Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij, mede namens de Staatssecretaris voor Europese Zaken, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van der Staaij over de houding van Turkije ten aanzien van Hamas. Deze vragen werden ingezonden op 13 april 2006 met kenmerk 2050611710.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Van der Staaij (SGP) over de houding van Turkije ten aanzien van Hamas.

Vraag 1
Is het waar dat de Turkse premier medio februari jl. Hamas-leider in ballingschap, Khaled Meshaal, in Ankara ontvangen heeft? Is het eveneens waar dat, ondanks maatschappelijke weerstand en de weigering van het Turkse Ministerie van Buitenlandse Zaken, premier Erdogan en zijn AKP-regering vervolgens toch zelf besloten hebben om Meshaal te ontvangen? 1) Hoe moet deze ontvangst gezien worden in het licht van het buitenlands beleid van Turkije ten opzichte van de moslimbuurlanden?

Vraag 2
Hoe beoordeelt u deze diplomatieke ontvangst, gelet op het feit dat Turkije kandidaat-lidstaat van de Europese Unie is en derhalve de Kopenhagencriteria over democratie en mensenrechten ook moet vertalen in zijn buitenlands beleid?

Vraag 3
Deelt u de mening dat de Turkse regering op dit incident aangesproken moet worden en dat de Turkse regering dezelfde houding jegens Hamas dient in te nemen als de Europese Unie? Zo ja, welke inspanningen zult u daarvoor verrichten?

Antwoord
Op 16 en 17 februari jl. heeft de Turkse regering een Hamas-delegatie op diens verzoek in Ankara ontvangen. Tijdens de gesprekken heeft de Turkse regering de voorwaarden uit de verklaring van het Kwartet uitgedragen, te weten het afzweren van geweld, erkenning van Israël en acceptatie van bestaande overeenkomsten en verplichtingen. De Turkse regering heeft Hamas gewezen op zijn verantwoordelijkheden als democratisch gekozen winnaar van de verkiezingen en op de noodzaak zich om te vormen tot een politieke entiteit. De Turkse regering is van mening is dat een dialoog met Hamas constructiever en effectiever is dan druk en isolement en denkt hierin, vanuit haar specifieke regionale verantwoordelijkheid, ook een rol te kunnen spelen. De Turkse regering wil hiermee voorkomen dat landen als Iran het politieke vacuüm opvullen. Het kandidaat-lidmaatschap impliceert niet dat Turkije gebonden is aan alle standpunten van de Europese Unie. Wel stelt de Unie Turkije op de hoogte van haar standpunten en wordt het Midden Oosten-vredesproces, zowel in consultaties tussen de Unie en Turkije als tussen Nederland en Turkije, regelmatig besproken.


1) Soner Cagaptay, "Hamas Visits Ankara: The AKP Shifts Turkey's Role in the Middle East", 16 February 2006, www.washingtoninstitute.org.


---- --