Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Vergelijking objectgebonden beheerkosten bij woningcorporaties met die van commerciële verhuurders

Centraal Fonds Volkshuisvesting
Naarden, 11 mei 2006

Inhoudsopgave

Inleiding...................................................................................................................................................3

Beschikbare databestanden....................................................................................................................3

Objectgebonden beheerkosten...............................................................................................................5

Vergelijking op onderdelen......................................................................................................................8

Samenvatting en conclusies....................................................................................................................9

Bijlage: Achtergrond bij de data van de ROZ/IPD databank.................................................................11


---

Inleiding

In het voorjaar van 2005 heeft het Centraal Fonds een onderzoek uitgevoerd naar de kosten van de bedrijfsvoering van woningcorporaties. Daarvan is een rapportage gemaakt dat op 28 september 2005 in de Tweede Kamer is besproken1. Tijdens het Algemeen overleg van de Tweede Kamer met de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) is het vraagstuk van de vergelijkbaarheid van de kosten van de bedrijfsvoering van woningcorporaties met die van commer- ciële verhuurders aan de orde gekomen. Het gaat hierbij om een vergelijking tussen beide sectoren op objectniveau. Hoe hoog zijn de objectgebonden beheerkosten bij woningcorporaties in vergelijking met die van commerciële verhuurders? Door de minister is de Kamer een schriftelijk antwoord toe- gezegd op deze vraag2. De voorliggende rapportage is ten behoeve van dit schriftelijke antwoord van de minister opgesteld.

Deze rapportage is als volgt opgebouwd. De volgende paragraaf geeft inzicht in de databestanden die beschikbaar zijn voor de beantwoording van de vraag. Vervolgens zal vanuit die databestanden de hoogte van de objectgebonden beheerkosten worden vastgesteld voor beide sectoren. Aansluitend hierop zal de vergelijking worden uitgevoerd. Voor sommige componenten van de objectgebonden beheerkosten is een directe vergelijking mogelijk. Voorzover dit het geval is is die ook uitgevoerd. De rapportage wordt met een samenvatting afgesloten.

Beschikbare databestanden

ROZ/IPD data
Gegevens over de beheerkosten van commerciële verhuurders zijn beschikbaar via de ROZ/IPD databank. Deze databank is een uitvloeisel van de data die worden verzameld in het kader van de ROZ/IPD Vastgoedindex. Deze index meet het financiële resultaat (direct en indirect rendement) van de aangesloten commerciële verhuurders. De deelnemers van de ROZ/IPD Vastgoedindex bestaan overwegend uit institutionele beleggers. In de databank zijn gegevens opgenomen over object- gebonden beheerkosten en over niet-objectgebonden beheerkosten3. Omdat de niet-objectgebonden kosten om redenen van vertrouwelijkheid niet beschikbaar zijn gesteld, zijn in het kader van deze vergelijking alleen de objectgebonden beheerkosten gebruikt.

De data van de ROZ/IPD databank zijn beschikbaar gesteld voor de jaren 2003 en 2004. De data zijn gerubriceerd naar landsdelen en huurprijsklassen.

De vier landsdelen zijn als volgt op basis van provincies samengesteld: Noord Groningen/Friesland/Drenthe
Oost Gelderland/Overijssel
Zuid Zeeland/Brabant/Limburg
West Utrecht/Flevoland/ Noord-Holland/Zuid-Holland

De vijf huurprijsklassen zijn als volgt gedefinieerd:
1. tot en met 358,- per maand

2. 359,- tot en met 478,- per maand

3. 479,- tot 597,54 per maand

4. 597,54 tot en met 750,- per maand

5. meer dan 750,- per maand

In de tabellen 1a en 1b zijn de aantallen woningen weergegeven voor 2003, respectievelijk 2004. Uit de tabellen blijkt dat het aantal woningen van de commerciële verhuurders dat beschikbaar is voor de vergelijking met de corporatiesector, beperkt is.


1 Centraal Fonds Volkshuisvesting, Onderzoek bedrijfslasten woningcorporaties, Naarden, 21 juni 2005. Beschikbaar via www.cfv.nl

2 Tweede Kamer der Staten-Generaal, Vergaderjaar 2005 - 2006, Verslag algemeen overleg van 28 september 2005, inzake onderzoek bedrijfslasten woningcorporaties, 29.453, nr.27, pag.8.
3 In de bijlage zijn de afzonderlijke componenten waaruit deze kosten zijn opgebouwd, weergegeven.
---

Indien vergeleken wordt met het totale woningbezit van de woningcorporaties is de omvang van het in de ROZ/IPD databank beschikbare aantal woningen ongeveer 5%. Deze in relatief opzicht beperkte omvang vloeit voort uit het lage aandeel van institutionele beleggers in de huurwoningvoorraad.

Tabel 1a: Overzicht van het beschikbare aantal woningen in de ROZ/IPD databank naar landsdeel en huurprijsklasse, 2003 Huurprijsklasse Landsdeel Totaal
1 2 3 4 5 Noord 1.326 4.802 1.245 7.373 Oost 861 6.128 10.010 2.595 19.594 West 1.260 8.087 33.617 17.419 3.159 63.542 Zuid 799 6.311 15.753 3.908 455 27.226 Totaal 2.920 21.852 64.182 25.167 3.614 117.735

Bron: ROZ/IPD databank

Tabel 1b: Overzicht van het beschikbare aantal woningen in de ROZ/IPD databank naar landsdeel en huurprijsklasse, 2004 Huurprijsklasse Landsdeel 1 2 3 4 5 Totaal Noord 1.477 4.761 1.263 7.501 Oost 857 5.438 9.421 2.566 18.282 West 1.531 7.387 32.954 17.132 3.438 62.442 Zuid 809 5.414 14.440 3.833 214 24.710 Totaal 3.197 19.716 61.576 24.794 3.652 112.935

Bron: ROZ/IPD databank

CFV data
Het Centraal Fonds ontleent de informatie over de beheerkosten van woningcorporaties aan de Cijfer- matige Kerngegevens die alle corporaties jaarlijks aanleveren. Hierover wordt jaarlijks door het Fonds gerapporteerd in het `Verslag financieel toezicht woningcorporaties4'. De gegevens die aan het Fonds worden verstrekt, hebben onder meer betrekking op de winst- en verliesrekening, waarin de kosten en opbrengsten worden verantwoord. De jaarrekening heeft betrekking op de gehele woningcorporatie en betreft derhalve gegevens op bedrijfsniveau. Behalve het beheer van woningen onderneemt een woningcorporatie ook andere activiteiten zoals projectontwikkeling, verkoop van huurwoningen en verbeteren van de leefbaarheid. De mate waarin andere activiteiten dan beheer van huurwoningen worden uitgevoerd, verschilt sterk per woningcorporatie. Dit impliceert dat de gegevens over de aan de jaarrekening ontleende kosten niet zonder meer gebruikt kunnen worden om een vergelijking te maken met de objectgebonden beheerkosten van commerciële verhuurders.

In het kader van een vervolgonderzoek naar de ontwikkeling van de netto bedrijfslasten zijn vragen- lijsten naar woningcorporaties verzonden om aanvullende informatie te verkrijgen over de verdeling van de bruto lonen en de overige bedrijfslasten over diverse activiteiten5. Deze vragenlijsten zijn verzonden naar een groep woningcorporaties met een hoog niveau van netto bedrijfslasten (25), met een sterke stijging van de netto bedrijfslasten (25) en naar een controlegroep (50). De gegevens die via de antwoorden van de controlegroep zijn verkregen, zullen aanvullend op de gegevens van de Cijfermatige Kerngegevens worden gebruikt om de vergelijking met de commerciële verhuurders uit te voeren. Het gaat hierbij in het bijzonder om de kostenverdeelstaat die deze woningcorporaties hebben ingevuld. Hierin hebben zij de bruto lonen en de overige bedrijfslasten toegedeeld aan diverse activi- teiten.

