. Daarbij staan duurzame wederopbouw en aansluiting bij het nationale ontwikkelingstraject centraal. De in Baghlan gefinancierde activiteiten sluiten goed aan op deze vooraf geformuleerde doelstelling. Ze zijn alle tot stand gekomen op basis van lokale identificatie en in overleg met de lokale autoriteiten.

In Uruzgan zal gebruik worden gemaakt van een vergelijkbare financieringsmogelijkheid om zo een extra impuls te geven aan de (weder)opbouw van de provincie. Aan de hand van de uitkomsten van een 'civil assessment', dat thans wordt uitgevoerd, zal nader worden bezien welke activiteiten voor financiering in aanmerking komen.

Vraag 3
In hoeverre onderscheidt "de Nederlandse aanpak" van het PRT, zoals die in Baghlan vorm heeft gekregen, zich van die van het Verenigd Koninkrijk (VK) en Canada? Zijn er ervaringen uitgewisseld en is er afdoende gecoördineerd met deze landen, aangezien er op korte termijn in Zuid-Afghanistan nauw samengewerkt zal moeten gaan worden?

Antwoord
Er is sprake van accentverschillen tussen de Nederlandse, Britse en Canadese PRT's, maar in grote lijnen is de aanpak hetzelfde. Met het oog op de samenwerking vindt niet alleen in militair verband, maar ook op diverse andere niveaus intensief overleg plaats. Zo wordt later deze maand in Nederland een trilaterale werkbijeenkomst gehouden met Canada en het VK, alsmede vertegenwoordigers van Australië en Denemarken, waarin belangrijke gemeenschappelijke thema's binnen de PRT's worden besproken.

Ook in Afghanistan wordt op verschillende manieren afstemming gezocht. In Kabul komt de PRT Executive Steering Committee maandelijks bijeen. Hierin zijn alle landen vertegenwoordigd die deelnemen aan een PRT. Op het ISAF hoofdkwartier in Kandahar zullen Canada, het VK en Nederland met het oog op de samenwerking politiek adviseurs stationeren.


Kenmerkend voor de benadering van de drie PRT's zal zijn dat de lokale Afghaanse gemeenschap en autoriteiten zo veel mogelijk bij identificatie, prioritisering en uitvoering van wederopbouw activiteiten worden betrokken. Daarnaast zal waar mogelijk worden gekozen voor een zodanige benadering dat activiteiten van de drie PRT's elkaar ondersteunen en versterken.

Vraag 4
Is het niet problematisch, onder andere wat betreft de perceptie van de lokale bevolking, wanneer ieder land zijn eigen PRT-model heeft? Zo neen, waarom niet? Zou het niet beter zijn wanneer er gestreefd wordt naar een uniform PRT-model? Wat is de reden dat ieder land op zijn eigen manier invulling geeft aan het PRT?

Antwoord
ISAF streeft naar een uniform PRT-concept, hetgeen door de Nederlandse regering wordt ondersteund. In november 2005 is een 'best practices' workshop georganiseerd door de NAVO in Brussel. In april vond in Kabul een PRT- cursus plaats, georganiseerd door UNAMA en ISAF en medegefinancierd door de Nederlandse ambassade, met wederom als doel ervaringen en 'best practices' uit te wisselen. Nederlandse commandanten en politiek adviseurs van de PRT's in Afghanistan namen aan de cursus deel. De Nederlandse aanpak in het PRT Baghlan werd op verzoek van de organisatie als 'best practice' gepresenteerd.

In de militaire lijn vallen alle PRT's onder het ISAF-commando en -operatieplan, waarmee reeds een aanzienlijke stroomlijning wordt bewerkstelligd. Vanaf medio 2006 heeft ISAF regionale commandocentra ingericht van waaruit de PRT's directer en eenduidiger worden aangestuurd.

Een aantal landen heeft zich daarenboven verantwoordelijk gesteld voor landelijke coördinatie van enkele belangrijke thema's als de juridische sector, drugsbestrijding en hervorming van het leger.

Vraag 5
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het Algemeen Overleg over ISAF/Afghanistan van 17 mei a.s.?

Antwoord
Ja.


---- --