Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel over de visserijverdragen tussen de Europese Unie en Marokko. Deze vragen werden ingezonden op 12 mei 2006 met kenmerk 2050613380.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoord van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Van Bommel (SP) over de visserijverdragen tussen de Europese Unie en Marokko.

Vraag 1
Herinnert u zich mijn vragen d.d. 9 maart 2006 over de visserijverdragen tussen de Europese Unie en Marokko?

Antwoord
Ja.

Vraag 2
Bent u van mening dat Marokko een "administrating power"is voor de Westelijke Sahara in de zin van artikel 73 van het VN handvest, of een bezettende mogendheid? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 3
Indien Marokko een bezettende mogendheid is, kunt u dan aangeven wat volgens u de verplichtingen en bevoegdheden zijn van Marokko ten aanzien van de natuurlijke hulpbronnen, waaronder de maritieme van het door haar bezette gebied van de Westelijke Sahara?

Antwoord 2 en 3
De regering is het eens met de mening van de Juridische Adviseur van de VN als verwoord in zijn brief aan de President van de Veiligheidsraad van 12 februari 2002 dat Marokko niet een de jure beherende mogendheid in de Westelijke Sahara is, doch slechts opereert als een de facto beheerder van het gebied. Vanwege de status van de Westelijke Sahara als een "non-self governing territory" in de zin van artikel 73 van het VN Handvest kunnen de principes die van toepassing zijn op beherende mogendheden met betrekking tot de exploitatie van middelen analoog worden toegepast op de facto beheerders; dit betekent dat exploratie en exploitatie van de natuurlijke rijkdommen van het betreffende gebied moeten plaatsvinden in overleg met de oorspronkelijke bevolking, én dat de exploratie en exploitatie ten goede moeten komen aan die bevolking. De regering gaat er, net als de Juridische Adviseur in zijn bovengenoemde brief, niet vanuit dat in de Westelijke Sahara sprake is van een bezetting. Overigens, als dat wel het geval zou zijn, dan zou voor Marokko als bezettende mogendheid de regel blijven gelden dat Marokko slechts over de natuurlijke rijkdommen van het betreffende gebied zou mogen beschikken voor zover dat in het belang zou zijn van de oorspronkelijke bevolking.

Vraag 4
Is het u bekend dat de oorspronkelijke bewoners van de Westelijke Sahara slechts op zeer kleine schaal en dan nog alleen in de traditionele kustvisserij actief zijn? Is het u tevens bekend dat vrijwel alleen Marokkaanse kolonisten, gevestigd in dorpen langs de kust van de Westelijke Sahara, in de visserijsector actief zijn? Zo ja, kunt u dan toelichten hoe u zich voorstelt dat de oorspronkelijke bewoners van de Westelijke Sahara baat hebben bij de voorgenomen visserijovereenkomst?

Antwoord
De lokale situatie is mij bekend. De opbrengsten uit het visserijverdrag zijn volgens de gehanteerde VN-richtlijnen niet zozeer bedoeld ter ondersteuning van lokale vissers, maar dienen wel ten goede te komen aan de oorspronkelijke lokale bevolking in het algemeen. Er zijn verschillende manieren denkbaar waardoor oorspronkelijke bewoners baat kunnen hebben bij het visserijakkoord. Het akkoord kan bijvoorbeeld gunstige effecten hebben op de werkgelegenheid. Voorts kan de toename van de economische activiteit in de kuststreken een positieve invloed hebben op de economische ontwikkeling van het gebied in het algemeen. Een bijkomend voordeel is dat het beheer van de in de desbetreffende wateren voorkomende bestanden verbeterd zal worden door inzet van wetenschappelijke instrumenten en onderzoek.

De vergoedingen die de EU en de scheepseigenaren betalen in het kader van dit visserijakkoord zullen naar het inzicht van de Nederlandse regering ten goede moeten komen aan de oorspronkelijke bevolking. Het gemengde comité dient erop toe te zien dat vooral de oorspronkelijke bevolking hiervan profiteert.

Vraag 5
Beschouwt u de vluchtelingen uit de Sahara die zich in vluchtelingenkampen op Algerijns grondgebied bevinden ook als oorspronkelijke bewoners van de Westelijke Sahara? Zo neen, waarom niet? Zo ja, hoe stelt u zich voor dat deze vluchtelingen profiteren van het visserijverdrag?