In tabel 2 is de verdeling van de brutolonen en de overige bedrijfslasten naar de diverse activiteiten bij de controlegroep weergegeven.


4 Deze jaarlijkse publicatie is te vinden op de website van het Fonds, www.cfv.nl
5 Over dit onderzoek is afzonderlijk gerapporteerd.
---

Tabel 2: Kostenverdeling naar de activiteiten van woningcorporaties in procenten, in per woongelegenheid, 2004 In procenten In per woongelegenheid

Activiteiten Bruto- Overige Personeels- Overige lonen bedrijfslasten lasten bedrijfslasten Objectbeheer administratief 28 36 159 344 Objectbeheer technisch 27 20 158 190 Totaal objectgebonden
beheerkosten 55 56 316 535 Overhead 22 25 127 239 Verkoopactiviteiten 2 2 11 19 Projectontwikkeling 10 6 55 57 Sociaal beheer 8 7 46 63 Nevenactiviteiten 2 3 12 25 Overige activiteiten 1 2 4 15 Totaal 100 100 571 953 Bron: Centraal Fonds, Vervolgonderzoek bedrijfslasten en Cijfermatige Kerngegevens 2004

Uit de tabel blijkt dat de woningcorporaties uit de controlegroep 55% van de bruto lonen toerekenen aan objectgebonden beheerkosten, waarvan 28% aan administratief beheer en 27% aan technisch beheer. De overige bedrijfslasten zijn voor 56% toegerekend aan objectgebonden beheer, 36% admi- nistratief en 20% technisch. Deze percentages zijn gebruikt om het gemiddelde niveau van de personeelslasten en de overige bedrijfslasten van alle woningcorporaties, zoals ontleend aan de Cijfermatige Kerngegevens, te verdelen over de activiteiten. Deze benadering geeft als uitkomst dat per woongelegenheid 316,- van de personeelslasten en 535,- van de overige bedrijfslasten betrek- king hebben op objectgebonden beheer. Deze gegevens zullen bij de vergelijking tussen beide sectoren worden betrokken.

Objectgebonden beheerkosten

Commerciële verhuurders
In de tabellen 3a en 3b worden de totale objectgebonden beheerkosten van de commerciële woning- verhuurders weergegeven per eenheid voor de jaren 2003 en 2004, gespecificeerd naar landsdeel en huurprijsklasse.
Tabel 3a: Totale objectgebonden beheerkosten van de commerciële verhuurders, in per eenheid, 2003
Huurprijsklasse Landsdeel 1 2 3 4 5 Totaal Noord 2.405 1.259 1.467 1.506 Oost 974 1.489 1.584 1.382 1.506 West 2.942 2.122 2.062 1.985 1.987 2.062 Zuid 858 1.771 1.730 1.499 1.715 1.680 Totaal 1.782 1.860 1.846 1.822 1.958 1.845

Bron: ROZ/IPD databank

Tabel 3b: Totale objectgebonden beheerkosten van de commerciële verhuurders, in per eenheid, 2004
Huurprijsklasse Landsdeel 1 2 3 4 5 Totaal Noord 1.513 1.418 1.533 1.499 Oost 1.050 1.457 1.568 1.613 1.519 West 1.782 1.799 1.833 2.135 1.960 1.917 Zuid 1.371 1.802 1.642 1.587 1.641 1.660 Totaal 1.510 1.684 1.715 1.966 1.972 1.768

Bron: ROZ/IPD databank

---

Allereerst blijkt daaruit dat de totale gemiddelde objectgebonden beheerkosten per eenheid in 2004 lager uitkomen dan in 2003. Ten tweede geven de uitkomsten een redelijk groot verschil te zien tus- sen de objectgebonden beheerkosten per landsdeel. De objectgebonden beheerkosten zijn in lands- deel West het hoogst. Er is ook een duidelijk patroon dat de objectgebonden beheerkosten stijgen naarmate de woning zich in een hogere huurprijsklasse bevindt. Deels kan dit verklaart worden door het relatief geringe aantal waarnemingen per onderscheiden huurprijsklasse en landsdeel6.

