Gemeenten kunnen het verschil maken

Vng

Persbericht

Gemeenten kunnen het verschil maken

Op veel terreinen kunnen de gemeenten waarde voor burgers toevoegen en het vertrouwen van de burger winnen. Daarmee kunnen gemeenten daadwerkelijk het verschil voor de burger maken. Dat is de oproep aan gemeenten van de Commissie Lokaal Bestuur in haar vandaag verschenen rapport.

Gemeenten kunnen veel zichtbaarder worden voor de burger door het recht op ongelijksoortigheid beter te erkennen. Niet alleen het Rijk kan op dit punt initiatieven nemen, maar ook de gemeenten zelf. Door veel meer uit te gaan van eigen individualiteit en kracht kunnen gemeenten meer recht doen aan de burger.

Het recht op ongelijksoortigheid van de gemeenten is een van de belangrijkste conclusies uit het rapport van een breed samengestelde commissie die in opdracht van de VNG een verkenning heeft uitgevoerd naar de toekomstige positie van de gemeenten. Deze commissie stond onder leiding van de voorzitter van het College van Bestuur van de Open Universiteit en oud-wethouder van Maastricht Theo Bovens.

De toegevoegde waarde voor de burger komt in de verdrukking door het gelijkheidsdenken. Gemeenten zijn er nu juist voor de verschillen en voor de plaatselijke belangenafweging. Dit is de essentie van de gemeentelijke democratie: gelijke gevallen worden in verschillende situaties (= gemeenten) ook verschillend behandeld. De roep om gelijke behandeling van mensen wordt door sectorale belangenbehartigers van harte ondersteund en vindt in de Tweede Kamer veel weerklank: voorzieningen, lastendruk en beleid moeten overal zoveel mogelijk hetzelfde zijn. Dat leidt er toe dat er steeds minder ruimte is voor de lokale politieke afweging. De commissie wil een eind maken aan angstvallig gelijkheidsdenken. Gemeenten moeten juist meer maatwerk leveren voor hun burgers. De commissie wil dat over 10 jaar de nu bestaande uniformering, hindermachten en nivellerende culturen zullen zijn verdwenen.

De commissie komt tot deze oproep omdat de gemeente nu te weinig zichtbaar en herkenbaar is voor de burger. Veel voor de burger herkenbare taken zijn bij de gemeente verdwenen. Ook hebben de gemeenten zichzelf voor de burger onzichtbaar gemaakt door de wijze waarop zij taken hebben georganiseerd. Onzichtbare regionale structuren of externe partijen hebben gemeentelijke taken gekregen.

De burger ervaart de gemeente niet als de overheid die dicht bij hem staat. Juist de gemeenten kunnen zich inspannen om deze balans met de burger te herstellen. Zij kunnen er voor zorgen dat de burger de gemeente weer ervaart als 'van ons'. Gemeenten moeten meer uitgaan van eigen kracht en identiteit en een bestuurscultuur ontwikkelen die past bij hun eigen gemeenschap. Daarvoor hebben de gemeenten een erkenning van hun recht op ongelijkheid nodig.
Dit recht dient te worden vastgelegd in de Grondwet door een betere bescherming van de gemeentelijke autonomie. Daarnaast zal de gemeentelijke pluriformiteit meer kansen krijgen door middel van een geheel vernieuwde Gemeentewet.

