Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

ons kenmerk : DN. 2006/1602
datum : 31-05-2006
onderwerp : Informatie IWC Conferentie en de Nederlandse inzet daarbij

bijlagen :

Geachte Voorzitter,

Hierbij zend ik u nadere informatie over de komende jaarvergadering van de internationale Walvisvaartcommissie (IWC) in juni, St. Kitts en Nevis en de Nederlandse inzet daarbij.

Inleiding
De jaarvergadering wordt gehouden in St. Kitts, West Indies van 16 t/m 20 juni a.s. Daar aan voorafgaand vindt eind mei - begin juni de vergadering plaats van het wetenschappelijk comité en zijn van 9 t/m
13 juni diverse werkgroepvergaderingen van de IWC gepland.

Zoals eerder aangegeven, ben ik tegen de walvisjacht. Mijn inzet is er ten algemene op gericht het proces gaande te houden richting het doel de walvisjacht onder controle te krijgen. Het wordt ons lastig gemaakt, omdat de beschermingsgezinde landen recht tegenover de walvisvarende landen staan. Tot nu toe hebben beide partijen zich star opgesteld, waardoor wij niet in staat zijn geweest juridisch bindende afspraken te maken. Dit is ten nadele van de walvis, omdat de ongecontroleerde walvisjacht onverminderd doorgaat. Daarom acht ik het van groot belang dat alle landen bij de IWC aangesloten blijven en dat we samen zo spoedig mogelijk tot een duurzame oplossing komen.

De belangrijkste agendapunten voor de vergadering zijn de stemverhoudingen tussen de lidstaten van de IWC (de pro-walvisvaartlanden en beschermingsgezinde landen), de verdere besprekingen over een herzien beheerregime (revised management scheme, RMS), de wetenschappelijke walvisvangst, de commerciële walvisvangst, het voortbestaan van het beschermingscomité en de instelling van walvisreservaten.

Stemverhoudingen binnen de IWC
Voor de toekomst van de IWC is de samenstelling van de organisatie van groot belang. Het aantal leden heeft zich de afgelopen jaren sterk uitgebreid en bedraagt nu 67 landen. De verwachting is dat in St. Kitts nog vijf landen zich zullen aansluiten.

Helaas verschuiven met de uitbreiding van het aantal leden de verhoudingen binnen de IWC ten nadele van de walvisbeschermende landen. Deze landen hadden tijdens de vorige IWC-vergadering nog een meerderheid van één stem.

Het is niet in te schatten hoe sommige landen zullen stemmen. Het is echter wel aannemelijk dat de voorstanders van de walvisvaart met de toetreding van nieuwe leden dit jaar voor het eerst een (enkelvoudige) meerderheid behalen. Voor essentiële besluiten als opheffing van reservaten of het opheffen van het moratorium heeft dit geen enkel effect, omdat deze besluiten met driekwart meerderheid genomen moeten worden. Maar door aanname van resoluties met enkelvoudige meerderheid kan de uitstraling wijzigen van een organisatie die zich vooral inzet voor de bescherming van walvissen naar één die voornamelijk gericht is op het gebruik van walvissen.

Herzien beheerregime met aanvullende afspraken (RMS) Sinds de vorige jaarvergadering is in Cambridge (Verenigd-Koninkrijk) een tussentijdse werkgroepvergadering gehouden. Het hoofdonderwerp was de totstandkoming van het herziene beheersregime. Ondanks dat al meer dan tien jaar vergaderd wordt over een pakket van afspraken rond het RMS, is relatief weinig vooruitgang geboekt. Door het gebrek aan progressie beginnen inmiddels aangesloten partijen te twijfelen aan het nut van de IWC. Haar geloofwaardigheid staat welhaast ter discussie. Dit speelt de walvisvarende landen in de kaart, gezien de stemverhoudingen.

Met name drie onderwerpen in het RMS vormen het grote struikelblok:
1. de beperking wetenschappelijke walvisvaart;
2. de toekomst van het moratorium (dit is in 1986 op tijdelijke basis ingesteld); en

3. een strikt nalevingsmechanisme.

De Nederlandse inzet is om samen met de andere walvisbeschermende landen de spanningsboog richting de walvisvarende landen te overbruggen op bovengenoemde drie onderwerpen. De strategie is om te streven naar compromissen in plaats van vast te houden aan patstellingen. Daarbij is het wat Nederland betreft afdoende als 80-90% van de leden van de IWC zich achter deze strategie schaart. Mochten de commissarissen van de IWC er niet uit komen, dan zal Nederland inzetten op een ministeriële conferentie om op politiek niveau een doorbraak te bereiken.

