College van Beroep voor het bedrijfsleven


Ten onrechte niet gehoord. Gevolgen overschrijding redelijke termijn

Betrokkene is ten onrechte niet gehoord over het premiebesluit, terwijl daar wel om is verzocht. Dit is in strijd met artikel 87a van de WAO. De Raad gaat niet principieel in op de grief dat de medische besluitenregeling in de bezwaarprocedure in strijd is met artikel 26 van het IVBPR. De werkgever heeft in de bezwaarfase niet verzocht om kennis te kunnen nemen van de medische stukken. Ook overigens is er geen belang meer bij deze grief, nu de gemachtigde van de werkgever zowel in beroep als in hoger beroep de beschikking heeft gekregen over de medische stukken. De Raad stelt vast dat er sprake is van overschrijding van de redelijke termijn, zowel in de rechterlijke fase, als in de bestuurlijke fase. Voor wat betreft de vergoeding van de schade ten gevolge van de overschrijding in de rechterlijke fase verwijst de Raad naar de civiele rechter. De Raad oordeelt wel over het schadeverzoek met betrekking tot de overschrijding in de bestuurlijke fase. Er is uitsluitend verzocht om vergoeding van immateriële schade. De Raad verwijst hierbij naar zijn uitspraak van 22 december 2005 (LJN AU8937). In casu kent de Raad geen schadevergoeding toe. Het niet horen in de bezwaarfase is in beroep en hoger beroep voldoende gecompenseerd. De vaststelling dat de redelijke termijn is overschreden staat niet in de weg aan de instandlating van de rechtsgevolgen.

LJ Nummer

AW2013

Bron: Centrale Raad van Beroep Datum actualiteit: 31 mei 2006 Naar boven