Ministerie van Financiën

Brief over stand van zaken reorganisatie en taakstelling Belast

Brief | 15-05-2006 | nr DGB06-2733

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Datum

Uw brief (Kenmerk)

Ons kenmerk

15 mei 2006

DGB 2006-2733

Onderwerp

stand van zaken reorganisatie en taakstelling Belastingdienst

Geachte voorzitter,

Tijdens het spoeddebat op 20 april 2006 over de Belastingdienst met uw Kamer, heb ik toegezegd de stand van zaken met betrekking tot de reorganisatie van de Belastingdienst in 2003 te schetsen. De noodzaak daartoe kwam voort uit interne reflecties op het functioneren van de Belastingdienst vanaf 1997.

De toevallige samenloop in de tijd van de invoering van deze reorganisatie met het realiseren van de taakstellingen van de kabinetten Balkenende uit 2002 en 2003 maakt het lastig om de effecten van beide trajecten op de organisatie te onderscheiden. Daarom treft u, naast een beschouwing over de reorganisatie, ook een korte beschouwing aan over de realisatie van de taakstellingen.

Dat maakt het beter mogelijk om de effecten van beide trajecten meer op zichzelf te bezien.

Wat betreft de realisatie van de taakstellingen kan worden vastgesteld dat deze, in combinatie met de organisatieveranderingen, voor de medewerkers van de Belastingdienst niet altijd even gemakkelijk is geweest en van het management veel inspanning heeft gevraagd.

Wat betreft de reorganisatie sec, is na eerdere (joint)audits van voorheen de Interne Accountantsdienst Belastingen, nu Auditdienst Financiën, thans een goed moment om een joint audit, samen met extern accountantsbureau, uit te laten voeren naar alle aspecten van de reorganisatie, zoals in de beschouwing genoemd. Hiermee ondersteunt de Belastingdienst zijn reflectief vermogen.

In de beschouwing over de reorganisatie staat een aantal voorbeelden van bijsturing vermeld (de kennisgroepen, het APA-ATR-team, de contra legem inventarisatie, de invordering en de Belastingtelefoon). Aan deze voorbeelden ontleen ik het vertrouwen dat de Belastingdienst zich steeds zal aanpassen aan nieuwe prioriteiten en proactief zal inspelen op nieuwe vraagstukken, zoals op dit moment het fiscale toezichtsproces dat onder druk is komen te staan. De inmiddels ingezette voorbereidingen op versterking van het toezicht koersen op een segmentering naar ZGO (zeer grote ondernemingen), MGO (middelgrote ondernemingen), MKB en particulieren en een specifieke normering op de te onderscheiden toezichtvormen, zoals de kantoortoetsen, de veldtoetsen (de verschillende vormen van controles bij bedrijven), de controles in het kader van interventieteams en vrijplaatsen en horizontaal toezicht. Vooruitlopend op het Bedrijfsplan 2007-2011 zal ik uw Kamer daarover in het najaar 2006 nader informeren.

In de Voorjaarsnota wordt een verhoging van het budget van de Belastingdienst voorzien voor intensivering toezicht, complexiteitsreductie automatisering en vooringevulde aangifte (op welk onderwerp ik deze zomer bij uw Kamer terugkom), van ¤ 30 miljoen in 2006 oplopend tot ¤ 120 miljoen in 2008 en daarna weer aflopend naar ¤ 75 miljoen in 2010.

De versterking van het toezicht wordt de komende jaren ondersteund door zowel de opheffing van de vacaturestop in april 2006, in plaats van in juli 2007 zoals voorzien (de ontstane scheefgroei in de bezetting kan daarmee worden opgelost), als de in de Voorjaarsnota 2006 voorziene uitbreiding van een aantal honderden arbeidsplaatsen in 2007 en 2008. Daarmee wordt de, vanaf 2010 en verdere jaren bovenmatige uitstroom, veroorzaakt door de leeftijdsopbouw, tijdig opgevangen. In latere jaren vindt een geleidelijke afbouw van deze impuls plaats.

Met de financiële impuls uit de Voorjaarsnota wordt ook beoogd een complexiteitsreductie in de automatisering tot stand te brengen, alsmede om een vooringevulde aangifte inkomstenbelasting, voor met name particuliere belastingplichtigen, te realiseren in de jaren 2008-2012.

Complexiteitsreductie speelt in alle grote organisaties in de wereld die al vroeg zijn begonnen met het automatiseren van hun processen. De effecten daarvan zijn steeds vaker merkbaar in de tijd die het kost om systemen aan te passen en in de frequentie van tijdelijke uitval van systemen. Het realiseren van meer robuuste systemen vergt een langdurige inspanning, waarbij het tegelijkertijd de opgave is om de bestaande systemen 'in de lucht te houden'.

Hoogachtend,

De staatssecretaris van Financiën,

mr. drs. J.G. Wijn

Meer informatie