Gr_logo_top fake Nederland_top
Gr_collage Nederland_middle
Het belang van weefselovereenkomst bij niertransplantatie
Een succesvolle niertransplantatie is de meest effectieve behandeling
van patiënten met een terminale nierinsufficiëntie, en geeft ook het
beste herstel van de kwaliteit van leven van de patiënt. Bij deze
transplantaties streven artsen naar een zo volledig mogelijke
weefselovereenkomst tussen de donor en de ontvanger. Dit is ook steeds
het uitgangspunt geweest bij het toewijzen van beschikbaar komende
organen van overledenen. Een volledige weefselovereenkomst (identieke
HLA-A+B+DR weefselgroepen, ofwel een zero HLA-mismatch) is echter
slechts voor een minderheid van de patiënten bereikbaar. Vooral
patiënten die hooggeïmmuniseerd zijn geraakt (bijvoorbeeld door een
eerdere transplantatie), of patiënten met een zeldzaam HLA-fenotype,
zijn moeilijk te matchen en zijn daardoor vaak veroordeeld tot zeer
lange wachttijden. In de afgelopen decennia zijn, mede door het succes
van niertransplantatie, de aantallen patiënten op de wachtlijst dan
ook sterk gegroeid en is daardoor ook de gemiddelde wachttijd
toegenomen. Om toch goede resultaten en acceptabele wachttijden voor
de meerderheid van de patiënten te bereiken is het essentieel om over
een (internationale) pool van patiënten en donoren te beschikken, en
donororganen uit te wisselen. Dit is de oorsprong van Eurotransplant
en latere, soortgelijke orgaanuitwisselingsorganisaties.
De komst van nieuwe en krachtige afweeronderdrukkende medicijnen heeft
de resultaten van transplantatie belangrijk doen verbeteren, met name
door de reductie van het aantal en de ernst van de afstotingsepisoden.
Dit heeft echter ook voeding gegeven aan de gedachte dat door moderne
immunosuppressieve medicatie het gunstige effect van HLA-matching op
de achtergrond is geraakt en het streven naar goede
weefselovereenkomst feitelijk overbodig is geworden. Dit zou dan
betekenen dat bij de toewijzing van donornieren niet meer wordt gelet
op een zo goed mogelijke HLA-overeenkomst en bovendien de
(internationale) uitwisseling van organen, met de bijbehorende
logistiek en langere duur van de koude ischemie (de tijd tussen
uitname en implantatie van het orgaan), grotendeels achterwege kan
blijven.
Zorgvuldige analyse van de uitkomsten van niertransplantaties, zoals
vastgelegd in internationale databestanden (onder meer Eurotransplant
database, CTS Registry en UNOS database), laat echter zien dat het
effect van HLA-matching nog altijd aanwezig is. Dit ondanks verbeterde
immunosuppressie, kortere koude ischemietijden en verbeterde
logistiek. Een gunstige (compatibele) HLA-match geeft nog altijd een
beduidend beter transplantatieresultaat. Toepassing van meer en
krachtiger afweeronderdrukkende medicatie geeft bovendien op de lange
duur meer kans op schadelijke bijwerkingen, zoals kanker. Zou echter
gestopt worden met de internationale uitwisseling en zou men niet
langer streven naar een compatibele HLA-match, dan zou dat vooral de
kansen voor moeilijk te matchen groepen patiënten doen afnemen. Dit
alles pleit voor het voortzetten van een toewijzingsbeleid op basis
van HLA-matching. Dat neemt niet weg dat het wel degelijk mogelijk is
gebleken om de toewijzing van donornieren, en de bijbehorende
matching-criteria, te vereenvoudigen en te optimaliseren (zoals in het
ETKAS-model van Eurotransplant).
Recent onderzoek leidt ook tot een nieuwe benadering, waarbij de match
tussen donor en ontvanger zich primair richt op een goede HLA-DR
overeenkomst, en HLA-A en -B overeenkomst slechts als aanvullende
criteria worden beschouwd. Dit kan leiden tot verdere vereenvoudiging
van de toewijzingscriteria, zonder verlies van kwaliteit van het
transplantatieresultaat. Een belangrijke doelstelling is ook het
bereiken van acceptabele uitkomsten en wachttijden voor met name de
moeilijk te matchen groepen patiënten. Dit heeft onder meer geleid tot
het Acceptabele Mismatch programma bij Eurotransplant. Deze
ontwikkelingen leiden tot een meer rechtvaardige en doelmatige
benutting van de nog altijd schaarse donororganen, wat in wezen het
grootste probleem bij orgaantransplantatie vormt.
22 mei 2006
---
PDF | Citeertitel
Gezondheidsraad