Ministerie van Algemene Zaken


1red16830
24-05-2006, Gesprek met de minister-president, N2, 18.40 uur

MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE, NA AFLOOP VAN DE MINISTERRAAD, OVER DE NATURALSATIE VAN HIRSI-ALI EN EEN SNELLE VERBINDING MET NOORD-NEDERLAND

SCHILHAM:
Afgelopen vrijdag zei minister Verdonk in het lijsttrekkersdebat Hirsi-Ali krijgt hoe dan ook een Nederlands paspoort. Was u verbaasd toen u dat hoorde?


BALKENENDE:
Ik was niet zo verbaasd want het was precies ook de intentie waarmee leden van de Tweede Kamer hebben gesproken bij het debat van dinsdag op woensdagnacht.

SCHILHAM:
Dacht u niet waar is het allemaal voor nodig geweest, die hele toestand die we deze week hebben gehad?


BALKENENDE:
Ach je kunt natuurlijk nu terugblikken. Er waren natuurlijk toch vragen gerezen over is dit allemaal goed gegaan met het aanvragen van het Nederlanderschap. U kent de argumenten. Er is heel veel over gezegd vorige week. We zitten nu in de fase dat vragen die bij de Kamer leven, moties die zijn ingediend, dat dat allemaal nu onder ogen wordt gezien. We zijn bezig met het opstellen van een brief. Althans mevrouw Verdonk in de eerste plaats. We zullen antwoord geven op vragen vanuit de Tweede Kamer. En dat moet op een zorgvuldige manier gebeuren.

SCHILHAM:
Ze moet dat doen in overleg met u en andere ministers. Dat is vorige week afgesproken. Heeft u dagelijks contact met mevrouw Verdonk hierover?


BALKENENDE:
Daar kan ik dit van zeggen. Als je met elkaar afspreekt dat alles in overleg gebeurt dat betekent dat het op die manier plaatsvindt. En dat is nodig ook want het is een gevoelig onderwerp en zorgvuldigheid moet gewoon in acht worden genomen.

SCHILHAM:
Nu zegt de Tweede Kamer er moet een onderzoek komen naar alle vergelijkbare gevallen van mensen die net als Hirsi Ali bij de naturalisatie niet de goede naam hebben opgegeven. Want misschien komen die ook in aanmerking om het Nederlanderschap te krijgen of terug te krijgen. Dat is een logische stelling van de Kamer.


BALKENENDE:
Ik begrijp de vraag. En die vraag is ook gesteld aan het kabinet. Gisteren bij de regeling van werkzaamheden in de Tweede Kamer zijn vier vragen aan het kabinet gesteld en dit is er één van. Dus ik wil eigenlijk niet vooruitlopen op het antwoord van de kant van het kabinet. Maar het is wel een onderwerp dat mensen bezighoudt.

SCHILHAM:
Maar het is wel een logisch argument van de Kamer toch? Je kan toch geen uitzonderingen maken omdat het om een kamerlid gaat?


BALKENENDE:
Ik ga geen voorschot nemen op een brief die we naar de Kamer moeten sturen. Dat doen we nooit en doe ik ook niet in dit geval. Laat ik alleen dit zeggen dat ik begrijp dat in de Kamer die vraag leeft. Omdat we in Nederland het bekende beginsel hebben dat mensen gelijk worden behandeld. Dat is natuurlijk de achtergrond van het stellen van zo'n vraag en die zullen we ook beantwoorden. Alleen zoals gezegd in de goede volgorde. We zijn bezig met het opstellen van die brief.

SCHILHAM:
Maar betekent die volgorde ook dat u eerst de kwestie Hirsi Ali wilt afhandelen voor u antwoord geeft op die vraag over eventuele vergelijkbare gevallen? Die indruk wekte minister Verdonk gisteren.


BALKENENDE:
Dat er heel snel gekeken wordt naar de positie van Hirsi Ali dat begrijp ik. Daar si de hele week over gesproken vorige week. Ook omdat er duidelijkheid moet komen. De vraag is alleen hoe snel waarop dat kan. De Kamer heeft gevraagd om een brief voor volgende week. Daar is die vraag ook in besloten die u noemt. Wat betreft de positie van mevrouw Hirsi Ali moet de zaak heel goed worden uitgezocht want het is een kwestie van hoe is de procedure gelopen. Wat zijn de feiten en omstandigheden. Is er sprake van bijzondere omstandigheden zoals dat ook in de uitspraak van de Hoge Raad naar voren komt. Al die zaken zullen aan de orde moeten komen. En dan zijn er twee mogelijkheden. Ofwel zij heeft gewoon het Nederlanderschap behouden. En als dat niet het geval dan is de vraag hoe kun je alsnog aan het Nederlanderschap komen. Dat zal onder ogen moeten worden gezien. Maar dat zal even tijd kosten. Dat doe je niet in een dag.

