Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk
AI/CB/06/33871

Onderwerp Datum
Jaarverslag Arbeidsinspectie 2005 18 mei 2006

Hierbij ontvangt u het Jaarverslag 2005 van de Arbeidsinspectie.

In Hoofdstuk 1 van het jaarverslag wordt een totaalbeeld gegeven van de prestaties en resultaten van de Arbeidsinspectie en worden tevens de kerncijfers genoemd. De andere hoofdstukken geven per taakgebied (arbeidsomstandigheden, arbeidsmarktfraude, major hazard control en overige activiteiten) een wat uitvoeriger weergave van de in het `veld' waargenomen ontwikkelingen en bieden inzicht op welke wijze de Arbeidsinspectie daarop heeft ingespeeld of nog zal inspelen. In de bijlagen worden de cijfers en gegevens gedetailleerder weergegeven en toegelicht.

Belangrijkste prestaties Arbeidsomstandigheden en werk-en rusttijden In de (39) uitgevoerde inspectieprojecten is steeds meer nadruk komen te liggen op het bereiken van een maatschappelijk effect. Dit uit zich in intensivering van het overleg met sociale partners, beleidsdirecties en andere overheden over de uitvoering en resultaten van de inspectieprojecten. In 50 % van de projecten was op de een of andere manier sprake van samenwerking met andere (Rijks)inspectiediensten. In het jaarverslag zijn voorbeelden uit verschillende sectoren opgenomen. De voorbeelden laten zien hoe door de betrokken `partijen in het veld', naar aanleiding van inspectieprojecten van de AI, follow-up activiteiten zijn ondernomen om tot structurele verbetering van het nalevingsniveau in de gehele branche of sector te komen.
Tegelijkertijd is geconstateerd dat de overheid sterke impulsen moet (blijven) geven, om de beoogde zelfwerkzaamheid van sociale partners en brancheorganisaties tot stand te brengen of levend te houden.
De productie ten aanzien van het taakveld arbeidsomstandigheden, is in 2005 op een vergelijkbaar niveau gebleven als in 2004 (in 2005 zijn 20.751 inspectietrajecten afgerond en in 2004 waren dat 20.688 inspectietrajecten). Bij 56 % van deze inspecties moest i.v.m. een of meer geconstateerde overtredingen handhavend worden opgetreden.
De meest voorkomende overtredingen lagen op het terrein van:

· onveilige arbeidsmiddelen (machines, werktuigen, gereedschappen, installaties),

2


· ondoelmatige inrichting van arbeidsplaatsen/werkplekken;

· te hoge fysieke belasting van werknemers;

· ondoelmatige of in het geheel geen be- of afscherming tegen gevaarlijke stoffen en biologische agentia;

· een tekortkomende of ontbrekende (wettelijk verplichte) risico inventarisatie & -evaluatie

In 2005 zijn 2350 ongevallen onderzocht (in 2004 waren dat 2634 ongevallen). Daarnaast werden 1918 klachten van werknemers over hun arbeidsomstandigheden onderzocht (2440 klachten in 2004). Er kan nog geen sluitende verklaring voor deze terugval worden gegeven, althans geen andere dan het voorkomen van min of meer `natuurlijke' fluctuaties rond lange-termijngemiddelden.
Er zijn 2433 bestuurlijke boetes in het kader van de Arbowet opgelegd, waarvan 154 aan werknemers. Het ging daarbij om bijna 7 miljoen aan opgelegde boetes, waarvan 17.402,- aan werknemers.
In het kader van de Arbeidstijdenwet zijn 135 boetes opgelegd, voor een totaalsom van 31.525,-.

De AI is - met alle onzekerheden die er nog zijn - in 2005 met de voorbereiding op de invoering van de nieuwe Arbowet gestart, inclusief een daarop gebaseerd nieuw inspectiebeleid.

Aanpak arbeidsmarktfraude (illegale tewerkstelling)
In 2005 is weer actief door de AI tegen illegale tewerkstelling opgetreden. Dit ging voor het eerst gepaard met de inzet van de bestuurlijke boete. De slagkracht werd hierdoor aanzienlijk verhoogd, enerzijds door het `lik-op-stuk effect', anderzijds vanwege de aanzienlijke verhoging van de sanctiebedragen.
Tegelijkertijd is in 2005 het aantal inspecteurs verder uitgebreid, waarmee de AI bijna op het beoogde niveau (van 131 naar 170 inspecteurs, begin 2006 zullen het er uiteindelijk 180 zijn) voor de handhaving van de Wet arbeid vreemdelingen is gekomen.
In 2005 zijn 8600 opsporingszaken gestart, tegen 6330 opsporingszaken in 2004. Van de 2641 ontvangen meldingen en tips, zijn er 1800 in onderzoek genomen (deze zijn overigens onderdeel van het totaal aan 8600 zaken).
1395 van de voornoemde opsporingszaken zijn binnen de context van interventieteams, waarin met andere opsporingsdiensten wordt samengewerkt, uitgevoerd.
In totaal werd in 2200 gevallen een bestuurlijke boete voor één of meer overtredingen opgelegd. Hierbij ging het om ca. 4650 opgespoorde illegaal werkenden. Het totaal aan in 2005 opgelegde boetes bedroeg circa 13,2 miljoen. Van de opgespoorde illegaal werkenden hadden er 1532 de Poolse nationaliteit (veruit de grootste groep), 644 was Chinees, 562 Turks, 439 Bulgaars en 102 Marokkaans. In alle andere gevallen ging het om aantallen die onder de honderd lagen.

Hoewel de effectiviteit van de nieuwe aanpak nog niet met zekerheid kan worden bepaald, bestaat de indruk dat de combinatie van verhoogde inspectiedruk en forse beboeting, een duidelijk preventieve werking heeft. Zo was bijvoorbeeld in de Land- en tuinbouwsector sprake van een aanzienlijke verhoging van het aantal aangevraagde tewerkstellingsvergunningen voor met name werknemers uit Midden- en Oost-Europese landen, hetgeen op een verschuiving van illegale naar legale tewerkstelling duidt.

3

Preventie risico's op zware ongevallen (Major Hazard Control)
In het kader van de taken ten aanzien van het Besluit Risico Zware Ongevallen (BRZO), wordt steeds nadrukkelijker met en tussen de betreffende instanties samengewerkt. Gebrekkig onderhoud(smanagement) blijkt de oorzaak voor veel van de ongevallen die in de z.g. BRZO-bedrijven voorkomen. Dit is een zorgelijke ontwikkeling, die inmiddels stevig bij de branche is aangekaart.
In 2005 is de nieuwe regeling voor de Aanvullende Risico-inventarisatie (ARIE) van kracht geworden.
Ten aanzien van de major hazard control, is de productie v.w.b. de aantallen onderzoeken, inspecties en beoordelingen, fors toegenomen (369 zaken in 2005 tegen 221 in 2004). Naast geringe uitbreiding van de capaciteit, heeft dit vooral te maken met de verbetering van de efficiency.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(H.A.L. van Hoof)