De verschillen in hoogte van de objectgebonden beheerkosten worden in de tabellen 4a en 4b nader toegelicht. In deze tabellen wordt de hoogte van de afzonderlijke componenten van de object- gebonden beheerkosten, naar de indeling die de ROZ/IPD databank hanteert7, weergegeven voor de afzonderlijke landsdelen voor de jaren 2003 en 2004.

Tabel 4a: Objectgebonden beheerkosten van de commerciële verhuurders naar de afzonderlijke componenten, per landsdeel, per eenheid, in , 2003 Vaste Object Onderhouds- Verhuur Overige Landsdeel kosten beheerkosten kosten kosten beheerkosten Totaal Noord 289 173 786 80 178 1.506 Oost 271 178 806 58 193 1.506 West 319 222 1.098 113 310 2.062 Zuid 267 199 907 76 233 1.680 Totaal 297 206 985 93 264 1.845

Bron: ROZ/IPD databank

Tabel 4b: Objectgebonden beheerkosten van de commerciële verhuurders naar de afzonderlijke componenten, per landsdeel, per eenheid, in , 2004 Vaste Object Onderhouds- Verhuur Overige Landsdeel kosten beheerkosten kosten kosten beheerkosten Totaal Noord 304 182 702 99 211 1.499 Oost 282 189 767 70 211 1.519 West 347 232 917 119 303 1.917 Zuid 272 201 827 91 269 1.660 Totaal 317 215 858 103 274 1.768

Bron: ROZ/IPD databank

Uit de tabellen komt naar voren dat de onderhoudskosten van jaar op jaar sterk kunnen verschillen. Als gevolg van deze verschillen in de onderhoudskosten zijn de objectgebonden beheerkosten bij de commerciële verhuurders in 2003 ook hoger dan in 2004. Onderhoud kent naar zijn aard een cyclisch patroon en aan de verschillen van het ene op het andere jaar kunnen dan ook geen verdere conclusies worden verbonden. Verder blijkt uit de tabellen dat de kosten van elk van de afzonderlijke componenten in landsdeel West hoger zijn dan in de andere landsdelen. Dit wordt onder meer veroorzaakt door hogere overheidsheffingen in het Westen.

Het woningbezit van commerciële verhuurders is in vergelijking met dat van de woningcorporaties relatief sterk in de hogere huurprijsklassen vertegenwoordigd. Circa 95% van de huurwoningen van woningcorporaties heeft een huur van minder dan 500,-. Onder deze huurgrens bevindt zich niet meer dan 25% van het woningbezit van commerciële verhuurders. Omdat de objectgebonden beheerkosten mede worden beïnvloed door de hoogte van de huur, is het voor een vergelijking van deze kosten van belang om bij de commerciële verhuurders een deelselectie van het woningbezit te nemen. De huurprijsklassen 1 en 2 van de commerciële verhuurders komen het best overeen met het woningbezit van woningcorporaties. In tabel 5 zijn de objectgebonden beheerkosten van de commer- ciële verhuurders voor deze twee huurprijsklassen weergegeven. Het gaat overigens om een beperkt aantal woningen, waarvan de gegevens beschikbaar zijn.


6 Zie ook de tabellen 2a en 2b voor gedetailleerde informatie over het aantal woningen per onderscheiden huurprijsklasse en


Zie het origineel
landsdeel.