Op uitnodiging van de Verenigde Staten heeft de groep van walvisbeschermende landen op 18 mei jl. een zogenaamde like-minded meeting in Washington gehouden. In tegenstelling tot eerdere like-minded bijeenkomsten was de sfeer heel positief en constructief van aard. De Nederlandse inzet om een ministeriële conferentie te organiseren is hier besproken. Binnen de like-minded groep begint het besef door te dringen dat gezien de verschuivende balans in stemverhoudingen gezocht moet worden naar een duurzaam compromis. Verschillende landen die tot voor kort geen ruimte voor toenadering lieten, bleken voorzichtig bereid constructief mee te denken. De agenda van een mogelijke ministeriële top zal mijns inziens beperkt moeten zijn tot de drie hoofdpunten van het RMS, die in Cambridge zijn vastgesteld.

De Verenigde Staten hebben toegezegd te onderzoeken wat de mogelijkheden zijn van een dergelijke conferentie gekoppeld aan de jaarvergadering van de IWC in Anchorage, Alaska in 2007, mocht de impasse binnen de IWC op St. Kitts in juni van dit jaar voortduren. Als dat zo is, dan zal ik mij met de walvisbeschermende landen beraden op de gezamenlijke strategie in de opmaat naar de jaarvergadering in 2007 in de Verenigde Staten.

Daarnaast blijft mijn inzet gericht op:

* het streven naar overeenkomst over afbakening reservaten;
* de verbetering van dierenwelzijn door humane vangstmethoden; en
* het door de pro-walvisvarende landen zelf laten dragen van de kosten voor de waarneming en controle op vangsten.

Wetenschappelijke walvisvangst
Japan heeft de walvisjacht onder wetenschappelijke vlag verder uitgebreid en in maart van dit jaar een aantal vergunningen afgegeven voor de vangst van in totaal 120 dwergvinvissen. Dit boven op het hervatte walvisvaartprogramma, Jarpa-II, waarmee Japan 935 dwergvinvissen en tien gewone vinvissen wil vangen. Het verdrag geeft ruimte aan landen om zelf vergunningen af te geven voor de vangst van walvissen voor wetenschappelijk onderzoek, zonder voorafgaande goedkeuring van de IWC. Echter, de omvang die het wetenschappelijk onderzoek in Japan heeft aangenomen, lijkt sterk op een manier om het huidige moratorium op de commerciële walvisvangst te omzeilen. In een gesprek met de Japanse ambassadeur in Nederland, heb ik mijn zorgen hierover overgebracht. Nederland pleit voor sterke inperking van het onderzoek (zeker voor wat betreft de meer bedreigde soorten) en bindende afspraken en controle onder IWC-verantwoordelijkheid.

Commerciële walvisvangst
Noorwegen is van plan op commerciële gronden op grotere schaal dwergvinvissen te gaan vangen en nu voor het eerst ook in internationale wateren. Het vangstquotum dat Noorwegen heeft vastgesteld benadert mijns inziens de grenzen van het voorzorgsprincipe. Wat mij verder verontrust, is dat er in het Noorse parlement stemmen opgaan om de jacht op walvissen verder op te voeren. Verder heeft Noorwegen de beslissing genomen om de nationale waarnemers aan boord van de walvisvaarders te vervangen door een elektronisch meldingsysteem, de zogenaamde 'Blue Box'. Mede om die reden heeft Nederland op 20 april 2006 een gezamenlijke demarche gesteund (met onder meer Groot-Brittannië, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, België, Brazilië, Frankrijk, Nieuw Zeeland, en Spanje) tegen de plannen van de Noorse regering.

Beschermingscomité van de IWC
Dit comité heeft nu twee onderwerpen: onderhanden onderzoek naar verontreinigde walvissen, die zijn aangetroffen bij de walvisjacht door Russische inheemse bevolkingsgroepen (autochtone walvisjacht) en scheepsbotsingen met walvissen. Dit jaar zal blijken of het beschermingscomité voldoende levensvatbaar is en een vervolg zal krijgen. Een aantal pro-walvisvaartlanden is van mening dat dit comité te eenzijdig op de bescherming van walvissen is gericht en niet op duurzaam beheer en benutting van deze dieren, conform de dubbele doelstelling van het verdrag.
Als er voldoende bereidheid bestaat om over de doelstelling van dit comité te praten, dan kan dit bijdragen aan haar bestaansrecht en effectiviteit.

Reservaten
Tot slot sluit ik niet uit dat ook dit jaar voorstellen zullen worden ingediend om een walvisreservaat in te stellen. Voor de Zuidelijke Atlantische Oceaan zou dan deze ingediend kunnen worden door Brazilië, Argentinië en Zuid-Afrika en voor een reservaat in de Zuidelijke Stille Oceaan kan een voorstel ingediend worden door Nieuw-Zeeland. Het ligt ook in de lijn der verwachtingen dat Japan het huidige reservaat in de zuidelijke Oceaan (alle wateren ten zuiden van de 60ste zuiderbreedtegraad) probeert op te heffen. Deze besluiten dienen een driekwart meerderheid te behalen. Nederland is voorstander van het instellen van walvisreservaten, omdat deze kunnen bijdragen aan het herstel van walvispopulaties, die in de afgelopen decennia sterk achteruit zijn gegaan.

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman