Partij van de Arbeid


Bijdrage van Wouter Bos aan spoeddebat met Verdonk over naturalisatie / Ayaan


Debat met Minister Verdonk over naturalisatie/Ayaan


Bijdrage van Wouter Bos, PvdA


16 mei 2006


Gesproken tekst geldt


Mijnheer de Voorzitter,


Wij zijn net als zovelen geschokt, verbijsterd, verbaasd over de brief die Minister Verdonk gisteren aan Ayaan Hirsi Ali geschreven heeft. Allereerst vanwege het persoonlijke drama dat dit met zich mee brengt voor Ayaan, het feit dat zij zich al in buitengewoon moeilijke omstandigheden bevindt, continu moet leven met bedreiging en beveiliging en haar nu ook nog eens een van de weinige zekerheden die ze dacht te hebben, een Nederlands paspoort, dreigt te ontvallen.


Maar dit is meer dan een persoonlijke tragedie. En ik ben meer dan alleen maar geschokt, verbijsterd en verbaasd. Ik schaam mij ook diep voor de manier waarop wij in dit land inmiddels met vreemdelingen, nationaliteit, paspoorten en rechtsregels omspringen. Want wat de precieze verklaring ook is voor hoe de zaken zich de afgelopen dagen hebben ontwikkeld, de conclusie kan nu al zijn dat elke proportionaliteit in de manier waarop het vreemdelingenrecht in Nederland toegepast wordt, langzamerhand zoek is. Of we nu kijken naar de manier waarop is omgegaan met een generaal of specifiek pardon, de manier waarop Taida Pasic het land werd uitgezet of de manier waarop Ayaan nu het Nederlanderschap lijkt te ontvallen, de maatregelen staan in geen verhouding meer tot wat er aan de hand is en de menselijke maat is volledig zoek. En ja, afspraak is afspraak zegt de Minister dan. Maar ooit maakten wij in dit land ook de afspraak ons verstand daarbij niet uit te schakelen en ons gevoel voor de menselijke maat hoog te houden.


Tenslotte, meneer de Voorzitter, dit raakt ook Nederland en hoe de wereld naar ons kijkt. In de ogen van de wereld zijn wij een land geworden dat niet in staat is gebleken een spraakmakende politica veilig onderdak te bieden ook al constateer ik -gelukkig- dat Minister Donner tegen de rechterlijke uitspraak over Ayaan's huisvesting in cassatie gaat. En nu zijn we ook nog een land geworden dat, hoe goed het misschien ook formeel juridisch uit te leggen valt, vast is gelopen in bizarre opvattingen over bestuurlijke moed, daadkracht en duidelijkheid. Over de hoofden van kwetsbare mensen heen. Geschokt, verbijsterd, verbaasd en dus ook beschaamd.


Maar nu gaat het er vervolgens ook om hoe we verder gaan. Daarbij spelen drie vragen. Allereerst hoe en waarom de Minister tot haar besluit is gekomen. Ten tweede hoe het met Ayaan nu verder gaat en ten derde hoe we in zijn algemeenheid in de toekomst dit soort ellende voorkomen.


Over wat er precies is gebeurd willen wij graag antwoord op de volgende vragen:


· Waarom heeft het verschijnen van het boek "De zoontjesfabriek" (augustus 2002), waarin Ayaan Hirsi Ali melding maakte van het feit dat zij een andere naam heeft, of elk eerder moment waarop dit bekend was bij de Minister of de Dienst, geen aanleiding gevormd voor een mededeling zoals die gisteren kenbaar werd gemaakt?


· En de misschien wel allerbelangrijkste vraag: kan de Minister aangeven of er sprake is van een discretionaire bevoegdheid in een geval als deze? Oftewel had de Minister in casu om moverende redenen een andersluidend besluit kunnen nemen? Kan de Minister dit motiveren?


· Kan in het geval van Hirsi Ali wel worden gesproken van een valse identiteit in de zin van de jurisprudentie van de Hoge Raad, nu algemeen bekend is met welke persoon we van doen hebben en de naam Hirsi bovendien de achternaam van haar vader betreft


· Waarom heeft de Minister het besluit ten aanzien van Hiris Ali zo snel genomen? Heeft de Minister zich voldoende vergewist van alle consequenties in ons staatsbestel die voortvloeien uit dit besluit?