7 Zie voor de definitie van de gehanteerde subtotalen bijlage 1.
---

Tabel 5: Objectgebonden beheerkosten van de commerciële verhuurders naar de af- zonderlijke componenten, huurprijsklassen 1 en 2, per eenheid, in , 2003 en 2004
Huurprijsklasse 1 en 2 Objectgebonden beheerkosten 2003 2004 Vaste kosten 240 246 Object beheerkosten 186 188 Onderhoudskosten 1.099 866 Verhuurkosten 81 94 Overige objectgebonden beheerkosten 243 267 Totaal 1.850 1.659

Bron: ROZ/IPD databank

Woningcorporaties
In het voorafgaande is aangegeven dat de Cijfermatige Kerngegevens de primaire bron vormen voor het bepalen van de objectgebonden beheerkosten bij woningcorporaties. Aan de Cijfermatige Kern- gegevens kunnen de bruto bedrijfslasten worden ontleend. De bruto bedrijfslasten bestaan uit perso- neelslasten, overige bedrijfslasten (inclusief de kosten leveringen en diensten aan huurders) en onder- houdslasten. Omdat met name de personeelslasten en de overige bedrijfslasten ook op andere activiteiten dan het beheer van huurwoningen betrekking hebben, zijn deze kosten op basis van een kostenverdeelstaat toegedeeld aan diverse activiteiten. In de vorige paragraaf is dit toegelicht. Daarnaast is het noodzakelijk om de bruto bedrijfslasten te verminderen met de van de huurders ontvangen vergoedingen voor leveringen en diensten. Het gaat hierbij om doorberekende kosten. Tabel 6 geeft het resulterende overzicht van de objectgebonden beheerkosten bij woningcorporaties.

Tabel 6: Objectgebonden beheerkosten van woningcorporaties, gemiddeld per woongelegenheid, in en in % van de huur, 2004 Bedrag Als percentage van Objectgebonden beheerkosten in de huur Personeelslasten 316 7,3 Overige bedrijfslasten (inclusief servicekosten) 535 12,4 Onderhoudslasten (inclusief mutatieonderhoudskosten) 1.078 25,0 Bruto objectgebonden kosten 1.929 44,7 AF: Ontvangen vergoedingen voor leveringen en diensten aan huurders 247 5,7 Totaal 1.682 38,9 Bron: Centraal Fonds, Cijfermatige Kerngegevens 2004 en Vervolgonderzoek bedrijfslasten

De vergelijking tussen woningcorporaties en commerciële verhuurders Op basis van de gegevens over de objectgebonden beheerkosten van commerciële verhuurders en woningcorporaties kan vervolgens de vergelijking tussen beide sectoren worden uitgevoerd.

In tabel 7 wordt de vergelijking van de objectgebonden beheerkosten tussen de woningcorporaties en de commerciële verhuurders weergegeven, zowel in euro's als in procenten van de huuropbrengsten.

Tabel 7: Objectgebonden beheerkosten van woningcorporaties en commerciële verhuurders, in en in procenten van de huuropbrengsten, 2004 Bedrag In procenten van de

in huuropbrengsten Woningcorporaties 1.682 38,9 Commerciële verhuurders
huurprijsklasse 1 1.510 32,9 huurprijsklasse 2 1.684 30,8 huurprijsklasse 3 1.715 25,5 huurprijsklasse 4 1.966 23,6 huurprijsklasse 5 1.972 20,3 Totaal gemiddelde 1.768 25,6

Bronnen: Centraal Fonds, Cijfermatige Kerngegevens 2004 en Vervolgonderzoek bedrijfslasten ROZ/IPD databank

