Provincie Noord-Brabant



|Datum         |
|16 mei 2006   |
|Nummer        |
|122           |

Tijdwinst door minder regels
Provincie verkort procedures voor bouwen

Gedeputeerde Staten hebben hun beleid met betrekking tot artikel 19, lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening zodanig aangepast, dat burgemeester en wethouders in meer gevallen vrijstelling kunnen verlenen voor bouwprojecten die afwijken van het bestemmingsplan. De gewijzigde regelgeving levert een tijdwinst op van ca. twaalf weken per initiatief.

De verdere vermindering van het provinciale toezicht staat centraal in de nieuwe regeling. Deze houdt in dat gemeenten zonder tussenkomst van de provincie, onder voorwaarden, vrijstelling kunnen verlenen voor diverse bouwplannen in het stedelijk gebied en in het buitengebied die in strijd zijn met het bestemmingsplan.
De verruiming van de mogelijkheden voor bouwen levert een belangrijke tijdwinst op. Ook zal het aantal vrijstellingsprocedures ex artikel 19 lid 1 gevoelig verminderen. Dit past ook bij de veranderende rol van de provincie in het licht van de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening, die vermoedelijk op 1 januari 2008 in werking treedt. Interventie van de provincie ten aanzien van gemeentelijke plannen is dan alleen geboden als het provinciale ruimtelijke belang aan de orde is.

Bij het vaststellen van de regeling met betrekking tot artikel 19, lid 2 van de Wro, is rekening gehouden met opmerkingen en adviezen van o.a. de Statencommissie Ruimte en Milieu, de Stichting Dynamisch Platteland en de VROM-inspectie. Zo moeten bijvoorbeeld groenvoorzieningen rond bedrijventerreinen gevrijwaard blijven tegen bebouwing. Ook zijn extra voorwaarden opgenomen met betrekking tot het beschermd stads- en dorpsgezicht en archeologie.


Sophie van Osch
tel. 073 681 2108
e-mail SvOsch@brabant.nl


---- --