European Union



RAAD VAN

DE EUROPESE UNIE

NL

P/06/70

Brussel, 15 mei 2006

9364/06 (Presse 143)

Verklaring van het voorzitterschap namens de EU over maatregelen van de Egyptische autoriteiten tegen activisten van de civiele samenleving

De EU heeft met bezorgheid de ontwikkelingen in Egypte gevolgd, waar verscheidene demonstraties hebben plaatsgevonden naar aanleiding van de recente verlenging van de noodtoestand in Egypte en van de lopende disciplinaire procedures tegen twee Egyptische rechters voor onder andere kritiek op het verloop van de Egyptische parlementsverkiezingen van 2005. De schaal van het optreden van de politie, evenals de hardhandige wijze waarop de demonstraties zijn beteugeld, lijken buitenproportioneel.

De Europese Unie spreekt er haar bezorgdheid over uit dat veel mensen die aan deze demonstraties hebben deelgenomen, zijn gearresteerd en worden vastgehouden. De Europese Unie is er met name bezorgd over dat, volgens de advokaten van de gedetineerden, een aantal van hen zijn gearresteerd onder de bepalingen van de noodtoestand, bijvoorbeeld zonder arrestatiebevel, een procedure die alleen onder de noodtoestand is toegestaan.

De Europese Unie neemt nota van het besluit de noodtoestand met nogmaals twee jaar te verlengen, waarbij tevens is aangekondigd dat deze niet tot na 2008 verlengd zal worden. De Europese Unie herinnert aan de toezeggingen in het verkiezingsprogramma van president Mubarak van 2005 om politieke hervormingen in te voeren, met name aan de belofte om de noodtoestand op te heffen.

Na de verlenging van de noodtoestand heeft de regering van Egypte verklaard dat de noodtoestand niet zou worden gebruikt tegen de politieke oppositie, maar alleen ter bestrijding van terrorisme. De Europese Unie dringt er bij de Egyptische autoriteiten op aan, de toepassing van de wet inzake de noodtoestand te beperken tot gevallen van terrorisme, en de noodtoestand zo spoedig mogelijk te beëindigen.

De Europese Unie roept de Egyptische regering op, activisten van de civiele samenleving en andere politieke krachten toe te staan vrijelijk hun mening te uiten, vreedzame demonstraties en vrijheid van vergadering toe te staan, en de openbare orde te handhaven met transparante en evenredige wettelijke procedures.

De toetredende landen Bulgarije en Roemenië, de kandidaat-lidstaten Turkije, Kroatië* en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië*, de landen van het stabilisatie- en associatieproces en mogelijke kandidaat-lidstaten Albanië, Bosnië en Herzegovina, Servië en Montenegro, en de EVA-landen IJsland, Liechtenstein en Noorwegen, die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, alsmede de Republiek Moldavië, sluiten zich bij deze verklaring aan.


* Kroatië en de Voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië blijven deelnemen aan het stabilisatie- en associatieproces.