---

Uit de tabel blijkt dat de objectgebonden beheerkosten van de woningcorporaties met gemiddeld
1.682,- per woongelegenheid in absolute bedragen iets hoger liggen dan die van de commerciële verhuurders voor wat hun woningbezit in de huurprijsklasse 1 betreft ( 1.510,-) en gelijk zijn aan die van het woningbezit in huurprijsklasse 2 ( 1.684,-). De verschillen zijn dus voor de vergelijkbare huur- prijsklassen beperkt. In de tijd hoeven deze verschillen overigens niet gelijk te blijven. In het vooraf- gaande is gebleken bij de commerciële verhuurders de objectgebonden beheerkosten in 2003 hoger waren dan in 2004. Voorts dient bij het relatief lage niveau van de objectgebonden beheerkosten van de woningen in huurprijsklasse 1 ook te worden bedacht dat in deze huurprijsklasse weinig woningen vertegenwoordigd zijn (3% van het woningbezit van de commerciële verhuurders). Verder laat de tabel zien dat de objectgebonden beheerkosten van de commerciële verhuurders in de hogere huurprijsklassen hoger zijn dan bij de woningcorporaties. Omdat (een deel van) de objectgebonden beheerkosten positief samenhangt met de hoogte van de huur is deze uitkomst niet verwonderlijk. In procenten van de huuropbrengsten zijn de objectgebonden beheerkosten bij de woningcorporaties hoger dan bij de commerciële verhuurders. Dit is in belangrijke mate het gevolg van het feit dat het huurniveau bij woningcorporaties lager is dan dat bij commerciële verhuurders.

In tabel 8 worden de uitkomsten van de berekening van de objectgebonden beheerkosten per lands- deel weergegeven.
Tabel 8: Objectgebonden beheerkosten van woningcorporaties en commerciële verhuurders naar landsdeel, per woongelegenheid resp. eenheid, in , 2004 Woningcorporaties Landelijk Noord Oost West Zuid Personeelslasten 316 311 337 337 359 Overige bedrijfslasten
(inclusief servicekosten) 535 499 416 477 529 Onderhoudslasten 1.078 1.011 1.101 1.022 1.234 Bruto objectgebonden beheerkosten 1.929 1.820 1.854 1.835 2.122 Af: Vergoedingen voor leveringen & diensten 247 203 219 279 206 Objectgebonden beheerkosten 1.682 1.617 1.634 1.556 1.916 In procenten van huuropbrengst 38,9 39,5 38,4 35,5 44,2 Commerciële verhuurders
Objectgebonden beheerkosten 1.768 1.499 1.519 1.917 1.660 In procenten van huuropbrengst 25,6 23,1 24,2 26,4 25,3

Bronnen: Centraal Fonds, Cijfermatige Kerngegevens 2004 en Vervolgonderzoek bedrijfslasten ROZ/IPD databank

Uit de tabel blijkt dat bij de woningcorporaties de objectgebonden beheerkosten weinig verschillen naar landsdeel. Alleen landsdeel Zuid vormt hierop een uitzondering, waar onder meer als gevolg van hogere onderhoudslasten de objectgebonden beheerkosten hoger zijn. Opmerkelijk is dat daar waar bij de commerciële verhuurders de objectgebonden beheerkosten in het landsdeel West het hoogst zijn, deze kosten bij de woningcorporaties het laagst zijn.

Vergelijking op onderdelen

Voor enkele onderdelen van de objectgebonden beheerkosten is het mogelijk om een rechtstreekse vergelijking te maken tussen de kosten van woningcorporaties en die van commerciële verhuurders. Deze zijn in tabel 9 weergegeven.


---

Tabel 9: Vergelijking van enkele beheerkosten tussen woningcorporaties en commer- ciële verhuurders, in per woongelegenheid resp. eenheid, 2003 en 2004 Commerciële Woningcorporaties verhuurders Verschillen (huurprijsklasse 1 en 2) Mutatie Mutatie In per woon In % 2003 2004 in pro- 2003 2004 in pro- gelegenheid

centen centen per jaar 2)