Tegen deze achtergrond stelt de commissie een agenda aan de gemeenten voor met actiepunten waarmee zij het verschil kunnen maken voor hun burgers. Een belangrijk actiepunt hierbij is meer ruimte voor het zelf bepalen van de politieke uitgangspunten van het beleid door de raad en het aangeven van de hoofdlijnen van de wijze waarop de dienstverlening aan de burger wordt ingericht.
Maar wie is de burger? Net zomin als er sprake is van de gemeente, is er sprake van de burger. Burgers kunnen verschillende rollen hebben, soms zelfs verenigd in één persoon. Er zijn niet alleen de mondige burgers die goed voor hun belangen op kunnen komen, maar ook de burgers die nauwelijks in staat zijn om voor hun meest elementaire belangen op te komen. Ook zijn er burgers die nauwelijks geïnteresseerd zijn in hun directe woonomgeving zolang de straatlantaarns maar branden en het huisvuil wordt opgehaald. Gemeenten moeten niet alleen hun inwoners aan zich weten te binden, maar ook mensen die om allerlei andere redenen een belang hebben bij deze gemeente. Een beter besef van het begrip 'burger' kan helpen om betere resultaten te bereiken bij het ontwikkelen van perspectiefvolle gemeenschappen op lokaal niveau. Dit helpt de gemeente ook bij een betere inrichting van de dienstverlening. De commissie adviseert gemeenten beter na te gaan waar zij in hun dienstverlening daadwerkelijk waarde kunnen toevoegen. Als de gemeente die waarde niet kan toevoegen, is het de vraag of de gemeente die dienstverlening wel moet continueren: afstoten of elders onderbrengen kan dan beter zijn.

In maatschappelijk opzicht zullen er in de komende tien jaar ingrijpende wijzigingen plaatsvinden waar gemeenten zich op moeten voorbereiden om tijdig te kunnen reageren op wensen en behoeften van de burgers. Ook wordt de gemeente bij het realiseren van haar doelstellingen steeds afhankelijker van externe partijen die taken uitvoeren, die vroeger tot het gemeentelijke domein behoorden en die onafhankelijk van de gemeente hun eigen agenda bepalen. De gemeente is weliswaar in veel opzichten niet langer 'de baas', maar kan gezag opbouwen door te fungeren als spin in het web en door kennis van wat de burger beweegt. De gemeente die lokale gemeenschappen helpt ontwikkelen geeft tenslotte nieuwe inhoud aan de begrippen engagement en betrokkenheid. De commissie ziet een steeds belangrijker wordende rol voor de gemeente in de ontwikkeling van de zgn. 'civil society'.

Er zullen veel meer en zwaardere eisen worden gesteld aan bestuurders en ambtenaren. Kwaliteit van het bestuur moet daarom een belangrijke plaats krijgen op de agenda van het lokaal bestuur. Bestuurders zullen zich regelmatig de vraag moeten stellen of hun vaardigheden en competenties nog op voldoende hoog niveau zijn om vertrouwen van burgers en maatschappelijke partners waar te kunnen maken. Daarnaast verdient ook de kwaliteit van de ambtelijke organisatie permanent aandacht. De commissie bepleit de oprichting van een Gemeentelijke Bestuursdienst voor alle gemeenten, die zich bezig kan houden met loopbaanontwikkeling en werving en selectie. De gemeentelijke CAO moet ook meer ruimte gaan bieden voor kwaliteitsverbetering.

Op veel terreinen ziet de commissie kansen voor de gemeenten om waarde voor burgers toe te voegen en het vertrouwen van de burger te winnen. Daarmee kunnen gemeenten daadwerkelijk het verschil voor de burger maken. Dat is het revival van de gemeenten waartoe de commissie oproept.

Concrete aanbevelingen

Enkele van de beleidsadviezen uit het rapport zijn:


- Betere bescherming van de gemeentelijke autonomie in de Grondwet,
- Algehele vernieuwing van de Gemeentewet,

- Meer bevoegdheden van gemeenteraad over o.m.: wijze van verkiezing van burgemeester, aantal raadsleden, zittingsduur van gemeenteraad, soort wethouders, gemeentelijk referendum,

- Aanzienlijke uitbreiding gemeentelijk belastinggebied,
- Versterking van de regie op de uitvoering,

- Aanpassing van gemeentelijke CAO op beginsel van pluriformiteit,
- Ontwikkelen van een bestuurscultuur die past bij de eisen die de netwerksamenleving aan de gemeenten stelt,

- Een veel kritischer gebruik van benchmarks,

- Nieuwe initiatieven voor het aanpakken van bestuurlijke drukte,
- Oprichting van een Gemeentelijke Bestuursdienst voor kwaliteitsverbetering ambtenaren,
- Oproep aan kleine gemeenten om te werken aan bestuurskracht,
- Verkleining van het aantal provincies,

- Samenvoeging van VNG, IPO en Unie van Waterschappen.

Den Haag, 14 juni 2006