Antwoord
Ja, zij worden beschouwd als oorspronkelijke bewoners van de Westelijke Sahara.

Gegeven het feit dat de vluchtelingen zich in Algerije bevinden, in samenhang met het gegeven dat Marokko moet worden gezien als een de facto beheerder van de Westelijke Sahara, lijkt het voor het moment helaas niet realistisch een financieringscontructie na te streven waardoor zij zouden kunnen profiteren van het visserijverdrag.

Vraag 6
Hebt u vertrouwen in het functioneren van de Marokkaanse vertegenwoordigers in het voorgenomen Joint Committee gegeven het feit dat Marokko de Westelijke Sahara beschouwt als vallende onder zijn soevereiniteit, niet van zins is uit eigen wil een referendum toe te staan dat de optie van onafhankelijkheid van de Westelijke Sahara biedt en de meest fundamentele rechten van deze bevolking (burgerlijke en politieke rechten, waaronder het recht op zelfbeschikking) schendt? Kunt u uw antwoord toelichten? Welke criteria en meetpunten wilt u hanteren om te beoordelen of de voorgenomen visserijovereenkomst ten goede komt van de oorspronkelijke bevolking van de Westelijke Sahara?

Antwoord
Artikel 10 van de visserijovereenkomst bepaalt dat het gemengde comité zal bestaan uit vertegenwoordigers van de twee partijen, dat wil zeggen afgevaardigden van Marokko en de Europese Commissie. Zij moeten onder andere toezien op de uitvoering, interpretatie en de goede werking van de overeenkomst (art. 10 lid 1a). Hieronder valt dus eveneens het toezicht op de uitvoering van de overeenkomst conform het internationale recht. Ik ga ervan uit dat de Commissie de Raad op de hoogte zal stellen van eventuele ontwikkelingen binnen het gemengde comité die er toe leiden dat het comité zijn mandaat niet kan vervullen. In dit verband kan ook vermeld worden dat het Europees Parlement op 3 mei heeft aangedrongen op opschorting van het akkoord in geval van schending van het internationale recht.

Vraag 7
Bent u, gezien het bovenstaande, van mening dat de Europese Unie juist de verplichting heeft om zelf de verantwoordelijkheid te nemen en waar te maken dat de natuurlijke hulpbronnen van een gebied "wier volken geen zelfbestuur hebben bereikt"worden beschermd? Zo neen, waarom niet? Zo ja, gaat u hiervoor pleiten?

Antwoord
Ik ben van mening dat de verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij het Gemengde Comité waarin Marokko en de Europese Commissie participeren. Nederland zal in een unilaterale verklaring (bijgevoegd) beklemtonen dat Marokko gehouden is aan uitvoering van de overeenkomst conform internationale verplichtingen.

Vraag 8
Kunt u deze vragen, in verband met mogelijke stemming in de Raad, vóór 20 mei aanstaande beantwoorden?

Antwoord
Helaas was beantwoording vóór 20 mei niet mogelijk.

Draft statement

With regard to the Council Regulation on the conclusion of the Fisheries Partnership Agreement between the European Community and the Kingdom of Morocco, the Netherlands wish to:

. Recall that the EU fully supports the efforts of the UN, and in particular of the Personal Envoy of its SG, Mr Peter van Walsum, to mediate between the various parties with an interest in Western Sahara towards a just, lasting and mutually accepted political solution of the conflict which will allow for the self-determination of the people of Western Sahara as envisaged by the UN Security Council

. Underline that the conclusion of a FPA may not be construed to be diminishing support for this process, and does in no way prejudge the outcome of this process with regard to the status of the Western Sahara. In particular, the FPA may not be considered as acceptance of territorial claims not supported by international law.

. Consider that future dialogue within the FPA's Joint Committee will be of special importance and that the Joint Committee shall endeavour to make use of all available instruments to ensure that the implementation of this FPA will be in conformity with the rules and principles of international law, including the principle of "permanent sovereignty over natural resources", and thus that activities under the agreement in the territory of Western Sahara will be conducted for the benefit of the original population, on their behalf or in consultation with their representatives.


---- --