Gemeente Delft B&W wil aanvraag voor islamitische basisschool afwijzen

Het college van B&W stelt de gemeenteraad voor om de aanvraag voor een islamitische basisschool van de stichting Islamitisch College (SIC) af te wijzen. De nieuwe aanvraag is door SIC ingediend op basis van een prognose met als vergelijkbare gemeente Leiden en op basis van een uitgevoerde enquête in een gedeelte van Delft. Na eerdere aanvragen van de stichting is het college ook nu van mening dat er in Delft te weinig belangstelling is om een islamitische basisschool in stand te houden.

SIC heeft bij de vorige aanvragen de gemeentes Schiedam en Heerlen vergeleken met Delft. Hiermee stemde de gemeente Delft niet in, omdat deze twee gemeenten te veel verschillen met Delft. Bij de huidige aanvraag is Delft vergeleken met Leiden. Omdat Leiden qua aantal inwoners, samenstelling en ligging lijkt op Delft, stemt het college in met de vergelijking. Uit onderzoek blijkt dat er in Leiden een werkelijke belangstelling voor islamitisch onderwijs is van 0,94%. Als dit percentage wordt toegepast op Delft, wordt het vereiste aantal leerlingen van 315 niet gehaald. SIC heeft daarnaast onafhankelijk onderzoek laten uitvoeren door onderzoeksbureau ITS. ITS concludeert dat er wel voldoende belangstelling zou zijn (9,1%). Het college heeft een aantal inhoudelijke kritiekpunten op het onderzoek van ITS en acht de uitkomst niet aannemelijk. Geconstateerd wordt dat het verschil met de werkelijk gemeten belangstelling in de vergelijkbare gemeente Leiden te groot is. Het college blijft dus van mening dat er onvoldoende belangstelling is voor een islamitische basisschool in Delft.

Schoolaanvragen moeten volgens de Wet op het primair onderwijs zorgvuldig getoetst worden op haalbaarheid. Hierbij worden onderzoeksresultaten gebruikt van een gemeente waarmee Delft vergeleken wordt. Deze toetsing is van belang vanwege de investering in huisvesting, deelname aan het lokaal onderwijsbeleid en veranderde leerling-stromen. De stichting van een nieuwe basisschool vereist een minimum van 315 leerlingen binnen vijf jaar en voor de vijftien jaar daarna.

Noot voor de redactie (