SCHILHAM:
Hoeveel tijd denkt u?


BALKENENDE:
Dat kan ik niet zeggen. U weet dat er in het Kamerdebat is gesproken over een periode van zes weken. Dat was ook de termijn die mevrouw Verdonk noemde in de brief aan Hirsi Ali.

SCHILHAM:
Denkt u die nodig te hebben als kabinet, die zes weken?


BALKENENDE:
Weet ik niet. De ambitie is wel om zo snel mogelijk te behandelen. Dat kunt u zich voorstellen hoe eerder helderheid wordt geboden hoe beter het is.

SCHILHAM:
Ondertussen is er discussie ontstaan over de beveiliging van Hirsi Ali op het moment dat ze daadwerkelijk naar de Verenigde Staten gaat. Vindt u dat er in dat geval nog een rol voor de Nederlandse overheid is weggelegd?


BALKENENDE:
Hety is denk ik goed om nog eens te onderstrepen dat Nederland is verantwoordelijk voor de veiligheid in Nederland net zo goed als dat de Amerikanen de verantwoordelijkheid hebben voor de veiligheid in de VS.

SCHILHAM:
Dus dat is glashelder.


BALKENENDE:
Dat is nu een kwestie van het overleg dat nu plaatsvindt van hoe kan je zorgen dat wanneer mevrouw Hirsi Ali Nederland verlaat en gaat werken in de VS en daar ook gaat wonen, dat de veiligheidssituatie goed wordt geregeld. Daar vindt overleg over plaats en ik geloof ook niet dat het de weg is om via de media deze discussie te voeren. U weet ook dat het gebruikelijk is om over veiligheidsaspecten terughoudend te zijn. Maar in ieder geval de zaak heeft de volle aandacht van de betrokken bewindslieden en er is sprake van overleg en dat wordt op een goede manier gevoerd.

SCHILHAM:
Maar er is geen sprake van discussie daarover?


BALKENENDE:
Nee het is een kwestie van het overleg vindt nu plaats en dat is een verantwoordelijkheid voor de betrokken minister die de eerste verantwoordelijkheid dragen. Met inachtneming van wat ik heb gezegd ieder is verantwoordelijk voor het eigen land. En voor wat betreft de overgang daar moet gewoon naar gekeken worden hoe dat gedaan kan worden.

SCHILHAM:
Maar daar moet je uit kunnen komen?


BALKENENDE:
Dat hoop ik wel want uiteindelijk is het natuurlijk toch zo dat wanneer mensen zich onveilig voelen, wanneer sprake is van bedreigingen dan kun je er niet aan voorbij gaan. Ik denk sowieso dat we de afgelopen jaren te vaak hebben gezien dat politici te maken krijgen met bedreigingen en dan moet je ook zorgen dat mensen beveiliging krijgen als dat nodig is.

SCHILHAM:
Ander onderwerp. Gisteren was er hier protest van mensen uit het Noorden van Nederland. Want het kabinet had al eerder besloten om af te zien van een snelle treinverbinding naar het Noorden. En ze hebben succes want de Tweede Kamer zei van daar moeten we nog eens heel goed naar gaan kijken. Dat brengt u als kabinet wel in een lastig parket lijkt me.


BALKENENDE:
Laat ik beginnen te zeggen dat ik de gevoelens in Noord-Nederland goed begrijp. Er is lange tijd gesproken over een snelle verbinding met het noorden. Maar er zijn de afgelopen jaren wel de nodige dingen gebeurd. Bijvoorbeeld we hebben hele discussies over als je nu dit soort lijnen aanlegt hoe zit het dan met de exploitatie. Is het niet zo dat de kosten niet te hoog kunnen worden.

SCHILHAM:
U bent een beetje bang geworden door het voorbeeld van de Betuwelijn?


