16-5-2006
Persverklaring Ayaan Hirsi Ali
In de zomer van 1992 ben ik naar Nederland gekomen. Ik wilde mijn
leven in eigen hand nemen. Omdat ik me niet wil laten vangen in een
toekomst die anderen voor mij uitstippelen. Zoals velen heb ik gekozen
voor de bescherming van de vrijheid. Die vrijheid heb ik hier
gevonden.
Hier heb ik de mogelijkheden gekregen en aangegrepen voor mijn strijd
tegen religieuze terreur.
In de winter van 2003 ben ik lid van de Tweede Kamer geworden. Dat was
op uitnodiging van de VVD. Mijn voorwaarde was dat ik woordvoerder
emancipatie en integratie zou worden. Dat is gelukt, maar in de
politiek gaat niets vanzelf. Want wat wilde ik in het parlement
bereiken?
Allereerst wilde ik de ondergeschikte positie van migrantenvrouwen aan
de orde stellen, en met name die van moslimvrouwen.
Ik wilde aandacht voor de cultuur en religie van etnische minderheden
en niet alleen voor hun sociaal-economische omstandigheden.
Ten slotte wilde ik dat het tot de politici hier zou doordringen dat
de islam op belangrijke punten onverenigbaar is met de liberale
rechtstaat.
En nu mag ik mij afvragen: ben ik hierin geslaagd?
Politiek was voor mij een kwestie van vallen en opstaan. Soms was het
frustrerend en ging mij het allemaal veel te langzaam. Maar dit weet
ik zeker: op mijn manier heb ik bijgedragen aan de debatten. Over de
islam, de bedreiging van de vrijheid van meningsuiting, de scheiding
tussen kerk en staat, huiselijk geweld, eerwraak, vrouwenbesnijdenis,
het dumpen van vrouwen in hun land van herkomst. Deze zorgwekkende
onderwerpen zijn niet meer weg te denken uit Den Haag.
De maatregelen die het kabinet neemt geven mij voldoening. Veel
illusies over de multiculturele samenleving zijn voorgoed verdwenen:
we zijn veel realistischer en opener geworden in het debat.
Intussen zijn mijn ideeën ook in het buitenland doorgedrongen. De
afgelopen jaren heb ik in Europa en Amerika veel lezingen gehouden en
debatten gevoerd.
Ik moest een afweging gaan maken. Ga ik verder in de Nederlandse
politiek of moet ik mijn standpunten in een internationale omgeving
uitdragen? In het najaar van 2005 vertelde ik Gerrit Zalm en Jozias
van Aartsen dat ik niet beschikbaar zou zijn voor de lijst van 2007.
Ik kies nu voor een internationaal podium, omdat ik wil bijdragen aan
het grensoverschrijdende debat over de emancipatie van moslimvrouwen
en de ingewikkelde relatie tussen de islam en het Westen.
Ik wil de VVD bedanken voor mijn jaren in het parlement. Dat deze
partij mij heeft gevraagd en - belangrijker nog - het met me heeft
uitgehouden, is niet vanzelfsprekend. In het bijzonder wil ik mijn
waardering uitspreken voor mijn fractiegenoten.
Ik wil mijn collega's in de kamer bedanken, voor hun steun, al waren
de debatten soms vinnig en scherp. Femke, dank je wel. Dank ook aan
die 30.758 mensen die hun stem toevertrouwden aan een nieuweling.
Nu zult u zeggen, waarom blijf ik niet tot aan de verkiezingen van
volgend jaar? Waarom heb ik besloten om na bijna drieëneenhalf jaar
mijn lidmaatschap van de kamer te beëindigen?
Sinds ik in het voorjaar van 2002 publiekelijk over de islam ben gaan
spreken, zijn de bedreigingen begonnen. Al ruim voordat ik in de
politiek ging, is mijn bewegingsvrijheid daardoor ernstig beperkt. Dat
is na de moord op Theo van Gogh alleen maar erger geworden.
De directe aanleiding voor het beëindigen van mijn kamerlidmaatschap
is dan ook dat ik voor het einde van de zomer uit mijn huis moet
vertrekken. Op 27 april heeft het hof die uitspraak gedaan. Naar
aanleiding van een klacht die mijn buren hebben ingediend - omdat zij
zich in mijn buurt niet veilig voelen - heeft het Hof hen in het
gelijk gesteld en mij vier maanden de tijd gegeven om mijn huis te
verlaten.
Nu moet ik weer verhuizen, maar ook mijn nieuwe buren weten van de
uitspraak van dit Hof.
Minister Donner is in beroep gegaan tegen deze uitspraak en ik ben hem
daar erkentelijk voor: want hoe zal het anderen vergaan die worden
bedreigd wanneer deze uitspraak overeind blijft? Aan mijn situatie
verandert het niets: ik moet in afwachting van het beroep weer mijn
koffers pakken.
