WOB-verzoeken
De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
ons kenmerk : TRCJZ/2006/1550
datum : 16-05-2006
onderwerp : Kamervragen motorvermogen garnalenvisserij
bijlagen :
Geachte voorzitter,
Hierbij doe ik u toekomen mijn antwoorden op de vragen van het lid
Lenards (VVD).
1. Bent u bekend met de uitspraak van 19-4-2006 van de
voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage 1) die een verbod
aan de minister oplegde voor het verlenen van garnalenvergunningen aan
vissersschepen met meer dan 300 PK?
Ja.
2. Welke stappen bent u van plan te zetten naar aanleiding van deze
uitspraak?
Zie antwoord op vraag 3.
3. Welke concrete acties denkt u te ondernemen naar vissersschepen die
meer dan 300 pk hanteren?
De uitspraak richt zich op de garnalenvisserij door vaartuigen met
meer dan 300 pk. Uiterlijk vier maanden na de datum van de uitspraak
in kort geding mag er enkel nog op garnalen worden gevist met
vaartuigen van welke het motorvermogen niet hoger is dan 300 pk.
Houders van een garnalenvergunning dienen derhalve een actueel
meetrapport te overleggen. Indien daar uit blijkt dat het vaartuig
meer dan 300 pk aan motorvermogen heeft, is de overheid op grond van
de uitspraak gehouden de visvergunning in te trekken. In plaats van
een meetrapport te overleggen, kan de houder van een
garnalenvergunning ook besluiten de garnalenvergunning in te leveren.
In dat geval wordt de registratie van het vaartuig op de vergunning
geschrapt en kan de houder van de garnalenvergunning niet langer op
garnalen vissen. Indien de houder van een garnalenvergunning voor het
eind van de periode van vier maanden niet één van deze maatregelen
heeft uitgevoerd, zal de visvergunning ook worden ingetrokken. De
juridische formalisering en praktische details van deze maatregelen
worden op dit moment uitgewerkt. Gelet op de mogelijke gevolgen van de
uitspraak voor het handhavingsbeleid van de overheid, heb ik besloten
om de zaak voor te leggen aan een hogere rechter en appèl aan te
tekenen bij het Hof. Overigens is de overheid ook hangende een hoger
beroep gehouden de uitspraak uit te voeren.
4. Komt met genoemde uitspraak eveneens een einde aan het Plan
motorvermogen?
Nee, het aanvullende private arrangement motorvermogen is niet ten
einde. Naar aanleiding van de uitspraak heb ik gesproken met de
vertegenwoordigers van de deelnemers van het private arrangement
motorvermogen. De conclusie was dat ook in het geval de
garnalenvissers direct het motorvermogen van de vaartuigen terug
moeten stellen naar 300 pk, er voldoende ruimte is om het private
arrangement te continueren. Het concept van co-management biedt mijns
inziens nog steeds de mogelijkheid om ten aanzien van het
motorvermogen tot een duurzame oplossing te komen.
5. Welke sociale en economische gevolgen zal deze uitspraak hebben
voor de garnalensector?
De sociale en economische gevolgen zijn niet goed in te schatten nu
niet duidelijk is hoeveel vaartuigen in de garnalenvisserij actief
zullen blijven. Dit is immers een beslissing van de betrokken
ondernemers.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit