Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland

Annelies Verstand: 'Zie mensen met handicap als individu'
---

Mensen met een handicap zijn er, ondanks dat ze beter geïntegreerd zijn geraakt in de maatschappij, de afgelopen tien jaar niet gelukkiger op geworden, meldde het SCP vorige week. Volgens Annelies Verstand-Bogaert laat het rapport zien dat verhoging van maatschappelijke participatie van gehandicapten te maken heeft met maatwerk en vraagsturing op vele gebieden.

Gepubliceerd in het Reformatorisch Dagblad van 16 mei 2006

Hoe ervaren mensen die een lichaam met beperkingen hebben gezondheid, hun lichamelijk welbevinden? In hoeverre beïnvloedt het hebben van beperkingen hun geestelijk geluk? Dat wat mensen zonder langdurige beperkingen als bijzonder moeilijk ervaren, is voor mensen met beperkingen dagelijkse kost: gelukkig zijn ondanks een lichaam met mankementen, voorbij aan het gezondheidsideaal.

Het rapport Gezond en wel met een beperking van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), dat vorige week is gepresenteerd, brengt de ervaren kwaliteit van leven op lichamelijk en geestelijk vlak in beeld, evenals de invloed van maatschappelijke participatie op dat welbevinden.

De eerste uitkomst uit het rapport is een open deur: het is niet meer dan logisch dat als je mensen met een handicap of een chronische ziekte vraagt naar de ervaring van hun lichamelijk welbevinden, zij daar negatiever op reageren dan mensen met een gezond lichaam. Dat kan iedereen met een beetje gezond verstand bedenken.

Veerkracht

Des te opmerkelijker is de uitkomst dat het ervaren van geestelijk functioneren tussen mensen met en zonder beperking minder verschilt. De Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland (CG-Raad) leest hierin de veerkracht van mensen met een handicap die zich niet laten bepalen door hun beperking. Wij kennen inderdaad veel mensen die in staat zijn zich niet te laten ringeloren door die beperking. Dat is een kracht die te weinig wordt gezien, waar gezonde mensen nauwelijks bij stilstaan.

Een van de opmerkelijkste uitkomsten van het onderzoek is de geringe invloed van maatschappelijke participatie op de ervaren kwaliteit van leven. In zekere zin legt het rapport daarmee de discrepantie bloot tussen de goede intenties van het overheidsbeleid en de materiële en immateriële zaken die er voor mensen met een handicap werkelijk toe doen. Louter het hebben van een baan maakt inderdaad niet gelukkig.

Het hebben van passend en leuk werk betekent al meer. Dat is voor mensen met een beperking niet anders dan voor mensen zonder. Mensen met een beperking hebben daarin dezelfde verantwoordelijkheid. Waar nodig moet echter wel worden voorzien in faciliteiten die de beperkingen die de arbeidshandicap met zich meebrengt, opheffen.

Inhoudelijker taken

Helaas kennen we in onze achterban genoeg mensen die niet of niet naar hun zin werken. Zo gemakkelijk is het vinden van passend werk niet. Blinde telefonisten die inhoudelijker taken aankunnen, mensen met veel pijn die op hun intellectuele niveau geen parttimefunctie kunnen vinden! Iemand met een beperkte handfunctie die het niet lukt werk te vinden

Het rapport gaat trouwens uit van toegenomen arbeidsparticipatie, maar voor de studie is gebruikgemaakt van cijfers over de periode 1993-2003. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) concludeerde echter vorig jaar september dat die participatie van arbeidsgehandicapten sinds 2002 langzaam aan het dalen is. Laten we over het gehalte van de arbeidsparticipatie dus vooral niet te hard juichen.

Wij zien in het rapport een stimulans om voort te gaan op de ingeslagen weg: het blijven bevorderen van fijnzinnige, persoonsgerichte arbeidsparticipatie. De hele maatschappij is geïndividualiseerd. Het is billijk dat we mensen met een handicap niet zien als vertegenwoordiger van een ongedifferentieerde massa, maar als individu: mens voor mens, met persoonlijke kennis, vaardigheden en interesses.

Onder andere hierom zetten wij ons actief in voor de modernisering van de Wet sociale werkvoorziening (WSW), die hopelijk in 2007 zijn beslag krijgt. Mensen met een WSW-indicatie zullen gefaciliteerd door een persoonsgebonden budget en begeleiding op maat hopelijk beter hun weg kunnen vinden naar banen die hun passen.

De geïndividualiseerde blik biedt ook ruimte aan mensen die dusdanig beperkt zijn dat participatie voor hen vooral betekent dat zij de regie over hun eigen leven en in hun sociale netwerk kunnen behouden.

Afhankelijkheid

Verder beschrijft het rapport herkenbaar het gevaar de eigen identiteit en autonomie te verliezen, onder andere door het gevoel geleefd te worden. Wij kennen maar al te goed de voorbeelden waarin de afhankelijkheid van voorzieningen mensen belemmert. Denk bijvoorbeeld aan situaties waarin de zorgverlener vaste tijden voor hulp bij toiletgang instelt, of vervoersregels die spontane en korte bezoekjes onmogelijk maken, of een hulpmiddelenleverancier die geen reparaties in het weekend doet, waardoor iemand zijn bed niet uit kan, laat staan op maandag kan gaan werken. Dit soort uitsluitingsmechanismen moet effectief bestreden kunnen worden. Daarvoor dient de individuele rechtsbescherming te verbeteren.

Verhoging van maatschappelijke participatie heeft dus niet alleen te maken met bijvoorbeeld het puur hebben van een baan, maar met maatwerk en vraagsturing op vele gebieden: arbeid, zorg en mobiliteit.

De auteur is voorzitter van de Chronisch zieken en Gehandicapten Raad Nederland.

(Geplaatst: 22 mei 2006)

---