FNV: Nederland moet Indonesië aanspreken op vakbondsrechtenschendingen
FNV-voorzitter Agnes Jongerius heeft een brief gestuurd aan ministers
Brinkhorst en van Ardenne over grove vakbondsrechtenschendingen die
plaatsvinden bij een van de grootste palmolieraffinaderijen ter
wereld, gevestigd op het eiland Sumatra in Indonesië. Deze
palmolieraffinaderij, Musim Mas, is al maanden onderwerp van
internationale protestacties van vakbonden maar ook van Amnesty
International. Jongerius stelt in haar brief dat de Nederlandse
overheid een speciale verantwoordelijkheid heeft om de zaak aan de
orde te stellen bij de Indonesische regering, omdat Nederlands
overheidsgeld gestoken wordt in de Indonesische palmoliesector.
Werknemers bij de Indonesische PT Musim Mas palmolieplantage in
Pelalawan, Riau, Sumatra, richtten in oktober 2004 de onafhankelijke
vakbond Kahutindo op. Van deze vakbond zijn zes vakbondsleiders in
september 2005 gevangengenomen en onlangs veroordeeld tot straffen van
14 maanden tot 2 jaar, omdat ze een staking organiseerden bij
palmolieraffinaderij Musim Mas.
Dit bedrijf weigerde te onderhandelen over invoering van de wettelijke
minimum normen voor plantagearbeiders en een eerlijke behandeling van
dagloners. Meer dan 700 vakbondsleden werden ontslagen en moesten met
hun gezinnen hun huis op de plantage verlaten. Hun kinderen moesten
van school af. Het bedrijf weigerde de contracten te verlengen van 300
tijdelijke werknemers die vakbondsleden waren.
Nederland heeft een `WSSD publiek-privaat partnerschap' met de
overheden van Indonesië en Maleisië rond duurzame palmolie. Dit
betekent dat Nederland zich inzet om bedrijven en maatschappelijke
organisaties te betrekken bij de productie van duurzame palmolie.
In het kader van dit partnerschap draagt Nederland financieel bij aan
de Round Table for Sustainable Palm Oil (RSPO), een platform waarop
NGO's als Oxfam Novib en bedrijven als Musim Mas en Unilever
vertegenwoordigd zijn. De RSPO heeft minimumcriteria vastgelegd voor
duurzame palmolie. Onder de criteria vallen het recht op vrijheid van
vakbondsorganisatie en non-discriminatie op basis van
vakbondslidmaatschap. Musim Mas, prominent lid van de RSPO, schendt
deze criteria op grove wijze.
De Nederlandse regering steunt financieel het secretariaat van de RSPO
in Jakarta. De RSPO houdt zich vooralsnog afzijdig.
De FNV vindt dat de Nederlandse overheid een speciale
verantwoordelijkheid heeft om de Indonesische regering aan te spreken
op de grove schending van vakbondsrechten in de palmoliesector in
Indonesië. Temeer omdat de Nederlandse regering via de FNV projecten
steunt ter opbouw en versterking van vakbonden. De betrokken vakbond
Kahutindo maakt deel uit van een project van de internationale bouw-
en houtbond BWI, dat de FNV financiert met overheidssubsidie.
Daarom vraagt de FNV ook aan de Nederlandse regering om:
1. de Musim Mas-zaak en eisen van de vakbeweging onder de aandacht te
brengen bij de Indonesische regering tijdens de komende
handelsmissie naar Indonesië, van 29 mei-3 juni.
2. het WSSD-partnerschap met Indonesië nog eens kritisch te
heroverwegen.
3. steun aan RSPO in te trekken als RSPO het lidmaatschap van Musim
Mas niet beëindigt.
4. het Nederlandse bedrijfsleven dat palmolie afneemt uit Indonesië,
waaronder Unilever, aan te spreken op hun verantwoordelijkheden in
het kader van de OESO-richtlijnen voor multinationale
ondernemingen en maatschappelijk verantwoord ondernemen (FNV
Bondgenoten en de Europese Ondernemingsraad van Unilever hebben
dit al gedaan).
Links:
Brief FNV aan min. Brinkhorst / v. Ardenne
Brief FNV Bondgenoten aan Unilever
Brief EOR Unilever aan Unilever
Website IUF met meer informatie
16 mei 2006
brief FNV aan min Brinkhorst.pdf Brief FNV BG aan UniLever - Musim
Mas.pdf Brief EOR Unilever Palmoil_LettertoPCescau_english.pdf
FNV