Sociaal-Economische Raad

SER-PERSBERICHT

18 mei 2006

OPENBARE RAADSVERGADERING 19 MEI

Morgenochtend komt de Sociaal-Economische Raad om 10.15 uur in openbare vergadering bijeen. U bent van harte uitgenodigd deze vergadering bij te wonen. Op de agenda staan twee ontwerpadviezen: Cofinanciering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid en Voorkomen arbeidsmarktknelpunten collectieve sector. Bij het agendapunt Actualiteiten zal het nieuwe raadslid Judith Ploegman, voorzitter van FNV Jong, het woord voeren over haar inzet in de SER.

Cofinanciering van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid

Betalingen aan boeren moeten duidelijker worden gekoppeld aan maatschappelijk gewenste prestaties, zoals onderhoud van het landschap. Dat is volgens het ontwerpadvies nodig voor de maatschappelijke legitimatie van het gemeenschappelijk landbouwbeleid op langere termijn. Het is daarom een goed idee als de inkomenstoeslagen aan boeren gezamenlijk worden gefinancierd door de EU en de lidstaten (cofinanciering), en niet alleen door de EU, zoals nu gebeurt. De waardering van natuur- en landschapswaarden is primair een regionale of nationale aangelegenheid. Cofinanciering schept meer ruimte om op dat niveau passende afwegingen te maken, aldus het ontwerpadvies.

Voorkomen arbeidsmarktknelpunten collectieve sector

De SER deelt de zorg van het kabinet over verwachte personeelstekorten in de collectieve sector, aldus het ontwerpadvies. Vooral het onderwijs en de zorgsector kunnen forse knelpunten verwachten. De vergrijzing speelt hierbij een belangrijke rol. In de onderwijssector ontstaat een grote vervangingsvraag doordat veel leerkrachten met pensioen gaan, in de zorgsector neemt de vraag naar personeel toe door een stijgende zorgconsumptie. Een stijgende vraag naar personeel in de collectieve sector kan een druk leggen op de arbeidsmarkt als geheel, waardoor kans op loonopdrijving ontstaat.

Volgens het ontwerpadvies is beleid nodig om knelpunten te voorkomen: algemeen beleid ter vergroting van de arbeidsparticipatie en bevordering van het opleidingsniveau van de beroepsbevolking, en gerichte maatregelen voor de sector zorg en welzijn.