Totale overheidsheffingen 202 210 3,7 217 220 1,7 -13 -6,2 Verzekeringspremies opstal 24 26 7,9 23 24 5,6 1 4,9 Erfpachtcanon 13 12 -5,9 0 1 95,8 12 95,4 Subtotaal vaste lasten 239 248 3,6 240 246 2,2 1 0,3 Onderhoudslasten 1) 945 966 2,2 1.152 1.021 -11,3 -131 -13,8 Mutatieonderhoud 110 134 21,0 42 45 7,6 79 64,7 Oninbare huren en servicekosten 10 12 18,6 7 20 202,4 -3 -25,4
1) Inclusief niet-verrekenbare BTW bij commerciële woningverhuurders.
2) Het verschil is bepaald ten opzichte van de gemiddelden van de woningcorporaties en die van de commerciële verhuurders over de jaren 2003 en 2004 per woongelegenheid respectievelijk per eenheid en zijn vervolgens uitgedrukt in een bedrag in euro's.

Bronnen: Centraal Fonds, Cijfermatige Kerngegevens 2004 en Vervolgonderzoek bedrijfslasten ROZ/IPD databank

Uit de tabel blijkt wederom dat de grootste verschillen tussen beide sectoren zich voordoen bij het (mutatie)onderhoud. Voor het overige zijn de verschillen tussen de vergelijkbare kosten (zeer) beperkt.

Samenvatting en conclusies

In deze rapportage zijn de objectgebonden beheerkosten van woningcorporaties vergeleken met die van commerciële verhuurders. Voor commerciële verhuurders zijn de objectgebonden beheerkosten te ontlenen aan de ROZ/IPD databank. De ROZ/IPD databank heeft de gegevens beschikbaar gesteld voor de jaren 2003 en 2004.
Voor woningcorporaties zijn de objectgebonden beheerkosten niet zonder meer beschikbaar. De Cijfermatige Kerngegevens bevatten gegevens van alle woningcorporaties op bedrijfsniveau. De gegevens op objectniveau, noodzakelijk om de objectgebonden beheerkosten te bepalen, zijn daarin niet opgenomen. Via een vragenlijst die is opgesteld voor het vervolgonderzoek naar de bedrijfslasten van woningcorporaties, is het wel mogelijk om het deel van de personeelslasten en het deel van de overige bedrijfslasten dat betrekking heeft op het beheer van woningen, af te zonderen. Langs deze weg is het toch mogelijk een redelijke schatting te maken van de objectgebonden beheerkosten bij woningcorporaties.

De totale objectgebonden beheerkosten voor de woningcorporaties komen in 2004 uit op een bedrag van 1.682,- per woongelegenheid. Dit komt overeen met 39,0% van de huuropbrengsten. Bij de commerciële verhuurders zijn de objectgebonden beheerkosten in 2003 1.845,- en voor 2004
1.765,- per eenheid. Het aandeel van deze kosten in de huuropbrengsten bedraagt 27,7% respec- tievelijk 25,6%.
Het woningbezit van commerciële verhuurders bevindt zich grotendeels in de hogere huurprijsklassen. Dit heeft voor de vergelijking twee belangrijke consequenties. In de eerste plaats is de hoogte van de objectgebonden beheerkosten mede afhankelijk van het huurniveau. Woningen in de hogere huur- prijsklassen hebben enigszins hogere objectgebonden beheerkosten. Voor een goede vergelijking tussen de twee sectoren is het nodig om woningen met een vergelijkbaar huurniveau te nemen. Als de woningen van commerciële verhuurders worden geselecteerd met een huurniveau dat qua huurprijs- klasse overeenkomt met het huurniveau van de woningen van woningcorporaties, zijn in 2004 de objectgebonden beheerkosten in euro's gelijk aan die van de woningcorporaties. In de tweede plaats heeft het verschil in huurniveau tussen de twee sectoren ook tot gevolg dat het aandeel van de objectgebonden beheerkosten er door wordt beïnvloed. Het hogere aandeel van de objectgebonden beheerkosten in de huuropbrengsten bij woningcorporaties vloeit dus voort uit het feit dat in de corporatiesector het huurniveau, ook bij de woningen in een vergelijkbare huurprijsklasse, gemiddeld lager ligt.

