Federale regering Belgie
Administratieve bijstand
(2006-05-19)
Persbericht van de Ministerraad
Goedkeuring van het Akkoord over wederzijdse administratieve bijstand
tussen België en Oezbekistan
De ministerraad keurde het voorontwerp van wet goed, houdende
goedkeuring van het Akkoord over wederzijdse administratieve bijstand
in douanezaken tussen België en de Republiek Oezbekistan (*). Het
voorontwerp is een voorstel van de heer Karel De Gucht, Minister van
Buitenlandse zaken.
Het Akkoord versterkt de strijd tegen de douanefraude en de fiscale
fraude op internationale schaal, door middel van een nauwere
samenwerking tussen het Oezbeekse Staatscomité der Douane en de
Belgische Administratie der douane en accijnzen.
De Douaneadministraties willen zo bijdragen tot de bescherming van de
fiscale, economische en sociale belangen van de twee landen en van de
Europese Unie.
Om dat doel te bereiken behelst het Akkoord een wederzijdse bijstand
voor de juiste heffing van douanerechten en andere belastingen, voor
de juiste tariefindeling en voor de voorkoming, de opsporing en de
bestraffing van inbreuken op de douanewetgevingen.
De samenwerking bestaat hoofdzakelijk uit de mededeling van
inlichtingen of onderzoeksresultaten, maar ze kan ook bestaan uit het
houden van een bijzonder toezicht op verdachte personen, goederen of
vervoermiddelen.
Het Akkoord bevat voor elke partij ook de mogelijkheid om ambtenaren
te machtigen om als getuige te verschijnen voor de rechtbanken van de
andere Partij.
Ambtenaren van één van de administraties kunnen bovendien worden
gemachtigd om in een raadgevende hoedanigheid aanwezig te zijn bij de
onderzoeken van de ambtenaren van administratie van de andere Partij
op het grondgebied van die laatste.
Dezelfde ambtenaren kunnen worden gemachtigd om dossiers te raadplegen
die worden bijgehouden op de kantoren van de andere administratie en
die verband houden met een douanemisdrijf en zich kopie van die
dossiers te laten overhandigen.
Een aantal waarborgen en bijzonderheden worden gegeven in verband met
het vertrouwelijk karakter van de op basis van het Akkoord verkregen
inlichtingen en documenten.
Het Akkoord bepaalt dat de Europese Commissie kennis kan krijgen van
de in het kader van de wederzijdse bijstand uitgewisselde
inlichtingen, indien die betrekking hebben op fraudes en
onregelmatigheden op het gebied van de douane die een
gemeenschappelijk belang hebben.
(*) ondertekend te Tashkent op 1 november 2002.