Socialistische Partij

`NAVO dreigt in Afghaans moeras te belanden'

30-05-2006 * Afghanistan blijft prioriteit nummer 1 voor de NAVO. Een mislukking zegt de alliantie zich niet te kunnen permitteren. Lidstaten moeten daarom meer middelen beschikbaar stellen en toestaan dat in Afghanistan gelegerde soldaten ook de gewapende strijd aangaan met opstandelingen en zich niet beperken tot "peace keeping". Die boodschap hadden NAVO-secretaris-generaal Jaap de Hoop Scheffer en generaal James Jones, opperbevelhebber van de NAVO in Europa, voor de parlementaire assemblee van de alliantie, die deze week in Parijs bijeenkwam.

Het fel oplaaiende geweld in Afghanistan baart veel politici en militairen grote zorgen. Honderden doden, onder wie burgers en buitenlandse militairen, vielen er in de afgelopen weken, meer dan eerder sinds de Amerikaanse inval in 2001. Toch lijkt iedereen in de NAVO elkaar moed te willen inpraten. Zo ook generaal Jones, die in Parijs het toenemende geweld zelfs een bewijs noemde voor de effectiviteit van de NAVO-missie: "Tot nu toe werden deze delen van het land overgelaten aan de Taliban. Nu komen ze ons tegen."

Het geweld komt niet alleen van de Taliban trouwens, maar evenzeer van drugsproducenten en krijgsheren. Ook tegen hen richt zich de NAVO-missie die zich - aldus Jones - binnenkort over het hele land zal uitstrekken en de rol van de Amerikaanse troepen gaandeweg zal overnemen. Deze zomer vertrekken 1400 Nederlandse militairen naar de uiterst gevaarlijke provincie Uruzgan.

Tiny Kox Tot degenen die twijfels uitten over de NAVO-missie in Afghanistan, hoorde SP-senator Kox, lid van de Nederlandse delegatie. Tijdens een van de besprekingen vroeg hij zich af of de NAVO niet in een moeras terechtkomt, en daarmee ook de Nederlandse soldaten: "Er is geen fatsoenlijk functionerende overheid, de corruptie is gigantisch, de economie steunt op drugsproductie en er is een oorlog gaande. Hoe kan er dan sprake zijn van wederopbouw?" Volgens Kox zijn effectiviteit en proportionaliteit van de NAVO-missie ver te zoeken. De NAVO-leiding denkt daar kennelijk anders over.

In Parijs werd ook gesproken over de uitbreiding van de NAVO en de toekomst van de alliantie. De presidenten van Georgië en Azerbeidzjan, Saakashvili en Aliyev, waren speciaal naar Parijs gekomen om versterking van hun relaties met het transatlantische bondgenootschap te bepleiten. De regering van Oekraïne had haar minister van Buitenlandse Zaken Tarasyuk afgevaardigd. De assemblee steunde een oproep om Albanië, Macedonië en Kroatië uiterlijk in 2008 uit te nodigen tot de alliantie toe te treden en om de betrekkingen met Georgië aan te halen. Kox stelde voor om aanzienlijk terughoudender te zijn, maar kreeg daarvoor weinig steun. De SP-senator vindt het vooral riskant dat de NAVO zich nog meer bemoeit met de Kaukasische landen, waar tal van conflicten snel kunnen uitgroeien tot grote crises.

Over de toekomst van de NAVO lopen de meningen nog steeds uiteen, zoals bleek uit de bijdrage van de Franse minister van Defensie Michèle Alliot-Marie. Volgens haar vragen sommige lidstaten te veel van de alliantie. De Franse regering is juist voor beperking en concentratie van activiteiten. Dat dient niet gezien te worden als een weigering van Frankrijk haar taak binnen de NAVO te vervullen, lichtte de chef staf van de Franse strijdkrachten, generaal Henri Bentegeat, toe. Frankrijk neemt weliswaar een bijzondere positie in en doet niet mee met alle NAVO-activiteiten, maar is wel een van de voornaamste leveranciers voor de verschillende NAVO-missies. De Franse minister van Defensie toonde zich voorstander van verdere versterking van de militaire macht van de Europese Unie, die volgens haar "complementair" aan de NAVO moet zijn. Daarmee nam ze een voorschot op de NAVO-top in Riga, Letland, komende oktober. Daar zal, aldus generaal Jones, gesproken moeten worden "over fundamentele vragen als: wat is de NAVO, waarom bestaat de NAVO nog, wat doet de alliantie en wat hebben burgers eraan?" De generaal toonde zich optimistisch - "the best of NATO has yet to come" - maar erkende dat er een groeiende tegenstelling is tussen wat de lidstaten zeggen te willen en wat ze ervoor over hebben. Jones wees erop dat slechts negen lidstaten hun verplichting nakomen om 2 procent van hun bruto binnenlands product aan defensie en veiligheid te besteden: "You cannot get ever more for ever less," aldus de Amerikaanse militair, die steun kreeg van zijn politieke baas De Hoop Scheffer. De Nederlandse NAVO-voorman erkende dat er bij de publieke opinie weinig belangstelling is om meer geld voor de NAVO uit te trekken. "Blijkbaar communiceren we niet goed genoeg. Mensen zien niet het verband tussen hun veiligheid en ons optreden in Afghanistan. Dat moeten we dus beter uitleggen."

Door de ambassadeurs van de NAVO-lidstaten werd gemeld dat in 2009 bij het 60-jarig bestaan van de NAVO een besluit zal vallen over officiële aanpassing van de NAVO-strategie aan de gewijzigde omstandigheden. Eerder pleitte Kox er al bij minister van Buitenlandse Zaken Bot voor om niet alleen politici en militairen maar ook de bevolking zeggenschap te geven over die nieuwe NAVO of over een meer wenselijke internationale veiligheidsstructuur. Bot wilde dat niet toezeggen. Wel zal hij ervoor ijveren de al bestaande nieuwe politieke leidraad van de NAVO nog voor de top van Riga in oktober openbaar te maken. Die tot nu toe onbekende leidraad moet de basis voor de aangepaste strategische visie van de "nieuwe" NAVO gaan vormen.