Unicef



Java: Nasleep aardbeving treft veel kinderen 31 mei 2006, New York - Ruim een halve week na de aardbeving op het Indonesische eiland Java is de helft van het aantal gewonden in het ziekenhuis in Bantul jonger dan 18. Nog steeds worden dagelijks mensen het hospitaal, dat vlakbij de stad Yogyakarta ligt, binnengedragen. Het aantal doden als gevolg van de ramp wordt inmiddels geschat op ruim 5.800.

Op het vliegveld Solo, midden op het eiland Java, laden enkele mannen hulpgoederen in vrachtwagens. De spullen zijn bedoeld voor de slachtoffers van de aardbeving, rond de stad Yogyakarta. Foto: Unicef, Estey, Indonesie 2006


Op het vliegveld Solo, midden op het eiland Java, laden enkele mannen hulpgoederen in vrachtwagens. De spullen zijn bedoeld voor de slachtoffers van de aardbeving, rond de stad Yogyakarta. Foto: Unicef, Estey, Indonesie 2006

"Kinderen kunnen niet goed voor zichzelf zorgen", zegt John Budd, woordvoerder van Unicef in Indonesië. "Als ze hun ouders zijn verloren of hun familie kwijt zijn, is er niemand die ze in de gaten houdt. Ze zijn extra kwetsbaar." Unicef zet daarom alles op alles om deze kinderen zo snel mogelijk te verenigen met hun ouders, familieleden of andere bekenden.

Sinds afgelopen maandag komt de stroom met hulpgoederen in het getroffen gebied rond Yogyakarta op gang. De mensen hebben inmiddels containers met water ontvangen, tenten voor families en voor scholen, speelgoed en kookbenodigdheden.

Een moeder was haar 1-jarige zoontje, terwijl achter zich haar dochter herstelt van verwondingen die ze opliep door de aardbeving. Foto: Unicef, Estey, Indonesie 2006

Een moeder was haar 1-jarige zoontje, terwijl achter zich haar dochter herstelt van verwondingen die ze opliep door de aardbeving. Foto: Unicef, Estey, Indonesie 2006

In de komende zes maanden zal Unicef zich richten op psychosociale hulp voor kinderen die door de aardbeving zijn getraumatiseerd. Er zullen centra komen, waar kinderen met behulp van sociale activiteiten de ramp kunnen verwerken. Ook zal Unicef erop toezien dat kinderen niet ten prooi vallen aan misbruik of uitbuiting.