RSJ positief over behoud TBS stelsel
Rsj
PERSBERICHT
Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming positief over behoud TBS-stelsel
De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (de Raad) deelt het oordeel van de
tijdelijke commissie onderzoek tbs dat de uitgangspunten en doelstellingen van het
TBS-stelsel niet achterhaald zijn. De Raad juicht het toe dat de commissie tot een
uitgebreide en evenwichtige analyse is gekomen van de bestaande problemen en onder de
maatschappelijke en politieke druk niet heeft gekozen voor snelle, politieke oplossingen.
Verbeteringen noodzakelijk, maar volledige uitsluiting recidiverisico onmogelijk
De Raad is het met de tijdelijke commissie onderzoek tbs eens dat verbeteringen
noodzakelijk zijn, maar dat ook dan niet ieder risico voor 100% kan worden uitgesloten.
De Raad reageert in eerste instantie op de volgende vier verbetervoorstellen van de
tijdelijke commissie onderzoek tbs. In een later uit te brengen advies aan de minister
van Justitie zal de Raad uitgebreider ingaan op de conclusies en aanbevelingen van de
commissie.
1. Verlenging termijn voorwaardelijke beëindiging van de tbs
Een verlenging van de termijn bij voorwaardelijke beëindiging voorziet in de behoefte
om langdurig - en zo nodig intensief - toezicht uit te oefenen op terbeschikkinggestelden
die niet langer binnen de muren behandeling behoeven maar bij wie nog wel toezicht en
controle nodig is ter voorkoming van recidive. De maximale termijn van 9 jaar, die de
commissie voorstelt, verdient nadere bestudering, ook omdat in het al eerder over dit
onderwerp ingediende wetsontwerp mede op grond van recidiveonderzoek gekozen wordt voor
een maximale termijn van 6 jaar. Vanuit een oogpunt van rechtsbescherming dient de
noodzaak tot verlenging van de termijn periodiek getoetst te worden door de rechter.
2. Aansluiting juridische kaders voor betere samenwerking in zorg en behandeling
De straf- en civielrechtelijke kaders waarin zorg en behandeling aan personen met
geestelijke stoornissen worden geboden, dienen zodanig op elkaar aan te sluiten, dat de
gewenste en verder te ontwikkelen samenwerking tussen tbs-klinieken en GGz-instellingen
niet belemmerd maar juist gefaciliteerd wordt. Van groot belang is dat aansluitende
GGz-voorzieningen resocialisatie mogelijk maken.
3. Mogelijkheden dwangbehandeling in de wet vergroten
Ook de noodzaak tot verruiming van de wettelijke mogelijkheden voor dwangbehandeling, met
name dwangmedicatie, wordt onderschreven. Deze verruiming zou, zoals de commissie
voorstelt, wel moeten worden gekoppeld aan een zg. horizonbepaling van 6 jaar, waarna de
praktijk wordt geevalueerd.
4. Longstay terugdringen tot beperkte groep tbs-gestelden
Plaatsing in een longstayvoorziening moet beperkt worden tot een (kwantitatief) beperkte
groep terbeschikkinggestelden. Ernstige delictgevaarlijkheid, onbehandelbaarheid en de
noodzaak van een hoog beveiligingsniveau moeten bepalend zijn bij de beslissing om een
terbeschikkinggestelde te indiceren voor longstay.
Voor andere groepen terbeschikkinggestelden, gedifferentieerd naar behoefte aan zorg en
niveau van beveiliging dienen andere voorzieningen voor langdurige opvang en verblijf te
komenin samenwerking met het gevangeniswezen of de GGz.