Welzijn en Sport (VWS) trekt drie miljoen euro uit voor de ondersteuning van mentoren die de belangen van dementerenden en verstandelijk afz: foetsie@nieuwsbank.nl Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Ross steunt oprichting landelijk netwerk mentoren met 3 miljoen euro

Persbericht, 23-5-2006

Staatssecretaris Clémence Ross-van Dorp van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) trekt drie miljoen euro uit voor de ondersteuning van mentoren die de belangen van dementerenden en verstandelijk gehandicapten in instellingen kunnen behartigen. Het landelijk steunpunt krijgt jaarlijks 200.000 euro. Voor elke regionale stichting komt 60.000 euro beschikbaar. Dat maakt zij 23 mei bekend tijdens het symposium Landelijk Netwerk Mentorschap in Rotterdam.

Een groeiend aantal dementerende ouderen en verstandelijk gehandicapten in instellingen heeft geen familie, die hun belangen in de zorg kan bewaken. Nu patiënten steeds meer zelf kunnen kiezen en beslissen in de zorg, dreigen deze mensen in een zwakke positie te raken. Het gaat naar schatting om zo'n tweeduizend patiënten. Mentoren kunnen hen hulp bieden door hen te ondersteunen en in hun geest namens hen te mogen beslissen.

Zorginstellingen en cliëntenorganisaties hebben inmiddels initiatief genomen en richtten regionale Stichtingen Mentorzorg op in Rotterdam en Breda. In Alkmaar wordt er momenteel één opgericht. In Utrecht, Roosendaal en Twente wordt de komst van regionale organisaties voorbereid. De verwachting is dat er in enkele jaren twintig tot dertig regionale stichtingen in Nederland zullen komen.

`Ik wil het mentorschap stimuleren en erin investeren', zegt Ross tijdens het symposium. Zij steunt de opzet dat het werven, selecteren en opleiden van mentoren op regionaal niveau gebeurt, terwijl een landelijk steunpunt de regionale netwerken ondersteunt. `Regio's moeten de basis vormen', aldus Ross.

Zij roept instellingen, patiënten- en cliëntenorganisaties en verpleeghuisartsen op initiatief te nemen om regionale netwerken op te zetten. `Iemand moet het initiatief nemen'. Van de zorgaanbieders verwacht zij dat ze actief zullen meewerken aan de totstandkoming van regionale stichtingen en bijvoorbeeld vergaderfaciliteiten beschikbaar zullen stellen.

Personeel van de instellingen vraagt zij om zich heen te kijken of er mensen zijn die mentor willen worden. Ross verwacht dat zich de komende jaren voldoende vrijwilligers zullen opwerpen om de rol van mentor op zich te nemen; `Je bent vertegenwoordiger van de patiënt naar de instelling, maar ook een "maatje" voor de man of vrouw waarvoor je optreedt. Die menselijke kant maakt het, zo is mij verteld, een aantrekkelijke vorm van vrijwilligerswerk.'