Ingezonden persbericht


Flexibele arbeidsmarkt vraagt om flexibel denken, ook door de vakbond

Sinds de oppepper op het museumplein is nog niet zo veel veranderd. De vakbond blijft leden verliezen en is niet herkenbaar als belangenorganisatie voor de jonge generatie. Dat kan en moet anders. De vakbond moet laten zien dat ze wat kan betekenen voor de nieuwe generatie werkenden, te beginnen met het mogelijk maken van flexibel werken met zekerheden, zorgen voor de juiste regelingen op het juiste moment en door goed te luisteren naar jongeren.

De huidige arbeidsmarkt is flexibel en dat vraagt om flexibel denken door de vakbond. Jongeren werken niet meer hun hele leven bij dezelfde baas, maar in de CAO merk je daar nu nog te weinig van. In CAO's moet veel meer ruimte komen voor opleiding en flexibilisering. Flexwerkers, zelfstandigen en jobhoppers krijgen nog te weinig prioriteit van de vakbeweging. Zij vormen een gat in de markt. De vakbond moet in dit gat springen en de spreekbuis zijn voor deze nieuwe generatie werkenden in Nederland. Andere vormen van lidmaatschap die beter aansluiten bij flexibel werken en inspraak in CAO's voor iedereen zal de betrokkenheid van de nieuwe generatie werkenden vergroten. Slimmer gebruik van internet kan hier voor een groot deel aan bijdragen. Flexibele jongeren hoeven echter niet het wisselgeld te vormen voor economische laagconjunctuur of veranderende arbeidsmarkten. In deze flexibele arbeidsmarkt is het niet nodig om ook een onredelijke lange proeftijd en ontslagrechtversoepeling in te voeren. Jongeren verlangen eveneens een bepaalde mate van zekerheid. Dit kan worden verkregen door continue scholing. Daarnaast door in de CAO mogelijkheden te bieden door te stromen naar ander sectoren of bedrijven waar voldoende werkgelegenheid is. In tijdelijke contracten is opleiding en training een must. O&O fondsen moeten toegankelijker worden voor flexwerkers.

De vakbond moet opnieuw ontdekken wat behoort tot de kerntaken van de vakbeweging. CNV heeft al iets van die kerntaak tot uitdrukking laten komen door in te zetten op "plezier in werk". En plezier in werk zullen we zeker nodig hebben in de toekomst waar langer en meer werken noodzakelijk is om de kosten van de vergrijzing enigszins betaalbaar te houden. De vakbond moet er voor zorgen dat de juiste regelingen op het juiste moment in gezet kunnen worden. Voor jonge gezinnen is dit erg belangrijk. De levensloopregeling op krediet kan bijvoorbeeld zorgen voor een betere aansluiting van werk en vrije tijd op het privé-leven. Daarnaast staan kinderopvang als basisvoorziening en regelmogelijkheden in het werk hoog op het verlanglijstje van CNV Jongeren. Oudere werknemers hoeven niet tot hun vijfenzestigste op hun tandvlees te lopen om de eindstreep te halen. Demotie (minder verantwoordelijkheid, minder loon) kan bijdragen aan gezond ouder worden. Dit zou de gewone gang van zaken op de arbeidsmarkt moeten worden.

CNV Jongeren wil dat de ogen en oren van de vakbond open gaan voor ideeën en behoeftes van jongeren. Datzelfde vragen wij ook van de beleidsmakers in Den Haag en bijvoorbeeld van de Taskforce jeugdwerkloosheid. Luister naar wat jongeren te zeggen hebben. De inbreng van jongeren in plannen om jeugdwerkloosheid terug te dringen, om geschikte stageplaatsen te vinden en discriminatie te voorkomen, mag niet tot een voetnootje worden gemarginaliseerd. Jongeren in de vakbond en daarbuiten zijn zeer goed in staat aan te geven waar verbetering mogelijk is. CNV Jongeren is de jongerenvakbond die zich sterkt maakt voor jongeren met een achterstand op de arbeidsmarkt. Jongeren met een handicap, gediscrimineerde allochtone jongeren en voldoende geschikte stageplaatsen staan daarom hoog op onze agenda.

Klaas Pieter Derks, voorzitter CNV Jongeren

Voor nadere informatie
Debby Houtgraaf: 06-42038627


---- --