Algemene Rekenkamer



Ontslagregelingen hogere ambtenaren
17-5-2006

Vandaag publiceert de Algemene Rekenkamer het rapport Ontslagregelingen hogere ambtenaren bij het Rijk 2004 en 2005.

Toepassing ontslagregelingen hogere ambtenaren kan zorgvuldiger Objectieve criteria voor extra's ontbreken

Bij ontslag van hogere ambtenaren worden de regels meestal goed toegepast. Bij slechts een klein deel van de ontslagen is er sprake van tekortkomingen. De Algemene Rekenkamer heeft enkele individuele ontslagregelingen aangetroffen die ministeries beter kunnen vermijden. Dat blijkt uit het onderzoek Ontslagregelingen hogere ambtenaren bij het Rijk 2004 en 2005. Soms ontbreken objectieve regels voor het bepalen van de hoogte van financiële regelingen. Volgens de Algemene Rekenkamer zijn dan zorgvuldige procedures noodzakelijk.

Het onderzoek
De Algemene Rekenkamer heeft een onderzoek uitgevoerd naar ontslagregelingen voor hogere ambtenaren (schaal 16 en hoger) bij het Rijk in 2004 en 2005 (exclusief de Rechterlijke macht en het Openbaar Ministerie). Bij het onderzoek zijn 349 ontslagen betrokken. Bij 204 ontslagen ging het om vervroegde uittreding (FPU).

Onrechtmatigheden en tekortkomingen
Bij 43 ontslagen was het ontslag ten onrechte niet bij Koninklijk Besluit verleend en in 22 gevallen zaten er fouten in het Koninklijk Besluit. Ook bij de financiële afwikkeling van de 349 ontslagen heeft de Algemene Rekenkamer enkele onrechtmatigheden aangetroffen. Zo kregen zeven ambtenaren ten onrechte representatiekostenvergoedingen doorbetaald, terwijl zij hun functie al hadden neergelegd. In vijf gevallen is meer verlof afgekocht dan toegestaan. Daarnaast waren er fouten in de berekening en uitbetaling van diensttijdgratificaties.

Geen objectieve criteria voor individuele regelingen Voor een aantal hogere ambtenaren zijn er individuele regelingen getroffen. Zo hebben twaalf ambtenaren een schadeloosstelling ontvangen om de financiële nadelen van het ontslag te compenseren. In veertig gevallen is het vervroegd pensioen aangevuld met een extra voorziening. Ministeries hebben ruimte om deze regelingen zelf vorm te geven. Er zijn ook geen maxima aan gesteld. De Algemene Rekenkamer heeft enkele individuele regelingen aangetroffen die ministeries beter niet hadden kunnen treffen, zoals het garanderen van (advies)opdrachten of andere inkomsten na ontslag. Omdat objectieve criteria ontbreken, is zorgvuldigheid geboden bij het opstellen van individuele regelingen, aldus de Algemene Rekenkamer. Zij beveelt de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, als verantwoordelijk bewindspersoon, aan de inschakeling van een onpartijdige externe deskundige verplicht te stellen als een individuele regeling wordt overwogen.

Inactiviteit voorafgaand aan ontslag
Veertien ambtenaren hebben een tijd niet gewerkt voordat ze met ontslag gingen, terwijl hun salaris wel werd doorbetaald. Daarbij ging het gemiddeld om een periode van vijftien maanden met een minimum van twee maanden en een maximum van 31 maanden. Vaak spelen problemen rond herplaatsing van betrokkenen hierbij een rol. Volgens de Algemene Rekenkamer bestaat er echter geen rechtsgrond voor een dergelijke ontheffing van de arbeidsplicht.

Reactie minister en nawoord Algemene Rekenkamer
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties heeft, mede namens zijn collega-ministers, gereageerd op het rapport. Hij deelt de mening van de Algemene Rekenkamer dat ontslag met extra toekenningen gevoelig ligt, zeker bij hogere ambtenaren. Hij stelt daarnaast dat een minister in bepaalde situaties ook ruimte moet hebben om tot een billijke voorziening te komen en bovendien voldoen volgens hem de regels en richtlijnen wel. Hij vindt het verplicht raadplegen van een externe deskundige dan ook niet nodig. De Algemene Rekenkamer betreurt het dat de minister deze aanbeveling naast zich neerlegt. Juist als de minister vrijheid wil om individuele regelingen te laten treffen en objectieve regels daarvoor ontbreken, is het noodzakelijk om uiterst zorgvuldig te werk te gaan onder meer door inschakeling van een onpartijdige externe deskundige.