Inhoud van de pagina:
063 - Meer Europese invloed in strafrecht wenselijk
Datum: 30 mei 2006
Meer invloed van Europa kan bijdragen aan een beter strafrecht. Tot die
conclusie komt prof.mr. B.F. Keulen in zijn oratie, die hij vandaag
uitspreekt. Keulen is sinds 1 september 2005 als hoogleraar strafrecht
verbonden aan de RUG. Eerder was hij als raadadviseur werkzaam bij de
directie wetgeving van het Ministerie van Justitie.
Na een veroordeling van een lidstaat door het Europese Hof voor de
Rechten van de Mens zou de Europese Unie erop zou kunnen zien dat de
lidstaat zijn recht aanpast, aldus Keulen. Dat brengt de
rechtsbescherming van de verdachte in Europa op een hoger peil. Verder
vindt hij een Europese rechtsmachtregeling wenselijk. Berechting van
een misdrijf in het land waar het gepleegd is, zou voorrang moeten
krijgen. En bestraffing van één misdrijf in twee landen zou
uitgesloten moeten worden. Een Europese rechter zou volgens Keulen
moeten kunnen beoordelen of een verzoek om rechtshulp behoorlijk is
uitgevoerd. De Europese Unie kan deze verbeteringen met haar huidige
bevoegdheden echter niet realiseren.
Europees niveau
Ook kan de Europese Gemeenschap bijdragen aan een beter strafrecht,
vindt Keulen. Sommige overtredingen van Europese regels kunnen op
Europees niveau strafbaar worden gesteld, bijvoorbeeld op het gebied
van de rij- en rusttijden in het wegvervoer. Bij zulke overtredingen
zou Keulen ook hoger beroep bij een Europese rechter mogelijk willen
maken. Dat vergroot de rechtsgelijkheid tussen ondernemers in Europa.
Hoger beroep bij een internationale rechter bestaat in strafzaken al
voor de Rijnvaart.
Europees OM
Toch wil Keulen de rol van Europa niet te veel vergroten. Of een straf
rechtvaardig is, wordt mede bepaald door de straffen die in
vergelijkbare gevallen worden opgelegd. En bij die vergelijking speelt
het nationale strafrecht nog altijd een belangrijke rol. Keulen
betwijfelt daarom of het wenselijk is een Europees OM in te stellen,
dat EG-fraude veel energieker kan opsporen en vervolgen dan bij
`nationale' fraude haalbaar is. En hij is er ook geen voorstander van
delicten onder te brengen in een aparte Europese strafrechtelijke
ruimte. Het kabinet heeft dat enkele jaren geleden voorgesteld voor
onder meer eurovalsemunterij. Keulen wil bij de keuze voor nationaal
of Europees strafrecht centraal stellen welke strafzaken de daders en
het publiek als vergelijkbaar zien. En hij verwacht dat de
rechtvaardigheid van een straf voor valsemunterij (nog) niet wordt
afgemeten aan straffen die valsemunters elders in Europa krijgen.
Rijksuniversiteit Groningen