Sociaal-Economische Raad

SER-PERSBERICHT

19 mei 2006

Raad bezorgd over dreigende personeelstekorten in zorg en onderwijs

De SER heeft vandaag in een unaniem advies aan het kabinet zijn grote zorg uitgesproken over dreigende knelpunten op de arbeidsmarkt voor zorg, welzijn en onderwijs. De vergrijzing speelt hierbij een belangrijke rol. In de onderwijssector ontstaat een grote vervangingsvraag doordat veel leerkrachten met pensioen gaan; in de zorgsector neemt de vraag naar personeel toe door een stijgende zorgconsumptie. Een stijgende vraag naar personeel in de collectieve sector kan een druk leggen op de arbeidsmarkt als geheel, waardoor kans op loonopdrijving ontstaat. Een tekort aan personeel zal de dienstverlening nadelig beïnvloeden.

Er is zowel algemeen als gericht beleid nodig om knelpunten te voorkomen: algemeen beleid ter vergroting van de arbeidsparticipatie en bevordering van het opleidingsniveau van de beroepsbevolking, en gerichte maatregelen voor de sector zorg en welzijn.

AbvaKabo-voorzitter Edith Snoey vond namens de drie vakcentrales dat het advies goed de urgentie en de oplossingsrichtingen aangeeft voor de dreigende personeelstekorten in de collectieve sector. Naast de mix van algemeen beleid en gerichte maatregelen is het ook noodzakelijk dat CAO-partijen in de collectieve sector voldoende financiële ruimte krijgen om een goed arbeidsvoorwaardenpakket samen te stellen. Daar ontbrak het de afgelopen jaren aan, vond zij. Verder zei ze dat, hoewel het advies vooral over zorg, welzijn en onderwijs gaat, er ook in andere delen van de collectieve sector problemen zijn te verwachten.

Ook MKB-Nederland-voorzitter Loek Hermans - sprekend namens de drie centrale ondernemersorganisaties - vond dat hier sprake was van een zeer urgent probleem. Een tekortschietende publieke dienstverlening kan immers desastreus zijn voor publiek en bedrijfsleven. Ook kan de krapte op de arbeidsmarkt leiden tot loonopdrijving. Eén van de oplossingsrichtingen is het vergroten van het arbeidsaanbod, bijvoorbeeld door taakherschikking, stimuleren van langer doorwerken en uitbreiding van het dienstverband van parttimers. Belangrijk is dat fiscale belemmeringen hierbij worden weggenomen. Ook moeten er voldoende stageplekken en leerwerkprojecten worden gecreëerd, logistieke werkprocessen worden verbeterd en kan de ontwikkeling van ICT wel een tandje hoger. Volgens Hermans is de problematiek zo groot dat de aanpak ervan niet kan wachten op het volgende kabinet. Er moet nú al een oplossing komen voor de financiering ervan, vond hij.

Het kroonlid Margo Vliegenthart bracht in herinnering dat zij als staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport eind jaren negentig te maken kreeg met lange wachtlijsten in de zorg door te krappe budgetteringskaders, met als gevolg een 'ongelofelijk' hoge werkdruk en een hoog ziekteverzuim. Operatiekamers konden niet worden gebruikt bij gebrek aan OK-verpleegkundigen en de Thuiszorg kon niet iedereen de noodzakelijke hulp geven. Hierdoor liep het imago van de beroepen in de zorg een deuk op. Er ontstond een grote uitstroom van verpleegkundigen die kozen voor beter betaald werk in de marktsector, terwijl de instroom afnam. Toen het economisch beter ging en er meer financiële ruimte ontstond om de problematiek aan te pakken, zat men dan ook met een gebrek aan personeel. Veel maatregelen hebben daardoor pas op termijn effect gehad. Nu de wachtlijsten voor een groot deel zijn weggewerkt, staan we opnieuw voor een probleem, dat nu echter structureel is geworden door de komende vergrijzing.

Vliegenthart onderschreef de in het advies bepleite maatregelen als imagoverbetering en een grotere maatschappelijke waardering van de beroepen in de zorg en het onderwijs. Zij bepleitte meer ruimte voor professionele verantwoordelijkheid, functiedifferentiatie en minder bureaucratie. Ook de arbeidsvoorwaarden moeten verbeterd worden. Ze zouden volgens haar gelijk op moeten gaan met de markt.

Vliegenthart stelde voor het advies mét alarmbel naar het kabinet te sturen.