Een andere aanleiding voor mijn vertrek vormt de discussie over het
tv-programma De heilige Ayaan. Daarbij gaat het om twee kwesties: de
onjuiste gegevens die ik heb verstrekt om erkend te worden als
vluchteling en het verhaal over mijn uithuwelijking.
Over het feit dat ik met een onjuiste naam en geboortedatum, en met
een onjuist vluchtverhaal, naar Nederland ben gekomen, ben ik altijd
zeer open geweest. In 2002 heb ik op televisie de precieze toedracht
rond mijn aankomst voor het eerst uit de doeken gedaan. Sindsdien heb
ik het tientallen keren herhaald, in binnen- en buitenland, in
kranten, op radio en televisie. In de persmap vindt u een selectie
hiervan. Ik heb vele malen de naam van mijn vader genoemd, ik heb mijn
geboortedatum gegeven.
Nu vraagt u zich wellicht af: Hoe heet ik?
Ik ben Ayaan,
de dochter van Hirsi,
die de zoon is van Magan,
de zoon van Isse,
de zoon van Guleid,
die de zoon was van Ali,
die de zoon was van Wai'ays,
die de zoon was van Muhammad,
van Ali, van Umar,
van het geslacht Osman, de zoon van Mahamud.
Ik ben van deze clan. Mijn oervader is Darod, die achthonderd jaar
geleden vanuit Arabië naar Somalië kwam en de grote stam van de Darod
stichtte. Ik ben een Darod, een Macherten, een Osman Mahamud, en een
Magan.
Vorige week was er nog enige verwarring over mijn naam.
Hoe ik heet ?
U weet nu hoe ik heet.
Er schijnen juridische vragen te bestaan omtrent de rechtsgeldigheid
van mijn naturalisatie. Minister Verdonk heeft een onderzoek gelast.
Ik kan de juridische problematiek niet overzien, maar ik wil wel
zeggen: Hoe vaak geven mensen op de vlucht uit angst andere namen op?
Wanneer het gaat om louter onjuiste persoonsgegevens is het ontnemen
van de nationaliteit, in alle gevallen, ik herhaal: alle gevallen, een
buitenproportionele sanctie.
Dan het verhaal over de uithuwelijking. Het tv-programma van vorige
week trekt mijn geloofwaardigheid in twijfel. De slotconclusie van de
makers is dat het allemaal erg ingewikkeld is. Ik kan u zeggen: dat
valt wel mee.
De stelling dat ik vrijwillig een huwelijk ben aangegaan en aanwezig
ben geweest op de bruiloft, is eenvoudigweg volledig onwaar. Er komt
een verre neef uit Canada. Hij vraagt mijn vader om een van zijn vijf
dochters. Mijn vader wijst mij aan. Ik kan u verzekeren mijn vader
neemt geen genoegen met een `nee'. Onderweg naar Canada heb ik van een
tussenstop in Duitsland gebruik gemaakt om naar Nederland te gaan en
hier asiel aan te vragen.
Dat is in alle eenvoud het verhaal. Niets meer. Niets minder.
Kortom.
Ik ben dertien jaar geleden naar Nederland gekomen om mijn leven in
eigen hand te nemen, om me niet te laten vangen in een leven dat
anderen voor me uitgestippeld hadden.
Echter.
Het is moeilijk om met zoveel dreiging en politiebescherming te leven.
Het is moeilijk om als volksvertegenwoordiger te werken als je geen
huis hebt. Moeilijk, maar nog niet onmogelijk.
Het is onmogelijk geworden nu de minister een hard oordeel over mijn
Nederlanderschap heeft geveld.
Dit stemt me treurig, want ik zou mijn mandaat als kamerlid graag tot
september willen afmaken.
Ik ga weg, maar de vragen blijven. De vragen over de toekomst van de
islam in ons land, over de onderdrukking van vrouwen in de
islamitische cultuur en over de integratie van de vele moslims in het
Westen. Het is zelfbedrog om te denken dat alles weer zal worden als
vroeger: na elf september is de wereld veranderd.
Ik ga door met het stellen van ongemakkelijke vragen. De weerstanden
die dat oproept, zijn voor iedereen duidelijk. Ik voel de plicht om
anderen te helpen in vrijheid te leven, zoals anderen dat ook voelen
voor mij. Dat ik aan die emancipatie kan bijdragen - of dat nu in
Nederland is of in een ander land - stemt mij gelukkig.
Ik ben Ayaan, de dochter van Hirsi, die de zoon was van Magan.
Vandaag leg ik mijn lidmaatschap van de Tweede Kamer neer.
Ik ga Nederland verlaten.
Verdrietig en opgelucht zal ik opnieuw mijn koffers pakken.
Ik ga door.
English version
VVD