Provincie Noord-Holland

30-5-2006

Onderwerp

Provincie onderzoekt medegebruik busbanen

Carla van Twuijver

De provincie onderzoekt de mogelijkheden om meer verkeer toe te laten op de busbanen. Het regulier openbaar vervoer heeft uiteraard absoluut voorrang en de mogelijkheden zijn vooralsnog zeer beperkt.

Goedlopende busbanen
De Provincie Noord-Holland is in het bezit van een aantal goedlopende busbanen. De Zuidtangent is het meest bekend, maar ook de busbanen in Waterland (Purmerend-Amsterdam en Edam/Volendam-Amsterdam) zijn zeer succesvol. Dit succes blijft niet onopgemerkt. De provincie heeft meerdere verzoeken gekregen voor medegebruik van de busbanen. Bij de Zuidtangent gaat dat vooral om medegebruik door vrachtwagens en die in Waterland om medegebruik door gehandicaptenvervoer of collectief (bedrijfs)vervoer.

Onderzoek naar mogelijkheden
Onder bepaalde randvoorwaarden zou het mogelijk moeten zijn om aan deze verzoeken te voldoen. Daarvoor gaat de provincie eerst onderzoek verrichten. Een onderzoek richt zich op de mogelijkheid om op het traject N247 vanuit Edam/Volendam medegebruik mogelijk te maken en een onderzoek richt zich op medegebruik van vrachtverkeer op de Zuidtangent. In beide onderzoeken zullen de randvoorwaarden verder uitgewerkt worden en gekeken wordt naar het maatschappelijk draagvlak. Daarnaast wordt gekeken naar de kosten en batten, zowel financieel als maatschappelijk.

Prioritering en randvoorwaarden
Wie we op de busbaan willen toelaten is erg belangrijk. De doorstroming van het reguliere openbaar vervoer heeft absoluut voorrang.
De volgende prioritering is vastgesteld:

1. Leerlingenvervoer (verstandelijk en lichamelijk gehandicapten) wat tijdsgebonden is, want de rit mag in theorie niet langer zijn dan 45 minuten. De gemeenten bepalen wie in aanmerking komen.
2. Vervoer AWBZ (vervoer naar dagbesteding/sociale werkplaats). Het Centraal indicatieorgaan zorginstellingen CIZ is hiervoor verantwoordelijk.

3. Collectief bedrijfsvervoer met winstoogmerk (touringcar met werknemers en evenementen).

4. Semi collectief bedrijfsvervoer (minimaal 5 personen) met winstoogmerk.

5. Commercieel vervoer met vrachtwagens, bedrijfswagens of touringcar met toeristen.

De randvoorwaarden richten zich op het doel en de inrichting van de infrastructuur, de handhaving en de verkeersveiligheid:
1. Alle bevoegde partijen zijn akkoord met medegebruik.
2. Doorstroming regulier OV mag niet gehinderd worden.
3. De vertraging van het overige verkeer mag niet te groot zijn.
4. De infrastructuur moet geschikt zijn voor medegebruik.
5. Medegebruik stelt eisen aan voertuig en bestuurder.
6. Beschikbare ruimte.