Nederlands Instituut voor Ecologie


Persbericht, 23 juni 2006

Biologen pleiten vandaag als gastredacteuren van Science voor broodnodige aandacht voor biodiversiteit in zee

YERSEKE / SPANJE ­ "We moeten internationaal veel meer doen om de biodiversiteit in zee te kunnen begrijpen en behouden," zeggen zeebiologen Iris Hendriks en Carlos Duarte uit Spanje en Carlo Heip van het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) vandaag in het wetenschappelijke tijdschrift Science. Ondanks de enorme biodiversiteit in zee, beslaan de zeereservaten een tien maal kleiner oppervlak dan de natuurreservaten op het land. Het biodiversiteitsonderzoek in zee strandt op een gebrek aan aandacht en middelen: 90 % gaat ook hier naar het land.

De redactie van Science geeft in de redactionele kolommen niet zomaar de 'pen' uit handen aan onderzoekers. Slechts bepaalde onderwerpen zijn daarvoor belangrijk genoeg. De biodiversiteit in oceaan en zee krijgt van overheden en het publiek maar een fractie van de aandacht die ze verdient. Vorige week hebben de Verenigde Staten het grootste zeereservaat ter wereld opgericht. Zo'n 360.000 vierkante kilometer van de Grote Oceaan ten noordwesten van Hawaï is nu beschermd. Toch is dit maar een druppel op een gloeiende plaat.

Voor de bescherming van de rijkdom in zee moet deze eerst beter begrepen worden. De opzet van natuurreservaten op het land valt niet zomaar over te planten naar de zee. De meeste zeereservaten zijn te klein om effectief te zijn. De relaties tussen zeeorganismen overbruggen vaak grote afstanden en zouden met een goed ontworpen netwerk veel beter geholpen zijn. De Nederlandse, Spaanse en Vlaamse bioloog roepen daarom op om een grotere gemeenschap van zeeonderzoekers te vormen met meer onderzoeksmiddelen dan nu het geval is. Iris Hendriks van de Universiteit van de Balearen, Spanje en voorheen het NIOO stelt: "Met een versterkte internationale samenwerking kunnen we dat bereiken."

Van vrijwel alle takken van de 'stamboom' van het leven komen er in zee soorten voor, tegen maar een paar vertegenwoordigde takken op het land. Het grootste deel van de biologische rijkdom in zee is nog onontdekt, vooral in zulke afgelegen delen als de diepzee. Helaas is de wijdverspreide opvatting dat de kans op uitsterven in zee veel kleiner is, omdat alles met alles verbonden is, niet waar. Sommige kleine soorten leven maar in gebieden van vier kilometer doorsnee, terwijl specifieke 'samenlevingen' bij heetwaterbronnen op de bodem steeds duizenden kilometers van elkaar liggen en dus zeer geïsoleerd zijn. Dat maakt het zeeleven veel kwetsbaarder dan gedacht. Waardevolle kustecosystemen verdwijnen wel twee tot tien keer zo snel als tropische regenwouden. En veel vis- en andere soorten zijn weggevangen door de mens.

Tegenstrijdig genoeg werkt het feit dat de oceanen onder de internationale hoede vallen juist tegen. Hierdoor zijn ze in een lacune - geen lagune dus - van de wet beland en blijven ze grotendeels onbeschermd. De samenleving zou moeten beseffen hoeveel waarde de zee vertegenwoordigd. Ook voor biotechnologie, geneesmiddelen en voedsel zwemt er nog een schat aan natuurlijke stoffen rond in zee.

De drie gastredacteuren van Science geven in ieder geval het goede voorbeeld. Zij werken al samen met veel andere Europese zeeonderzoekers in MarBEF, een Network of Excellence van de EU, aan 'Marine Biodiversity and Ecosystem Functioning'.

Het Nederlands Instituut voor Ecologie (NIOO-KNAW) verdiept zich in de ecologie van land, zoet water en brak en zout water. Het Centrum voor Estuariene en Mariene Ecologie in Yerseke (Zld.) bestudeert het leven in de zee en in estuaria. Dit centrum is voortgekomen uit het Delta Instituut voor Hydrobiologisch Onderzoek, dat in 1957 werd gesticht om de ecologische effecten van het Delta Plan te onderzoeken. De twee andere NIOO-vestigingen zijn te vinden in Heteren en Nieuwersluis. Het NIOO is met ongeveer 250 medewerkers het grootste onderzoeksinstituut van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW).