Ingezonden persbericht

Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie
|Datum|:|19 mei 2006                                                      |
|Titel|:|Succesvol Nationaal Paardencongres                               |

Succesvol Nationaal Paardencongres

ERMELO (KNHS) - Het Nationaal Paardencongres dat vandaag plaatsvond in het Auditorium van Rabobank Nederland in Utrecht, had als thema 'elk natuurterrein toegankelijk voor de paardensport'. De inzichten van de verschillende sprekers gaven vooral op één punt duidelijkheid. Om het thema van de dag te veranderen van sprookje tot werkelijkheid, is samenwerking het sleutelwoord.

Het Nationaal Paardencongres 2006 werd geopend door Johan Lokhorst, voorzitter van de Sectorraad Paarden, het samenwerkingsverband tussen de organisaties in de paardenhouderij en de Produktschappen voor Vee, Vlees en Eieren (PVE). Hij ontving van de heer Gostelie, voorzitter van de werkgroep Welzijn van de Sectorraad Paarden de beleidsnota 'Welzijnsbevordering Paard' en van de heer Kraakman van de FNRS kreeg hij het rapport 'Paardenhouderij en Ruimtelijke Ordening'. Na de opening van de heer Lokhorst, stond professor Ab Barneveld van de Universiteit van Utrecht stil bij hoe het welzijn van paarden kan verbeteren met voldoende en goede beweging.

Koe-paard
Minister Veerman wist prachtig te verwoorden hoezeer het aantal paarden in de Nederlandse weilanden de laatste tientallen jaren is toegenomen: "Vroeger, toen mijn kinderen klein waren, hadden mijn vrouw en ik een hele serie trucs om ze rustig te houden op de achterbank tijdens lange autoritten. Meest favoriet was het spelletje Koe-paard. Zagen we een koe, dan moesten de kinderen stil zijn. Zagen we een paard, dan mochten ze weer praten. Het werkte perfect, de kinderen waren de hele weg stil, want er waren veel meer koeien dan paarden. Gelukkig zijn er tegenwoordig draagbare DVD spelers, want de koeientruc werkt niet meer. We zien immers steeds meer paarden in de wei."

Visie van Veerman
Cees Veerman gaf vandaag een voorschot op zijn visie op de paardenhouderij en het landschap in Nederland. In juni wordt de visie aangeboden aan de Tweede Kamer. Het ministerie van LNV gaat de aandacht voor paarden en paardenhouderij in onderzoek en onderwijs verbeteren. Dit kan een belangrijke bijdrage leveren aan professionalisering van de sector. Ook wordt in kaart gebracht hoe het staat met recreatieve voorzieningen zoals ruiterpaden. Voor de paardenhouders geldt dat het mede hun verantwoordelijkheid is ervoor te zorgen dat het Nederlandse landschap haar aantrekkelijkheid niet verliest. Door de beperkte ruimte in Nederland zo slim mogelijk te benutten, zou dit voorkomen kunnen worden. "Wie weet", sloot Veerman zijn betoog af, "krijgen we die Nederlandse kinderen op de achterbank zelfs nog eens zo gek dat ze de DVD uitzetten om vol bewondering naar de paarden in het landschap te kijken."

Vijfhonderd en één
Gerda Verburg van het KNHS federatiebestuur gaf aan dat de paardensport blijft groeien, in de afgelopen vijf jaar zelfs met 16% naar 456.000 paardensporters. Zij pleitte in haar lezing voor een nieuw bondgenootschap tussen natuurliefhebbers en paardenliefhebbers. Van de 2500 natuurterreinen is 85% opengesteld voor wandelaars en fietsers. Slechts 500 natuurgebieden zijn opengesteld voor recreatieve paardensporters. Sinds vandaag zijn dat er overigens 501. Tijdens zijn lezing kondigde Teo Wams van Natuurmonumenten namelijk aan dat dankzij de samenwerking tussen KNHS en Natuurmonumenten, de beheerders van het natuurgebied Deelerwoud geen reden meer zien dit gebied voor paardensporters gesloten te houden.

Emotie
Hans ten Cate, lid van de Raad van Bestuur van Rabobank Nederland vertelde dat het aantal hippische ondernemers tussen 1991 en 2000 nog met bijna 35% groeide. In de periode tussen 2001 en 2004 bedroeg de groei nog maar nauwelijks 5%. Hippische ondernemers draaien op emotie. Het merendeel doet zijn of haar werk niet om zoveel mogelijk te verdienen, maar vindt het voldoende om brood op de plank te hebben. Veruit de meeste mensen beginnen een hippisch bedrijf puur omdat ze graag met paarden willen werken. Slechts 20% wil met zijn bedrijf een goed inkomen genereren. Allemaal emotie dus. "Maar", vervolgt hij, "met emotie alleen red je het niet." Hippische ondernemers hebben vaak nauwelijks besef van de werkelijke kosten van hun product. Een structurele aanpak op basis van goed onderbouwde ondernemingsplannen kunnen er voor zorgen dat de groei van hippische ondernemingen de aankomende vijf jaar weer toeneemt.