Artsen zonder Grenzen


Zuidelijk Sudan: leven nog net zo moeilijk als vóór vredesakkoord

Cristoph Hippchen Op 8 mei werd het dorpje Pieri, waar Artsen zonder Grenzen een kliniek heeft, aangevallen door gewapende groepen. Een week later nam een team van Artsen zonder Grenzen poolshoogte. Een gesprek met Cristoph Hippchen, coördinator in zuidelijk Sudan.

Naam Cristoph Hippchen Geboortedatum 11-11-1964 Functie Landencoördinator Projecten Zuid-Sudan, Somalië en Noord-Sudan Studie Political and Social Sciences.

Alsof een orkaan had gewoed. De gebouwtjes stonden nog overeind maar waren ontdaan van alles: laboratoriumapparatuur, medicijnen, bedden, voedselvoorraad. Zelfs de deuren waren weg. Het terrein was bezaaid met verscheurde verpakkingen en registratiekaarten.

Wat is er aan de hand in het zuiden van Sudan?
`Ondanks het vredesakkoord is het geweld in de provincies Boven-Nijl en Jonglei de laatste maanden weer opgelaaid. Daardoor moesten wij een groot deel van onze internationale medewerkers evacueren. Sindsdien zijn twee van onze klinieken aangevallen en geplunderd. 100 duizenden mensen zitten nu zonder medische zorg. De toestand is erg instabiel, niemand weet hoe lang het duurt voordat we terug kunnen keren. Het gaat nog maanden duren voordat we de klinieken kunnen herstellen, de komende regentijd zal vervoer van materiaal erg lastig maken.'

Hoe is het met jullie patiënten?
`In sommige plaatsen, zoals in Nasir, hebben onze Sudanese medewerkers de zorg voor de patiënten op zich genomen. Maar in andere locaties hebben de patiënten een goed heenkomen moeten zoeken. In Pieri behandelen we meer dan honderd tuberculosepatiënten, die elke dag medicijnen nodig hebben. We zorgen dat ze altijd een voorraadje hebben. Maar als ze binnen een paar weken niet bij een arts of verpleegkundige kunnen komen, is hun behandeling voor niets geweest.'

Zijn er veel slachtoffers?
`Dat is moeilijk te zeggen, vooral omdat onze teams zijn geëvacueerd waar de dreiging van geweld het grootst is. Het is wel duidelijk dat er overal botsingen zijn geweest. Op 20 mei hebben we zes mensen met schotwonden overgevlogen van Yuai naar ons ziekenhuis in Ler, om ze te opereren. We denken dat er veel meer slachtoffers vallen.'

Maar er is toch een vredesakkoord?
`Toen na meer dan twintig jaar oorlog een vredesakkoord werd gesloten tussen regering en rebellen, hadden de mensen eindelijk hoop op een betere toekomst. Dat optimisme verdwijnt nu. In Boven-Nijl en Jonglei is de afgelopen anderhalf jaar niet zoveel gevochten als nu. De gezondheidssituatie is er ondertussen niet beter op geworden en maar een paar organisaties bieden medische hulp. Voor veel Sudanezen is het leven nog even moeilijk en hard als vóór het vredesakkoord.'

Wat gebeurt er om daar verandering in te brengen? `Zowel de Sudanese autoriteiten als de rest van de wereld lijken zich niet te bekommeren om het oplaaiende geweld. Alsof iedereen denkt: het komt wel in orde. Artsen zonder Grenzen heeft de autoriteiten gevraagd stappen te nemen om het geweld in Boven-Nijl en Jonglei in te dammen, zodat we snel weer kunnen beginnen met verlenen van medische hulp. De mensen krijgen al veel minder humanitaire hulp dan ze nodig hebben, en door de gevechten wordt het nu nog minder.'