Antwoorden op kamervragen van Arib over openhartoperaties in het UMC St
Radboud
Kamerstuk, 23-5-2006
Antwoorden van minister Hoogervorst op de vragen van het Kamerlid Arib
(PvdA) over openhartoperaties in het UMC St Radboud (2050612500).
Vraag 1
Wat vindt u van het besluit van de Inspectie voor de Gezondheidszorg
(IGZ) om het Radboudziekenhuis te Nijmegen met onmiddellijke ingang te
laten stoppen met het uitvoeren van hartoperaties bij volwassenen?
Antwoord 1
Ik ben van mening dat de IGZ de juiste maatregelen heeft getroffen.
Vraag 2
Sinds wanneer is de IGZ precies op de hoogte van de hoge
sterftecijfers, met name het abnormaal hoge aantal hartchirurgische
sterfgevallen in 2004, na een openhartoperatie in het
Radboudziekenhuis?
Antwoord 2
De IGZ werd op 20 september 2005 door anonieme toezending van een
e-mailbericht uit het UMC St Radboud op de hoogte gebracht van een
verhoogde mortaliteit onder patiënten die een hartoperatie in dat
ziekenhuis ondergingen. De IGZ heeft direct aan het ziekenhuis om
opheldering over dit bericht gevraagd. De gegevens die toen verstrekt
zijn, waren aanleiding voor de IGZ om een onderzoek in te stellen.
Vraag 3
Wat is precies het verschil tussen de cijfers die worden vastgelegd in
de basisset prestatie-indicatoren ziekenhuizen en de cijfers in de
NICE-database?
Antwoord 3
De gegevens die in de basisset prestatie-indicatoren worden vastgelegd
zijn bedoeld om een indruk te krijgen van de risico's die er mogelijk
bestaan op kwalitatief onverantwoorde zorg. De gegevens worden door de
inspectie gebruikt om te bepalen of nader onderzoek in het ziekenhuis
ingesteld moet worden. Het betreft een beperkte groep indicatoren die
slechts op een beperkt aantal parameters een indicatie geeft.
De NICE staat voor Nationale Intensive Care Evaluatie en omvat een
continue, complete registratie van alle opgenomen patiënten in de
intensive care van deelnemende ziekenhuizen. Het is een instrument dat
gebruikt wordt in de kwaliteitsborging van de zorg die geleverd wordt
op intensive care units.
Prestatie-indicatoren zijn dus bedoeld voor een algemene indicatie
over de zorg ten behoeve van de inspectie. De NICE database is bedoeld
voor een interne kwaliteitsborging van de IC afdeling.
Vraag 4
Kan worden aangegeven hoe de cijfers voor de basisset
prestatie-indicatoren ziekenhuizen en de cijfers in de NICE-database
voor de afdeling hartchirurgie van het Radboudziekenhuis luiden voor
het jaar 2004 en voor de jaren daarna?
Antwoord 4
In de basisset prestatie-indicatoren worden geen cijfers opgenomen
over de hartchirurgie. Het UMC St Radboud participeert vanaf 1 januari
2004 in de NICE-database registratie. De overall mortaliteitscijfers
van de cardiochirurgische patiënten uit deze registratie zijn 6,7%
voor 2004 en 4,5% voor de eerste helft van 2005.
Vraag 5
Sinds wanneer had de IGZ op de hoogte kunnen zijn van de hogere
sterftecijfers in het Radboudziekenhuis, mede gezien het feit dat de
Inspectie wel beschikte over de basisset prestatie-indicatoren? Hadden
de prestatie-indicatoren aanleiding kunnen of moeten zijn voor de IGZ
om het Radboudziekenhuis te bezoeken?
Antwoord 5
Zoals hiervoor aangegeven geeft de basisset prestatie-indicatoren geen
gegevens over de mortaliteit onder geopereerde cardiochirurgische
patiënten. Andere gegevens uit de basisset gaven de inspectie wel
aanleiding om een nadere toelichting te vragen, maar deze betroffen
niet de afdeling cardiochirurgie.
Vraag 6
Wanneer was de IGZ precies op de hoogte van de uitgelekte e-mail van
de hoogleraar, over de hoge sterfte na hartchirurgie in het
Radboudziekenhuis?
Antwoord 6
Zie het antwoord op vraag 2, op 20 september 2005
Vraag 7
Wat was precies de aanleiding voor de IGZ om onderzoek naar de
sterfgevallen na openhartchirurgie in het Radboudziekenhuis te
verrichten?
Antwoord 7
De inspectie heeft het UMC St Radboud om een nadere toelichting
gevraagd op de uitgelekte email. Bij brief van 5 oktober 2005 heeft
het ziekenhuis die toelichting gegeven. Daarnaast is de brief door de
Raad van Bestuur van het UMC St Radboud en enkele afdelingshoofden bij
de inspectie op 7 oktober 2005 toegelicht. Omdat niet geheel duidelijk
was waar de oorzaken van de verhoogde sterfte gezocht moest worden is
besloten nader onderzoek in te stellen.
Vraag 8
In hoeveel van de sterftegevallen in 2004 kan met zekerheid worden
gezegd dat het overlijden was te vermijden?
Antwoord 8
Geen.
Vraag 9
Is alleen gekeken naar sterftegevallen in 2004 of zijn de jaren daarna
ook onderzocht? Zo ja, wat waren de sterftecijfers na 2004, hoeveel
van deze gevallen van overlijden waren vermijdbaar?
Antwoord 9
De sterftecijfers van 2003, 2004 en 2005 zijn door de Externe
Onderzoekscommissie geanalyseerd en gepubliceerd in hun rapportage van
24 april 2006. Voor de exacte cijfers verwijs ik u naar pagina 21 tot
en met 25 uit de rapportage die te raadplegen is op www.igz.nl
Vraag 10
Vindt u het voldoende alleen te pleiten voor openbaarheid van
sterftecijfers om de kwaliteit van ziekenhuizen in kaart te brengen?
Antwoord 10
Nee, dat is niet voldoende. De inspectie tracht daarom met de hulp van
verschillende prestatie-indicatoren een algeheel beeld te krijgen van
de kwaliteit van ziekenhuizen. Ik verwijs u hiervoor naar de basisset
prestatie-indicatoren van de IGZ.
Vraag 11
Denkt u dat een afwijking van het gemiddelde sterftecijfer aanleiding
moet zijn voor de IGZ om tenminste een verklaring te vragen voor de
hogere sterftecijfers, c.q. te bezien of deze cijfers gecorrigeerd
kunnen worden voor de ernst van de ziekte of voor andere autonome
factoren?
Antwoord 11
Ik ben het met u eens dat de IGZ, wanneer zij in kennis worden gesteld
van een afwijking van het gemiddeld sterftecijfer, bij de betrokken
instelling om een verklaring voor die afwijking moeten vragen.
Vraag 12
Hoe gaat u er voor zorgen dat er inzicht komt in de prestaties van
hartchirurgische centra (en van andere ziekenhuizen) in Nederland?
Vraag 13
Hoe gaat u er voor zorgen dat, wanneer er sprake is van onvoldoende
kwaliteit in een ziekenhuis, het mogelijk is om in een vroeg stadium
in te grijpen en onnodige sterfgevallen en/of complicaties te
voorkomen?
Antwoord 12 en 13
Over de verschillende activiteiten op het gebied van patiëntveiligheid
zal ik u nader informeren in mijn antwoorden op de vragen van het lid
Arib over medische fouten (2050612660). Ik verwijs u naar mijn
antwoorden op deze vragen.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport