23-5-2006
Utrecht, 17 mei 2005.
De combinatie van aspirine en dipyridamol (een bloedverdunner) werkt
beter dan de behandeling met alléén aspirine om nieuwe vaatziekten te
voorkomen bij patiënten die al een TIA of klein herseninfarct
doorgemaakt hebben. Dat zijn de resultaten van de ESPRIT-studie die op
19 mei bekend werden gemaakt in Brussel en gepubliceerd worden in The
Lancet. Het onderzoek is gecoördineerd door de afdeling Neurologie van
het UMC Utrecht, de Nederlandse Hartstichting financierde een groot
gedeelte van de studie.
In Nederland maken jaarlijks zo'n twintigduizend mensen een TIA of een
klein herseninfarct door als gevolg van slagaderverkalking. Tien
procent van deze mensen krijgt daarna te maken met een complicatie:
een niet fatale beroerte, een niet fataal hartinfarct, een ernstige
bloeding of zelfs overlijden door vaatziekte. Preventieve behandeling
met aspirine ? de standaardbehandeling ? voorkomt slechts 13 procent
daarvan.
In ESPRIT vergeleken onderzoekers de combinatie van twee
bloedplaatjesremmers (dipyridamol en aspirine) met aspirine alléén bij
het voorkomen van nieuwe vaatziekten. Van de 2739 patiënten kregen 389
een complicatie, dat gebeurde 173 maal bij de combinatiebehandeling en
216 keer bij aspirine alléén. Samen met eerder onderzoek is nu
duidelijk dat de combinatiebehandeling het risico op een dergelijke
complicatie met ongeveer twintig procent verlaagt ten opzichte van
aspirine alléén.
Aan ESPRIT (European/Australasian Stroke Prevention in Reversible
Ischaemia Trial) namen 2739 patiënten uit 79 ziekenhuizen in 14 landen
gedurende gemiddeld 3,5 jaar deel. ESPRIT is tot stand gekomen dankzij
steun van onder meer de Nederlandse Hartstichting, de Europese Unie,
de Trombose Stichting Nederland, de Janivo Stichting en het UMC
Utrecht.
Bron: UMC Utrecht
Nederlandse Hartstichting