Media deze week

Op de pagina 'Uitspraken in hoofdzaken' treft u een actueel en volledig overzicht van zaaknummers in hoofdzaken (bodemprocedures) aan, waarin de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op de woensdag uitspraak doet. De lijst met zaaknummers is lang. Gemiddeld wordt wekelijks in 60 zaken uitspraak gedaan. De persvoorlichters van de Raad van State maken op maandag een selectie van de uitspraken die mediagevoelig kunnen zijn. Deze lijst treft u op deze pagina aan. Deze selectie is uiteraard arbitrair, omdat mediagevoeligheid, vooral regionaal, niet altijd goed is in te schatten.

Voor meer informatie over de uitspraken en/of procedures kunt u contact opnemen met de persvoorlichters van de Raad van State:

mr. Pieter-Bas Beekman 070 - 426 47 73 / 06 - 52 07 70 04

mr. Frederik Kunst 070 - 426 45 20 / 06 - 52 07 70 00

De mediagevoelige zaken van deze week zijn: Raad van State

(Deze lijst wordt iedere maandag om 14.00 uur geactualiseerd)

Op woensdag kunt u vanaf 10.15 uur op het onderstreepte zaaknummer klikken voor de volledige tekst van de uitspraak.
* 200505152/1
(Bedrijvenpark Trade Port Noord in Venlo)
Uitspraak over de goedkeuring door het college van gedeputeerde staten van Limburg van het bestemmingsplan Bedrijvenpark Trade Port Noord van de gemeente Venlo. Dit plan maakt de ontwikkeling van het Bedrijvenpark Trade Port Noord en een ecologische verbindingszone mogelijk. Het plangebied maakt deel uit van het gebied Venlo Noord-West dat in de noordwestelijke oksel ligt van het verkeersknooppunt Zaarderheiken en dat wordt begrensd door de spoorlijn Eindhoven-Venlo en rijksweg A67 in het zuiden en rijksweg A73 in het oosten. Het bedrijvenpark is gepland aan de oostelijke zijde van dit gebied tegen rijksweg A73. Enkele inwoners van Venlo zijn van mening dat het provinciebestuur dit plan niet had mogen goedkeuren. Door de realisering van het bedrijvenpark zullen volgens hen nadelige gevolgen ontstaan voor hun woonklimaat: waardevermindering van hun woning, toename van verkeer, geluidoverlast en stankoverlast. Volgens de inwoners is de noodzaak van het bedrijvenpark niet aanwezig en is het wegennet onvoldoende ingesteld op de verkeerstoename. Ook de financiële haalbaarheid van het plan is volgens hen onvoldoende aangetoond. Zij vrezen ten slotte dat zij door het lozen van water op de Mierbeek te maken krijgen met wateroverlast en met vervuild water.

* 200505388/1
(Openbaarmaking rapport belangenverstrengeling Nijkerk) Uitspraak over de mededeling van het college van burgemeester en wethouders van Nijkerk om een rapport van Deloitte Bijzonder Onderzoek & Integriteitsadvies over een mogelijke belangenverstrengeling rond een ambtenaar van de gemeente volledig openbaar te maken in niet-geanonimiseerde vorm. Het gaat om een ambtenaar die van 1997 tot 2004 afdelingshoofd Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting bij de gemeente Nijkerk was en die tevens directeur was van een adviesbureau op het gebied van ruimtelijke ordening. In 2004 heeft het gemeentebestuur van Nijkerk Deloitte opdracht gegeven een onderzoek in te stellen naar handelingen van de desbetreffende persoon die zouden kunnen wijzen op belangenverstrengeling. Deze resultaten zijn vastgelegd in een rapport, dat het gemeentebestuur vervolgens volledig openbaar heeft gemaakt met vermelding van de naam van de persoon. De rechtbank in Arnhem heeft in juni 2005 een eerder beroep van de desbetreffende persoon tegen de volledige openbaarmaking deels gegrond verklaard. Naar het oordeel van de rechtbank mocht het gemeentebestuur het rapport openbaar maken, maar heeft het gemeentebestuur niet voldoende gemotiveerd waarom dat met naam en toenaam is gebeurd. Het college van burgemeester en wethouders van Nijkerk is het niet eens met de uitspraak van de rechtbank. Het bestrijdt het oordeel van de rechtbank dat het de naam van de desbetreffende persoon in redelijkheid achterwege heeft kunnen laten. Maar ook de desbetreffende persoon komt in hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank. Hij blijft van mening dat het rapport niet volledig openbaar had moeten worden gemaakt.


