Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid Directie
Communicatie

31 mei 2006

Nr. 06/080

Vijf sectoren versneld open voor werknemers nieuwe EU-landen

Werknemers uit Polen en zeven andere nieuwe EU-lidstaten kunnen vanaf volgende maand gemakkelijker aan de slag in de agrarische sector, de binnenscheepvaart, slachterijen en visfileerbedrijven,
wetenschappelijk onderzoek en de kleinmetaal. Voor deze sectoren en bedrijfstakken geeft het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) sneller een tewerkstellingsvergunning af. Dat heeft staatssecretaris Van Hoof van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bekendgemaakt met een publicatie in de Staatscourant.

Werkgevers die een werknemer willen aannemen uit Polen, Estland,
Hongarije, Letland, Litouwen, Slovenië, Slowakije of Tsjechië hoeven om een tewerkstellingsvergunning te krijgen niet meer te voldoen aan de zogenoemde arbeidsmarkttoets. Hierdoor zijn ze niet langer
verplicht om eerst te werven onder werknemers uit Nederland of de oude EU-lidstaten (toegetreden voor mei 2004). Ook hoeven ze hun vacatures niet meer aan te melden bij het CWI. Dit scheelt werkgevers tijd en administratieve rompslomp. Nu kost het hen gemiddeld 10 weken om een vergunning te krijgen. Na de versoepeling kan dat teruglopen tot twee weken.

Het kabinet streeft ernaar dat werknemers uit de nieuwe EU-landen
vanaf volgend jaar op de arbeidsmarkt gelijk worden behandeld als
werknemers uit Nederland en de oude EU-landen. Ze hebben dan geen
tewerkstellingsvergunning meer nodig. Vooruitlopend op het volledig vrije verkeer van werknemers wil het kabinet al dit jaar de
vergunningen in verschillende sectoren stapsgewijs soepeler en sneller afgeven.

Het besluit om eerst vijf sectoren versneld open te stellen is tot
stand gekomen na raadpleging van sociale partners. Van Hoof heeft
onder andere gekeken naar de ontwikkeling van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt in de sectoren, de instroom van Nederlandse werknemers in de WW en het aantal afgegeven tewerkstellingsvergunningen. In de
sectoren waar de arbeidsmarkttoets nu vervalt, is veelal sprake van een (dreigend) tekort aan Nederlandse werknemers.

Het vervallen van de arbeidsmarkttoets betekent niet dat er geen eisen meer worden gesteld aan de werkgevers. Ze moeten bijvoorbeeld wel
zorgen dat de huisvesting van werknemers uit de nieuwe EU-landen in orde is. Verder moeten bedrijven de werknemers hetzelfde loon betalen als Nederlandse werknemers.