BALKENENDE:
Ik ben niet bang. Maar het is wel een conclusie die in de Tweede Kamer zelf is getrokken. U weet er is een commissie Duivesteijn geweest. En die hebben ook gezegd van je moet ook de criteria goed in acht nemen om heel zorgvuldig te besluiten. En een van die dingen die speelde de afgelopen tijd dat was de vraag kunnen nut en noodzaak van zo'n verbinding worden aangetoond. Daar was kritiek op gekomen. En we moeten nu zien wat er in de Kamer gebeurt. Ik heb zelf eerder geconstateerd dat PvdA en VVD hebben gezegd die Zuiderzeelijn moet er niet van komen. Gisteren waren er andere signalen. We zullen het debat volgende week moeten afwachten. Ik vind wel dat we gewoon duidelijk moeten zijn van er is destijds 2,73 miljard vrijgemaakt. Dat geld is en blijft beschikbaar voor het Noorden en voor de Noordvleugel. En er zal ook in overleg met het Noorden gekeken gaan worden naar de beste aanwending ervan.

SCHILHAM:
Ze willen die treinverbinding.


BALKENENDE:
Dat weet ik. Maar ik heb soms ook weer andere gesprekken gehad. Omdat er ook wel eens wordt gesproken over hoe kun je de economische structuur versterken. Zijn er alternatieven denkbaar. Dat zal moeten lijken. Er is een demonstratie geweest. we hebben de sjaals en de mensen gezien. dat begrijpen we ook heel goed. Het houdt mensen direct bezig. Ik heb ook geluisterd naar de leden van de Tweede Kamer en volgende week in het debat zal dan moeten blijken van hoe zit het nu met nut en noodzaak. Er is natuurlijk heel veel gestudeerd de afgelopen tijd.

SCHILHAM:
Dan heeft u ook CDA fractievoorzitter verhagen gehoord die zei afspraak is afspraak. Dat heb ik u ook wel eens horen zeggen of andere onderwerpen. Dat moet u wel aanspreken.


BALKENENDE:
Dat is ook zo.

SCHILHAM:
Is er niet een afspraak gemaakt met het Noorden dat die verbinding er zal komen.


BALKENENDE:
Er is altijd gesproken over de Zuiderzeelijn. Er is ook gesproken over het financiële bedrag dat het kabinet beschikbaar zou stellen, de 2,73 miljard. Dat bedrag staat gewoon vast. Dat blijft gewoon in de boeken staan. Alleen het aanleggen van een spoorlijn en daar spreken we nu al jaren over kan niet los worden gezien van eerdere debatten. Over een hoge snelheidverbinding, over de Betuwelijn. Er zijn heel veel kritische opmerkingen gemaakt. En juist daarom worden dit soort besluiten niet zomaar genomen.

SCHILHAM:
Maar schendt u daarmee niet een afspraak met de Noordelijke provincies?


BALKENENDE:
Het ligt niet in een garantie van die lijn komt er, zo ligt het niet. Er is wel lange tijd gesproken over als je nu zo lijn zou willen, wat betaalt de Rijksoverheid, wat kunnen provincies zelf bijdragen. Die gesprekken zijn er steeds geweest. maar we moeten ook onder ogen zien dat bij het vaststellen van nut en noodzaak er kritische opmerkingen zijn. Want het zijn dure investeringen. En als je ergens aan begint dan moet je ook de overtuiging hebben dat je niet te maken krijgt met bouwkostenoverschrijdingen of dat er grote problemen zijn bij de exploitatie.

SCHILHAM:
Bent u niet door het Betuwelijn debacle te terughoudend geworden als kabinet?


BALKENENDE:
Dat si een goede vraag. Want we hebben dynamiek in Nederland nodig. En dat betekent ook dat je wel eens lef moet hebben. dat je grenzen wilt verleggen. Dat is gewoon zo. Aan de andere kant het gaat om een belangrijke beslissing en dan moet je heel goed onder ogen zien van is het verantwoord, kunnen nut en noodzaak worden aangetoond, zijn er eventueel alternatieve aanwendingsmogelijkheden van de financiële middelen die beschikbaar zijn.

SCHILHAM:
Dus het zou nog erop kunnen uitdraaien dat die lijn er toch komt.


BALKENENDE:
Het kabinet heeft juist ook vanwege alle debatten eerder in de Tweede Kamer juist ook grond ook van de criteria die gelden gezegd dat het verstandiger is om juist te kijken naar alternatieve aanwendingsmogelijkheden. Maar we zullen daarover het debat met de kamer gaan voeren volgende week. (letterlijke tekst, ongecorrigeerd, jw)