· Zijn er meerdere gevallen bekend waarbij een vergelijkbare problematiek speelt dan wel heeft gespeeld als in deze zaak en is door de Minister in alle vergelijkbare gevallen op dezelfde wijze gehandeld?


· Neemt u als Minister persoonlijk dergelijke besluiten tot het doen van mededelingen omtrent het niet hebben verkregen van Nederlanderschap of worden deze besluiten ambtshalve afgedaan?


Dan de vraag hoe het nu verder moet met Ayaan. Ik wil antwoord op de volgende vragen:


· Kan de minister garanderen dat haar beveiliging blijft zoals die is en dat haar uit deze zaak voortkomende status geen enkele invloed daarop zal hebben?


· Heeft de Minister onderzoek gedaan naar het feit of Hirsi Ali mogelijk Staatloos is geworden of zal worden als gevolg van de mededeling dat zij geacht wordt het Nederlanderschap niet te hebben verkregen?


· Indien de mededeling onherroepelijk wordt, bestaat dan in casu de mogelijkheid om op een zo kort mogelijke termijn een nieuwe naturalisatieprocedure te starten op basis van de juiste persoonsgegevens? Zo ja, hoe kansrijk wordt deze geacht? Heeft u overwogen om deze procedure onder de aandacht van Hirsi Ali te brengen en reeds in gang te zetten?


En tenslotte voorzitter, als de utikomst van dit alles zou zijn dat toch nog een weg gevonden wordt om Ayaan Nederlander te maken of te laten blijven, dan willen wij daar graag aan meewerken vanuit het perspectief dat evenzeer redelijke oplossingen gevonden moeten worden voor anderen in vergelijkbare omstandigheden zonder dat een onhoudbaar precedent wordt geschapen. In dat licht is de beleidsoptie die door de heer dÚlliveira vanochtend in de Volkskrant naar voren werd gebracht een interessante. Ik vraag dus ook uw commentaar op zijn voorstel om voortaan identiteitsfraude onder art 14 van de Rijkswet op het Nederlanderschap te brengen zodat er tenminste in soortgelijke gevallen sprake kan zijn van een redelijke afweging van belangen.


Meneer de Voorzitter, ik heb heel bewust in mijn bijdrage geen woord gewijd aan de manier waarop de VVD met Ayaan is omgesprongen toen zij op de kandidatenlijst werd gezet terwijl de daarvoor verantwoordelijke mensen op de hoogte waren van de door haar verstrekte onjuiste informatie. Noch over de manier waarop het haar vandaag in die partij vergaat. De Engelsen zouden zeggen do not add insult to injury, voeg geen beledigingen toe waar de pijn al groot genoeg is. En dat doe ik dan ook maar.


Meneer de voorzitter. Wat Ayaan vandaag mee maakt wens ik niemand toe. Daarbij spreek ik geen enkele goedkeuring uit over de onjuiste informatie die zij destijds verstrekte en die aan de basis lagen van het haar verstrekken van een Nederlands paspoort. Wel doe ik een dringend beroep op u om bij de verdere afhandeling van Ayaan's zaak en het uitzetten van lijnen voor de behandeling van vergelijkbare gevallen nu en in de toekomst, in te brengen wat nu zo node wordt gemist: proportionaliteit en een elementair, door fatsoen gedreven gevoel voor de menselijke maat. Als daar dan niet slechts Ayaan baat van heeft maar ook vele anderen die wij niet kennen uit de krant, van televisie of als collega, die minder makkelijk hun woordje kunnen doen en hun positie kunnen verdedigen, dan is dit drama uiteindelijk misschien nog ergens goed voor geweest.


>


PvdA Voorlichting


Chantal Linnemann


Secretaresse Voorlichting


K 104


Tel 070 318 26 94


Fax: 070 318 28 00


c.linnemann@tweedekamer.nl