VUmc-screening op ondervoeding landelijk ingevoerd
Door gebruik van de SNAQ (Short Nutritional Assessment Questionnaire)
verbetert de herkenning en behandeling van ondervoeding van 50% naar
80%. Dit concludeert diëtiste Hinke Kruizenga in haar
promotieonderzoek. Het onderzoek is de basis voor het in januari 2006
gestarte implementatieproject Vroege herkenning en behandeling van
ondervoeding in Nederlandse ziekenhuizen. Dit project is onderdeel van
het Sneller Beter programma van het Ministerie van VWS. Hinke
Kruizenga promoveert 17 mei.
Ondervoeding komt in de Nederlandse ziekenhuizen vaak voor, namelijk
25 tot 40%. Bij slechts de helft van deze patiënten wordt de
ondervoeding gediagnosticeerd en kan er een voedingsbehandeling worden
gestart. Terwijl het ziektebeloop en herstel juist ongunstig wordt
beïnvloed door een inadequate voedingstoestand; zowel in
ziekenhuisopnameduur, kwaliteit van leven en kans op complicaties. De
afdeling diëtetiek & voedingswetenschappen van VU medisch centrum
ontwikkelde daarom een instrument waarmee verpleegkundigen met drie
eenvoudige vragen elke nieuw opgenomen patiënt kunnen screenen op
ondervoeding. Aan deze screening is een geprotocolleerd behandelplan
verbonden: de ondervoede patiënten krijgen twee keer per dag een
tussendoortje uit het assortiment van de speciaal ontworpen SNAQ-kar
en er is extra aandacht voor de hoofdmaaltijden. Zo nodig wordt een
diëtist ingeschakeld.
* Hinke Kruizenga doet in haar proefschrift verslag van de
ontwikkeling en validatie van de SNAQ (Short Nutritional
Assessment Questionnaire). Door gebruik van de SNAQ verbetert de
herkenning van ondervoeding van 50% naar 80% in het ziekenhuis en
van 15% naar 70% op de hoog-risicoafdelingen van de polikliniek.
Verder wordt de voedingsbehandeling in een eerder stadium van de
medische behandeling gestart. Analyse van de effectiviteit en de
kosteneffectiviteit van vroege herkenning en behandeling van
ondervoeding middels de SNAQ laat zien dat de kosten van de
screening en de extra voedingsbehandeling ruim opwegen tegen de
besparing van kosten door verkorting van de opnameduur.
Implementatie van deze aanpak kan / zal op macroniveau leiden tot
kwaliteitsverbetering van de voedingszorg en kostenbesparing door
verkorting van de opnameduur van ondervoede patiënten.
Vrije Universiteit Amsterdam