Nationale Ombudsman
Den Haag, 23 mei 2006
Politie Gelderland-Midden gebruikte ten onrechte vuurwapens
Alex Brenninkmeijer, de Nationale ombudsman, concludeert na onderzoek
dat twee agenten van het politiekorps Gelderland-Midden ten onrechte
op een auto hebben geschoten en bovendien niet getraind waren om een
vuurwapen tegen rijdende auto's te gebruiken. De Nationale ombudsman
deed het onderzoek naar aanleiding van een klacht van de ouders van
een jongen, die met twee vrienden in een rijdende auto werd beschoten.
In november 2000 werd de auto van de drie jongens door de politie tot
stilstand gebracht bij een benzinepomp in Hoevelaken. De auto reed
zonder licht tegen de verplichte rijrichting in en reageerde niet
direct op het stopteken van de politie. Toen de agenten bij de
benzinepomp uit hun auto waren gestapt, reden de drie jongens snel
achteruit en reden vervolgens de provinciale weg op. Bij het
achteruitrijden werd een agent geraakt door het geopende portier en
moest de andere agent opzij springen. De agenten trokken kort na
elkaar hun vuurwapen en schoten op de auto. Op de provinciale weg
botste de auto met de drie jongens op een vrachtwagen en een
personenauto. Als gevolg van dit ongeval is één van de jongens
overleden en zijn de twee anderen gewond geraakt.
Onterecht geschoten
Uit het onderzoek van de Nationale ombudsman blijkt dat de agenten in
deze situatie geen vuurwapens hadden mogen gebruiken. In de
ambtsinstructie van de Politie staat dat een vuurwapen alleen mag
worden gebruikt als iemand zich aan zijn aanhouding dreigt te
onttrekken, verdacht wordt van een ernstig misdrijf en het misdrijf
moet worden aangemerkt als een grove aantasting van de rechtsorde. In
dit geval was er geen sprake van verdenking van een ernstig misdrijf.
De agenten waren dan ook niet bevoegd om hun vuurwapen te gebruiken.
Ongetraind
De Nationale ombudsman concludeert verder dat beide agenten niet
getraind waren om een vuurwapen te gebruiken tegen rijdende
voertuigen. Een agent had zelfs niet de verplichte bijscholing gehad
na een onvoldoende schiettest. Bovendien had deze agent drie maanden
vóór dit incident bij een ander incident ook ten onrechte zijn
vuurwapen gebruikt. De andere agent had niet ieder kwartaal een
schiettest gedaan zoals voorgeschreven.
Noot voor de redactie,