Nederlands Sociaal Forum

Globalisering: gaan onze banen naar China of India?

In een workshop met zo'n 50 mensen probeerde ATTAC onze economische kennis op te vijzelen wat betreft globalisering. Waarom? Omdat volgens hen menig regeringsleider en werkgever ons met globalisering schrik aanjaagt zodat we onze lonen zouden moeten matigen en de sociale zekerheid goedkoper maken. Met name China zou ons weg concurreren met hun lage lonen. En als we niet uitkijken zou veel werkgelegenheid daarheen verdwijnen stellen zij. Om deze angsten te weerleggen hadden ze dr. Alfred Kleinknecht uitgenodigd, hoogleraar economie van de innovatie aan de TU Delft. Met andere economisch tabellen en theorie in de hand ging hij op de meest gehoorde argumenten in, niet gespeend van menig kritische kanttekening uit de zaal.

Er zijn drie hoofdargumenten die vaak naar voren worden gebracht die in zijn ogen niet kloppen. Allereerst dat onze lonen veel te hoog zouden zijn. De hoogte van de lonen, stel kleinknecht is niet het belangrijkste. Het gaat er ook om hoe productief een werknemer is. Voor een ondernemers is het belangrijker wat de loonkosten per eenheid product zijn. We zien dan dat landen met hoge lonen ook productiever zijn, en het aandeel lonen per product op lange termijn vaak gelijk trekken. Tweede veel gehoord argument is dat bedrijven tegenwoordig "footloose" zouden zijn en makkelijk hun productie naar het buitenland kunnen verplaatsen. Ook dat is niet waar, want veel bedrijven profiteren juist van elkaars nabijheid, van gespecialiseerde toeleveranciers en goed opgeleid personeel. Dat voordeel is niet makkelijk ergens anders te vinden.

Een laatste argument waar we niet bang voor hoeven te zijn is dat China onze banen en welvaart in zou pikken. Kleinknecht stelt dat China niet zozeer zich een steeds groter deel van de economie toe-eigent, maar die van de economische groei. In de geschiedenis hebben we zelden meegemaakt dat landen economisch krimpen. Door verdere ruil en arbeidsdeling kunnen ook wij uiteindelijk profiteren van de groei van China. Met name dat laatste argument maakte veel reacties los. Was vrijhandel niet juist hetgeen veel landen op de wereldmarkt in een zwakke positie dwong? Kleinknecht stelde dat niet zozeer de vrijhandel de oorzaak is, maar de ongelijke machtsrelaties wat leidt tot imperfecte marktwerking. Ook andere economische stellingen van Kleinknecht werden kritisch bevraagd. Maar de conclusie valt wel te trekken dat ook gevestigde economische theorie al veel tegenstrijdigheden aantoont in de hedendaags gebezigde retoriek wat betreft opkomende "concurrenten" als China. Nu nog de slag maken naar onze eigen economische argumenten. ATTAC heeft al aangekondigd meer van dit soort bijeenkomsten te gaan organiseren.

Alexander van Steenderen