College van Beroep voor het bedrijfsleven


Gewijzigd standpunt inzake term familieverhouding

Betrokkene en M. wonen sinds 1988 samen en hebben op 12 mei 2000 een samenlevingsovereenkomst gesloten. Het Uwv heeft M. verzekeringsplichtig beschouwd op grond van artikel 5 van de ZW, WW, WAO juncto artikel 5 van het KB. Hierbij is opgemerkt dat in artikel 8, eerste lid onder f van het KB weliswaar de arbeidsverhouding die in overwegende mate wordt beheerst door een familieverhouding is uitgezonderd, maar dat de Raad samenwoning niet op één lijn stelt met een familieverhouding. De Raad kan zich vinden in het oordeel van de rechtbank dat M. niet verzekeringsplichtig is, nu de maatschappelijke omstandigheden en de rechtsopvattingen op het gebied van huwelijk en samenwonen thans in zodanige mate verandering hebben ondergaan dat de uitleg die de Raad in het verleden aan het begrip "familieverhouding" heeft gegeven, thans niet meer houdbaar is. De rechtbank wijst in dit verband op de invoering van artikel 1, derde, vierde en vijfde lid, van de ZW/WW/WAO per 1 januari 1998. Deze artikelleden in onderlinge samenhang brengen met zich mee dat de uitleg van de term "familieverhouding" thans niet meer beperkt kan blijven tot gehuwden of hun bloedverwanten (in de tweede graad). De Raad maakt de door de rechtbank gebezigde overwegingen tot de zijne.

LJ Nummer

AW7775

Bron: Centrale Raad van Beroep Datum actualiteit: 31 mei 2006 Naar boven