Vrije Universiteit Amsterdam

Brasz scriptieprijs 2005 voor Mieke van Tankeren
Moreel portret van de Nederlandse ideële sector

De morele lat voor goededoelenorganisaties ligt hoog; wie het goede nastreeft moet zelf ook 'deugen'. Bedrijfsmatig en moreel denken staan echter vaak op gespannen voet met elkaar, concludeert VU-alumna Mieke van Tankeren in haar scriptie over integriteit en integriteitsbeleid van Nederlandse ideële organisaties. Met haar onderzoek Moreel portret van de Nederlandse ideële sector won zij de H.A. Brasz-scriptieprijs voor de beste bestuurskundige scriptie van 2005.

Het onderzoek van Van Tankeren bestond onder meer uit een grootschalige enquête onder de directeuren van 150 goededoelenorganisaties. Een greep uit de conclusies:


* Driekwart van de goededoelenorganisaties ziet betrouwbaarheid als haar belangrijkste waarde.
* Goededoelenorganisaties maken veel gebruik van (lichte) vormen van misleiding bij fondsen­werving en campagnevoeren, de scheidslijn tussen acceptabele en onacceptabele vormen van misleiding is onduidelijk.
* Veel organisaties hebben financiële bindingen met bedrijven, maar men is daarover in het algemeen weinig transparant, waardoor potentiële beïnvloeding en belangen­verstrengeling aan het oog onttrokken worden.
* Bijna de helft van de onderzoeken naar (vermeende) integriteitsschendingen binnen goededoelen­organisaties heeft betrekking op schendingen in de categorie fraude en diefstal en een kwart op ongewenste omgangsvormen, in het bijzonder seksuele intimidatie.
* De geschatte omvang van onder werktijd e-mailen, internetten en telefoneren voor privé-doeleinden is in ideële organisaties twee keer zo hoog als in het bedrijfsleven en bij de overheid.
* Anno 2005 heeft bijna de helft van de goededoelenorganisaties een gedragscode. Die gedragscode is in de meeste gevallen niet publiekelijk verkrijgbaar, waardoor buitenstaanders de organisaties er niet op aan kunnen spreken.

Volgens van Tankeren is ethische reflectie en de ontwikkeling van eigen integriteitsbeleid noodzakelijk. Samen met de medewerkers een gedragscode ontwikkelen die is toegespitst op de eigen organisatie staat daarbij voorop. Met antwoord op vragen als: 'hoe hebben sponsorcontracten en de contacten met het bedrijfsleven die daaruit voortvloeien, invloed op het eigen beleid?'en 'in welke mate beperkt transparantie het handelen en in hoeverre bevordert het de betrouwbaarheid?'

Uit het juryrapport: 'Ik vind het rapport van Van Tankeren nog beter dan de andere, omdat zij onmiddellijk uitvoerbare adviezen geeft, die mijns inziens van grote praktische betekenis zijn en rechtstreeks zijn afgeleid uit haar onderzoeksbevindingen.'

Mieke van Tankeren studeerde Beleid, Communicatie en Organisatie aan de Vrije Universiteit en schreef haar scriptie bij de onderzoeksgroep Integriteit van Bestuur. In 2005 studeerde zij cum laude af. De VU heeft de scriptie uitgebracht als tweede deel in de reeks Dynamics of Governance (ISBN-10: 90-78223-02-2).