Gemeente Meppel


Postbus 501
7940 AM Meppel
Stadhuis Grote Oever 26
tel. (0522) 850500

Koninklijke Onderscheiding voor de heer en mevrouw Koopman (19-5-2006)

Toespraak van de Burgemeester van Meppel, de heer Mr. Joh. C. Westmaas, bij de uitreiking van een Koninklijke Onderscheiding aan de heer en mevrouw Koopman tijdens het symposium Verdwenen dieren terug in de natuur ter gelegenheid van 25 jaar Ooievaarsstation De Lokkerij op 20 mei 2006 in Schouwburg Ogterop te Meppel.

Dames en Heren,

In mijn bijdrage aan dit symposium wil ik u aantonen dat âooievaars weer van Meppel houden dankzij vrijwilligerswerkâ. Ik doe dat aan de hand van het verhaal dat gaat over twee geweldige, zeer betrokken vrijwilligers.

Ik neem u mee naar het jaar 1978. Een zekere heer en mevrouw Koopman (Frits en Els voor hun vrienden) betrekken hun huidige woning De Lokkerij in het Reestdal. Bezorgd zijn ze om het uitsterven van de zo geliefde ooievaar. Na veel denkwerk en gesprekken, met o.a. natuurbescherming, gaan de voorbereidingen van start voor het opzetten van een ooievaarsstation. In 1981 start het project met 10 nesten in een biotoop in het Reestdal met voor de ooievaar uitermate gunstige condities. Een hobby noemden ze hun project, maar wel een snel groeiende hobby.

Geweldig leuk en belangrijk vrijwilligerswerk voor beiden maar ook voor de ooievaars. Vrijwilligerswerk kost veel tijd; vrijwilligerswerk is niet vrijblijvend, zeker niet als het vrijwilligerswerk levende have betreft. Het wordt wel wat lastig en moeilijker als de heer Koopman (Frits) in 1989 zijn gewone dagelijkse werk verlegt van Meppel naar Schagen. Geen probleem, want als je allebei vrijwilliger bent dan los je dat in goed onderling overleg op. Op de doordeweekse dagen ging mevrouw Koopman (Els) de ooievaars in de buitenkooien verzorgen als ook de vele ooievaarsnesten. De overige dagen van de week is de heer Koopman (Frits) actief of delen ze het werk.

In 1994 kiezen Frits en Els - na de pensionering van Frits - er voor om van hun vrijwilligerswerk een gezamenlijke dagtaak van te maken.

Het werk en de niet aflatende inzet van Frits en Els - mijn voorbeelden van vanmiddag - heeft er toe geleid dat er nu gesproken kan worden van het grootste buitenstation van Nederland. Het station strekt zich uit van Zuidwolde tot Vollenhove. 160 Nesten en jaarlijks 300 tot 400 jongen. En dan nog die ca. 60 vaste overwinteraars die jaarlijks moeten worden bijgevoederd. De mare onder de ooievaars over het gedrag van onze vrijwilligers verspreidt zich snel want in de winter trekken van heinde en verre nog eens 120 ooievaars in de richting van het station. Ook deze worden met liefde verzorgd en bijgevoerd. Dan komt het voorjaar en moeten de nesten gecontroleerd worden en waar nodig opgeknapt. En wat dacht u van het werk dat het ringen van de ooievaars en het verzorgen van de zieke dieren in de couveuse nog aan tijd vergt.

Veel werk, te veel werk voor twee vrijwilligers. Inmiddels worden zij ook al jaren bijgestaan door een 30-tal vrijwilligers, dat hun steentje bijdraagt aan de herintroductie van de ooievaar. Kunt u zich voorstellen dat ooievaars graag hier komen. Het is toch heerlijk om zo verzorgd te worden door mensen als Frits, Els en de door hen aangestuurde groep van overige betrokken vrijwilligers. Frits en Els, mensen die het een kwart eeuw geleden opnamen tegen de trend in van alleen maar kijken naar hoe dieren uit onze natuur verdwijnen. Je kunt er wat aan doen en zij (Frits en Els) hebben het gedaan. De ooievaars houden van hen.

Niet alleen voor ooievaars kun je wat betekenen, maar ook met ooievaars. Want de groei en het succes van De Lokkerij gaf ook ruimte aan mensen van een reïntegratietraject om actief te worden voor De Lokkerij en daarmee voor de ooievaar. En wat dacht u van de aandacht van de reclassering voor De Lokkerij. Want ook vanuit die invalshoek worden mensen ingezet om onder leiding van Frits en Els de ooievaars en hun nesten te verzorgen. En wat te zeggen van de ruim15.000 bezoekers die jaarlijks het informatiecentrum en de winkel bezoeken. Niet alleen bezoek maar ook voorlichting opdat de ooievaar zijn positie in dit gebied blijvend zal behouden. Al dat werk onder de bezielende leiding van Frits en Els.

Frits en Els, vrijwilligers met een volledige vrijwillige dagtaak. Initiërend, bestuurlijk en uitvoerend betrokken bezig op het terrein van natuurbescherming en dat alles met een tastbaar resultaat waarop we allemaal - mens en ooievaar - trots zijn. Als ik dat zo samenvat dan mag je zeggen dat we hier te maken hebben met twee vrijwilligers die werkzaamheden hebben verricht die voor de samenleving een bijzondere waarde hebben.

Kunnen wij wat terugdoen voor Frits en Els Koopman? Kunnen we meer dan alleen onze waardering uitspreken voor zulke gedreven vrijwilligers? Want hebben zij niet meer gedaan dan wat je gewoonlijk van iemand mag verwachten; steken zij als vrijwilligers eigenlijk niet - net als de door hen zo geliefde ooievaars - boven de omgeving uit? Ik denk van wel. Ik ben dan ook blij dat er vanuit de samenleving een voordracht bij mij is gekomen om u beiden een erkenning te overhandigen voor u beider werk.

Na lezing van die voordracht heb ik deze voorgelegd aan het zogenaamde âkapittel voor de civiele ordenâ. (Dat Kapittel is overigens gevestigd in Den Haag, de stad die de ooievaar in haar stadswapen heeft opgenomen). Dat Kapittel heeft vervolgens de voordracht voorgelegd op het allerhoogste niveau. Een antwoord op de voordracht heb ik inmiddels binnengekregen. Dat antwoord geeft mij de ruimte om het volgende te mogen mededelen.

Mijnheer Frederik Hendrik Koopman en mevrouw Elisa Maria Koopman, het is mij een eer en genoegen u beiden te mogen meedelen, dat het Hare Majesteit Koningin Beatrix heeft behaagd u te onderscheiden. U bent beiden door haar bij Koninklijk Besluit van 13 april 2006 benoemd tot lid in de Orde van Oranje Nassau.