---

Verder zijn, voorzover mogelijk, ook afzonderlijke onderdelen van de objectgebonden beheerkosten vergeleken tussen de twee sectoren. Bij de meeste onderdelen ontlopen de kosten van de woning- corporaties en die van de commerciële verhuurders elkaar niet zo veel. De onderhoudskosten vormen hierop een uitzondering. In de beschouwde jaren liggen de onderhoudskosten bij de commerciële verhuurders gemiddeld hoger dan bij de woningcorporaties. Door het cyclische karakter van het onderhoud kunnen hier evenwel geen algemene conclusies worden verbonden.


10

Bijlage: Achtergrond bij de data van de ROZ/IPD databank

In de methodiek van ROZ/IPD Vastgoedindex wordt er onderscheid gemaakt tussen zogenaamde objectgebonden en niet-objectgebonden beheerkosten.

Objectgebonden beheerkosten
De objectgebonden beheerkosten bestaan uit de volgende groepen kosten te weten: a. Vaste kosten zoals overheidsheffingen, de kosten van opstalverzekeringen en jaarlijkse erfpacht- canons.
b. Beheerkosten zijn de interne en externe kosten die gemaakt worden ten behoeve van het beheer van ieder object, inclusief de kosten van huurherziening. Exclusief portefeuillebeheerkosten, taxatiekosten en accountantskosten etc. Onder de beheerkosten worden ook die kosten gerekend zoals de kosten ondersteunende diensten van administraties en ICT. c. Onderhoudskosten zijn die kosten die gemaakt worden om het object in dezelfde staat te houden. Dus exclusief de kosten die gemaakt worden voor woningverbetering. d. Verhuurkosten. Hieronder worden de kosten gerekend die gemaakt worden voor de herinrichting van ruimten teneinde deze gereed te maken voor (weder)verhuur plus de kosten voor verhuur en markering van het object.
e. Overige kosten die betrekking hebben op het gebouwenbeheer zoals incassokosten verbonden aan het inschakelen van deurwaarders e.d., niet-verrekenbare BTW, de afboeking van oninbare debiteuren en alle overige niet-verhaalbare kosten welke direct zijn te relateren aan het object, die buiten de voorgaande categorieën vallen.

Niet-objectgebonden beheerkosten8
De kosten van de bedrijfsvoering die geen betrekking heeft op de het objectbeheer worden door ROZ- IPD Vastgoedindex onderverdeeld in twee hoofdgroepen, te weten: a. Overheadkosten die samenhangen met de besturing, directievoering, overall beleidsvoorbereiding en management van de organisatie (het zogenaamde portfolio- en asset-management, waaronder acquisitie- en dispositiebeleid).
b. Het resultaat uit overige bedrijfsactiviteiten.

Deze laatste groep van kosten is samengesteld uit de volgende onderdelen: a. Uitgaven voor ontwikkelingsactiviteiten die (nog) niet direct zijn toe te wijzen aan individuele vast- goed objecten zoals eerste haalbaarheidstudies van nieuwe projecten e.d. b. Netto resultaat uit de ontwikkeling en verkoop van koopwoningen indien dit resultaat niet wordt verrekend met de huurwoningprojecten. Dit laatste speelt met name bij zogenaamde combinatie- projecten.
c. Netto resultaat uit het beheer en administratie van verenigingen van eigenaren ten behoeve van derden.
d. Netto resultaat uit onderhoud dat door de organisatie uitgevoerd wordt voor rekening van derden. e. Netto resultaat uit overige activiteiten uitgevoerd voor rekening van derden.

8 Door de ROZ-IPD zijn deze data niet beschikbaar gesteld voor aanvullende analyses door het Centraal Fonds in verband met de door de commerciële woningverhuurders vereiste vertrouwelijkheid.


---