Ministerie van Justitie

Antwoorden Verdonk op kamervragen over Hirsi Ali 16 mei 2006
Antwoorden van de Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie op de vragen van het lid Nawijn (Groep Nawijn) over de asielprocedure van Hirsi Ali (ingezonden 15 mei 2006, nr. 2050613400).

Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van de uitzending van Zembla d.d. 11 mei 2006 inzake de achtergronden van Tweede Kamerlid Hirsi Ali?

Vraag 2
Is het waar dat, zoals in de onderstaande samenvatting van de redactie van Zembla op internet staat vermeld, mevrouw Hirsi Ali bij aankomst in Nederland haar geboortedatum heeft vervalst, een verkeerde naam heeft opgegeven en een verhaal heeft verzonnen om in Nederland asiel te krijgen?

Vraag 4
Bent u bereid om hier nader onderzoek naar te laten verrichten en hierover de Tweede Kamer te informeren? Zo neen, waarom niet?

Vraag 5
Is het waar dat mevrouw Hirsi Ali destijds lange tijd in Kenia heeft verbleven en aldaar een verblijfsvergunning heeft gehad.?

Vraag 6
Heeft mevrouw Hirsi Ali dat tegen de contactambtenaar bij haar asielverhoor verteld?

Vraag 7
Heeft mevrouw Hirsi Ali ook tegen de IND verzwegen dat zij via Kenia en Duitsland naar ons land is gekomen? Zo ja, is het waar dat zowel Kenia als Duitsland als zogenaamde landen van eerste opvang golden, alwaar mevrouw Hirsi Ali voldoende bescherming tegen terugzending naar Somalië kon genieten?

Vraag 8
Bent u bereid de Tweede Kamer te informeren over de wijze waarop de besluitvorming door de IND destijds tot stand is gekomen?

Vraag 9
Is het u bekend dat door het verstrekken van onjuiste informatie in administratieve procedures de basis aan vergunningverlening door de overheid komt te ontvallen?

Vraag 10
Is het verstrekken van onjuiste informatie in de asielprocedure voor u aanleiding, zowel haar Nederlanderschap als asielstatus, in te trekken?

Antwoord op vragen 1, 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9 en 10

Ik heb kennis genomen van de uitzending van Zembla d.d. 11 mei 2006 inzake de achtergronden van Tweede Kamerlid Hirsi Ali en op grond daarvan besloten nader onderzoek in te stellen.

In het kader hiervan heb ik betrokkene per brief meegedeeld dat op grond van deze uitzending en de nu bekende gegevens vooralsnog moet worden aangenomen dat zij geacht wordt het Nederlanderschap niet te hebben verkregen, dit in lijn met jurisprudentie van de Hoge Raad . Betrokkene heeft de mogelijkheid hier, na verzending van deze brief, binnen zes weken op te reageren.

Uiteraard ben ik bereid de Kamer nader, zo nodig vertrouwelijk, over de uitkomsten van het onderzoek te informeren en meer specifiek op de gestelde vragen in te gaan.

Vraag 3
Klopt de informatie uit onderstaande samenvatting van de redactie van Zembla dat mevrouw Hirsi Ali de VVD-leiding heeft geïnformeerd over haar verzonnen verhaal voordat zij werd gepresenteerd als kandidaat-Kamerlid?

Antwoord vraag 3

De beantwoording van deze vraag ligt niet op mijn weg maar op die van de VVD-leiding.