Ministerie van Buitenlandse Zaken

Naar aanleiding van het amendement van het lid Samsom (PvdA) d.d. 22 november 2005, en recente ontwikkelingen in Uganda, informeer ik u over de besluitvorming inzake hulp aan Uganda en in het bijzonder ten aanzien van het verlenen van algemene begrotingssteun.

Eind mei hebben de belangrijkste donoren in Uganda, het Verenigd Koninkrijk, Ierland, Zweden, Duitsland, Noorwegen en Nederland een 'joint bilateral budget support partner assessment' opgesteld van zowel de macro-economische als de politieke prestaties. In deze beoordeling werd de periode november 2005 tot en met april 2006 nader onder de loep genomen. Deze beoordeling dient als basis voor de (bilaterale) besluiten van donoren over het verlenen van algemene begrotingssteun aan Uganda, waarbij getracht wordt om één gezamenlijk signaal af te geven aan de Ugandese overheid.

Belangrijkste conclusies over de periode sinds november 2005, toen de belangrijkste donoren een korting doorvoerden op de algemene begrotingssteun, is dat er nog altijd sprake is van 'mixed performance'. Alhoewel de macro-economische prestaties van Uganda onverminderd goed blijven, is de situatie met betrekking tot onder meer de openbare financiën, corruptie en het behalen van de doelstellingen van het 'Poverty Reduction Support Credit (PRSC)' niet onverdeeld positief. Tegelijkertijd dringen donoren er op aan dat de nieuwe regering daadwerkelijk de armoede- en corruptiebestrijding ter hand neemt. De goed-bestuurssituatie blijft precair. Donoren in Kampala hebben geconcludeerd dat er in de aanloop naar de verkiezingen geen sprake is geweest van een 'level playing field', hetgeen de oppositie in staat had moeten stellen op eerlijke wijze oppositie te voeren en deel te nemen aan de verkiezingen op 23 februari jl. Deze verkiezingen leidden, zoals bekend, tot de herverkiezing van president Museveni. Met name de arrestatie van oppositieleider Kizza Bezzigye en de tegen hem aangespannen rechtszaken in dat verband in de aanloop naar de verkiezingen leidden in november 2005 tot het besluit van diverse donoren om te korten op de algemene begrotingssteun. Ook Nederland kortte destijds de inzet van deze hulpmodaliteit met EUR 6 miljoen. Dit bedrag werd vervolgens overgeheveld naar beleidsartikel 2, "Grotere veiligheid en stabiliteit, effectieve humanitaire hulpverlening en goed bestuur" ten behoeve van Noord-Uganda.

In het amendement Samsom wordt gesteld dat eenzelfde bedrag dient te worden gekort op de algemene begrotingssteun in 2006 zolang er geen significante politieke verbeteringen zouden optreden in Uganda. Gelet op recente ontwikkelingen zie ik op dit moment geen aanleiding de voorziene korting voor 2006 terug te draaien. De overheveling van EUR 6 miljoen van beleidsartikel 4 naar beleidsartikel 2 zal dan ook dit jaar worden doorgevoerd en ten goede komen aan Noord-Uganda.

Later dit jaar zal meer duidelijkheid worden verkregen over de werkwijze en planning van de nieuwe regering. Nederland zal, in nauwe samenwerking met andere donoren, de samenwerking en de intensieve dialoog met de regering en andere partners voortzetten ten behoeve van armoedebestrijding in Uganda.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven

---- --