* 200506358/1
(Bestemmingsplan Crabbehof-Zuidhoven Dordrecht) Uitspraak over de goedkeuring door het college van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van het bestemmingsplan Crabbehof-Zuidhoven van de gemeente Dordrecht. Dit plan actualiseert de planologische regeling voor de wijken Crabbehof en Zuidhoven en maakt de bouw mogelijk van drie woontorens met een hoogte van respectievelijk 20, 26 en 43 meter ter hoogte van de PABO-locatie. Onder meer de Wijkvereniging Zuidhoven is tegen de goedkeuring die de provincie aan het plan heeft gegeven. Als procedureel bezwaar voert zij aan dat de onderzoeken naar bezonning, windhinder en verkeersveiligheid ten onrechte niet ter inzage hebben gelegen met het ontwerpplan. Dit is volgens de Wijkvereniging wel vereist op grond van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.


* 200506909/1
(Eindafrekening nieuwbouw ziekenhuis Amsterdam) Uitspraak op het beroep dat de Vereniging Nederlands Kankerinstituut en het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis uit Amsterdam heeft ingesteld tegen het besluit van het college bouw ziekenhuisvoorzieningen (nu: college bouw zorginstellingen) waarbij de eindafrekening van nieuwbouw van het ziekenhuis is goedgekeurd. Op de eindafrekening is een bedrag van 20.000.000,= in mindering gebracht omdat het college bouw ziekenhuisvoorzieningen van oordeel is dat een deel van het project vervangende nieuwbouw betreft. Voor vervangende nieuwbouw heeft het ziekenhuis in het verleden een bedrag opgebouwd dat in mindering moet worden gebracht op de totale bouwkosten. Voor uitbreiding van het ziekenhuis geldt geen inbreng van dit geld. Het ziekenhuis is van oordeel dat het project voor een deel uitbreiding van het ziekenhuis betreft waarvoor geen 'inbrengverplichting' geldt.


* 200507107/1
(Milieuvergunning bouwstoffenbedrijf Eemshaven) Uitspraak over de milieuvergunning die het college van gedeputeerde staten van Groningen heeft verleend aan een bouwstoffenbedrijf aan de Kwelderweg in de Eemshaven voor de op- en overslag en het be- en verwerken van primaire en secundaire bouwstoffen en afvalstoffen. Drie bedrijven (Afvalstoffen Terminal Moerdijk B.V., Sita Remediation B.V. en Eemsmond Betoncentrale B.V.) hebben bezwaren tegen de milieuvergunning die aan het bouwstoffenbedrijf is verleend. Zij zijn van mening dat niet duidelijk is hoeveel teerhoudend asfaltgranulaat en niet-extractief reinigbare grond in het bedrijf mag worden opgeslagen. Ook vinden zij dat een te grote opslag is vergund, wat uit milieuhygiënisch oogpunt onaanvaardbaar is. Ook stellen zij dat het milieuvoorschrift dat toestaat om teerhoudend en niet teerhoudend ongebroken asfaltpuin en/of asfaltgranulaat op te slaan voor een termijn van maximaal drie jaren, niet is na te leven. Ten slotte wordt aangevoerd dat het bouwstoffenbedrijf met de vergunning ten onrechte 850.000 ton teerhoudend asfaltgranulaat en 500.000 ton verontreinigde grond kan opslaan, zonder financiële zekerheid te stellen.


* 200507197/1
(LPG-tankstation Spijkenisse)
Uitspraak over de gedeeltelijke intrekking door het college van burgemeester en wethouders van Spijkenisse van de milieuvergunning voor een LPG-tankstation. Aanleiding daarvoor was onder meer het plan van het college om in de nabijheid van het LPG-tankstation een zorgcentrum te bouwen. Volgens het college is die bouw uit oogpunt van veiligheid nu niet mogelijk, omdat aan de in 1994 verleende milieuvergunning geen maximum is verbonden aan de hoeveelheid LPG dat per jaar mag worden doorgezet. Door de vergunning gedeeltelijk in te trekken en die hoeveelheid LPG te beperken tot 1000 m³, staan de veiligheidsregels de bouw van het zorgcentrum volgens het college niet in de weg. Het college heeft het besluit gebaseerd op de Wet milieubeheer, waarin is bepaald dat een vergunning (gedeeltelijk) kan worden ingetrokken indien met die vergunning drie jaar geen handelingen zijn verricht. Volgens het college was in elk geval de afgelopen drie jaren feitelijk sprake van een doorzet van niet meer dan 250 m³ LPG per jaar. De exploitant van het tankstation is van mening dat de toegestane doorzet niet had mogen worden beperkt en voert onder meer aan dat de Wet milieubeheer daarvoor geen ruimte biedt.


* 200507816/1
(Boete voor SBS en TV10 vanwege overtreding reclamevoorschriften) Uitspraak over de boetes die het Commissariaat voor de Media heeft opgelegd aan SBS en TV10 vanwege overtreding van de reclamevoorschriften in de Mediawet. Het Commissariaat heeft in totaal een boete van ruim 140.000 opgelegd, omdat SBS en Net5 op enkele dagen in 2003 meer reclame per uur hebben uitgezonden dan is toegestaan. Daarnaast is nog een boete opgelegd van 9.000, omdat een door Net5 uitgezonden film vaker door reclameboodschappen is onderbroken dan op grond van de mediaregels is toegestaan. SBS is het niet eens met de boetes, omdat bij de berekening van de duur van de film ten onrechte de tussentijds uitgezonden reclame niet is meegeteld. Dit is volgens SBS van belang, omdat zij anders ten opzichte van haar grootste concurrent HMG, die onder toezicht staat van de Luxemburgse autoriteiten, ernstig wordt benadeeld. SBS en TV10 zijn verder van mening dat de boetes onevenredig hoog zijn en dat zij vaker dan andere uitzenders zijn gecontroleerd.


* 200508528/1
(Kappen bomen in De Bakenhof Arnhem)
Uitspraak over de kapvergunning die het college van burgemeester en wethouders van Arnhem heeft verleend aan Volkshuisvesting Arnhem voor het kappen van 376 bomen in het gebied De Bakenhof in Arnhem. Een inwoner van Arnhem heeft bezwaren geuit tegen de kapvergunning. Het gemeentebestuur heeft de bezwaren van deze inwoner echter niet-ontvankelijk verklaard, omdat hij geen rechtstreeks, persoonlijk belang zou hebben bij het besluit om de bomen te kappen. Hij woont naar de mening van het college van burgemeester en wethouders te ver van het gebied De Bakenhof af. De inwoner vindt zichzelf wel een belanghebbende, aangezien hij vanwege zijn gezondheidstoestand regelmatig moet wandelen en daarbij aangewezen is op het groen in de nabije omgeving van zijn woning. De rechtbank in Arnhem heeft in augustus 2005 een eerder beroep van de inwoner niet-ontvankelijk verklaard. Naar het oordeel van de rechtbank heeft hij geen procesbelang meer, omdat alle bomen inmiddels al zijn gekapt. De inwoner is het niet eens met de uitspraak van de rechtbank en komt in hoger beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.


* 200509440/1
(Vliegbasis De Peel Venray)
Uitspraak over de afwijzing door de staatssecretaris van Defensie van het verzoek van een inwoner van Venray om de zogeheten aanwijzing van de vliegbasis De Peel als luchtvaartterrein voor de militaire luchtvaart in te trekken. Volgens hem voldoet de vliegbasis niet meer aan de omschrijving van het begrip Luchtvaartterrein in de Luchtvaartwet, nu deze feitelijk is ontmanteld en gedeactiveerd. De staatssecretaris heeft het verzoek om de aanwijzing als luchtvaartterrein in te trekken, afgewezen, omdat hij De Peel als reservebasis voor bijzondere situaties wil behouden. Een snelle reactivering moet volgens de staatssecretaris niet onmogelijk worden gemaakt.


* 200510144/1
(Paardensportcentrum Eehzerwold De Bult)
Uitspraak over de afwijzing door het college van burgemeester en wethouders van Steenwijkerland van het verzoek om op te treden tegen het paardensportcentrum Eehzerwold aan de Onderduikersweg in De Bult. Een inwoner van De Bult heeft de gemeente verzocht maatregelen te nemen tegen het paardensportcentrum, omdat het activiteiten zou verrichten in strijd met de milieuvergunning. Het gemeentebestuur heeft het verzoek afgewezen, omdat inmiddels een vergunning was aangevraagd voor de gewijzigde activiteiten.


* 200510399/1
(Geluidsnormen busremise Leiden)
Uitspraak over de zogenoemde nadere eis die het dagelijks bestuur van de Milieudienst West-Holland heeft opgelegd voor de busremise van Connexxion aan de Rijnsburgerweg in Leiden. De nadere eis bevat hogere geluidsnormen voor de avond- en nachtperiode, wat er op neerkomt dat in die perioden meer geluid mag worden geproduceerd dan voorheen. Een inwoner van Leiden voert aan dat de milieudienst niet bevoegd was om nadere eisen te stellen en dat de vastgestelde geluidsnormen te hoog zijn. Volgens hem kan met lagere normen worden volstaan, indien een geluidscherm wordt aangebracht. Verder is hij van mening dat het akoestisch onderzoek dat is verricht, niet representatief is en dat het onderzoek niet door een onafhankelijke instantie is uitgevoerd.