SP SP
SP: Vraagtekens bij opsporingsmethode sociale recherche
Bron: SP Leeuwarden (03-07-2006)
Schriftelijke vragen aan het college van burgemeester en wethouders
zoals bedoeld in artikel 41, eerste lid, van het Reglement van Orde
van de gemeenteraad van Leeuwarden.
Leeuwarden, 1 juli 2006
Geacht college,
Het digitale tijdschrift Ravage berichtte 5 en 6 juni jl. over
huisbezoeken en huiszoekingen. Uit gespreksverslagen van klachten
blijkt dat de cliënten van de sociale dienst vaak geen idee hebben dat
ze toestemming moeten geven voor een huisbezoek en/of een huiszoeking!
Daarnaast wordt beweerd dat een aantal van de gehanteerde methoden,
zoals risicoprofielen, in strijd zijn met de wet dan wel op zeer
gespannen voet daarmee staan.
Wij zijn geen voorstander van huisbezoeken en huiszoekingen. Volgens
de SP moeten we alternatieve manieren gebruiken om fraude te
bestrijden.
In Leeuwarden is ook de sociale recherche actief. Deze rechercheurs
bellen aan bij de buren van de uitkeringsgerechtigden. Ze vertellen
meestal dat de buren een uitkering hebben en stellen vragen over de
woonsituatie en het werk van de buren. Volgens ons is het maar de
vraag of dit geoorloofd is en een wettelijke grondslag heeft. Zonder
dat de uitkeringsgerechtigden het weten wordt namelijk aan hun buren
verteld dat ze een uitkering hebben.
Namens de fractie van de SP heb ik de volgende vragen aan u:
1. Wilt u uitgebreid toelichten wat voor opsporingsmethoden in
Leeuwarden gebruikt worden om fraude door uitkeringsgerechtigden
op te sporen?
2. Maakt u onderscheid tussen een huisbezoek (waarbij de ambtenaar
zich gedraagt als een bezoeker) en een huiszoeking (waarbij er
concrete aanwijzingen van fraude zijn)?
3. Hoeveel huisbezoeken en/of huiszoekingen voert de Sociale Dienst
per maand uit?
4. Hoe vaak worden naar aanleiding van zo'n bezoek sancties getroffen
en welke?
5. Wat is de sanctie bij het weigeren van volledige medewerking aan
een huisbezoek en/of huiszoeking?
6. Welke bevoegdheden heeft een ambtenaar bij een huisbezoek en bij
een huiszoeking? En welke procedurele waarborgen zijn er om te
voorkomen dat een ambtenaar deze bevoegdheden te buiten gaat?
7. De beslissing om een huisbezoeken en/of huiszoekingen te doen
wordt nu vrij `laag' in de organisatie genomen. Is het niet beter
om de controle pas uit te voeren na overleg en toestemming van de
wethouder?
8. Waar moeten uitkeringsgerechtigden aan meewerken en wat mogen ze
weigeren bij huisbezoeken en/of huiszoekingen?
9. Worden uitkeringsgerechtigden op hun rechten gewezen? Zo ja, hoe
gebeurt dit?
10. Bent u bereid om de toestemming om het huis te betreden op de
stoep eerst schriftelijk vast te leggen, dus eerst uitleggen
waarvoor de controle is en dat het mogelijk is het huisbezoeken
en/of huiszoekingen te weigeren, en dan pas de mensen laten
tekenen voor toestemming?
11. Wordt bij het huisbezoeken en/of huiszoekingen aan cliënten een
folder gegeven waarin duidelijk staat wat de implicaties van het
geconstateerde tijdens het huisbezoeken en/of huiszoekingen is en
dat er een mogelijkheid is tot het indienen van een klacht en dat
er een bezwaar gemaakt kan worden tegen de uiteindelijke
beslissing van de sociale dienst? Zo niet, bent u bereid om dit
wel te doen?
12. Word aan de uitkeringsgerechtigde duidelijk gemaakt of het gaat om
een een huisbezoek (waarbij de ambtenaar zich gedraagt als een
bezoeker) of een huiszoeking (waarbij er concrete aanwijzingen van
fraude zijn)?
13. Als uitkeringsgerechtigde niet meewerkt aan huisbezoek of een
huiszoeking, wordt de uitkering dan met terugwerkende kracht
ingetrokken? Zo ja, vindt u het intrekken van een uitkering met
terugwerkende kracht een proportionele sanctie voor het niet
volledig meewerken aan een huisbezoek?
14. Wordt bij het nemen van maatregelen een standaardmotivering
gebruikt? Zo ja, is het gebruikelijk dat deze motivering in het
besluit niet nader wordt uitgewerkt? Zo ja, is het niet zo dat
hierdoor uit het besluit nooit valt op te maken wat de
omstandigheden, ernst, en verwijtbaarheden zijn? Voldoet het
college in dat geval wel aan haar plicht haar besluiten
gemotiveerd te nemen?
15. Als er wordt besloten de gehele uitkering stop te zetten, is er
dan wel enige feitelijke grond voor de motivering, gelet op de
verschillende of bijzondere omstandigheden? Komen deze
omstandigheden tot uiting in de sancties?
16. Gaat u plannen ontwikkelen voor de verbetering van de positie van
de meest kwetsbare groepen bijstandsgerechtigden, zoals chronisch
zieken en mensen met psychische problemen, die het meest in de
knel kunnen raken door de huisbezoeken?
17. Bent u bekend met het artikel van het digitale tijdschrift Ravage
van 5 juni jl. over huisbezoeken en/of huiszoekingen?
18. Bent u het eens met de bewering in genoemd artikel dat een aantal
van de gehanteerde methoden in strijd is met de wet dan wel op
zeer gespannen voet daarmee staat?
19. Bent u het met ons eens dat aanbellen door de sociale rechercheurs
bij de buren van de uitkeringsgerechtigden niet gewenst is in
verband met de privacy van de uitkeringsgerechtigden?
20. Heeft u de in Leeuwarden gehanteerde methoden getoetst aan de
genoemde beweringen uit het digitale tijdschrift Ravage van 5 juni
jl.? Zo ja, tot welke resultaten heeft die toetsing geleid?
21. Mocht u niet tot genoemde toetsing zijn overgegaan: bent u dan
alsnog bereid daartoe op korte termijn over te gaan, waarbij
toetsing niet alleen aan de regels in de meest ruime zin des
woords dient te gebeuren, maar ook aan de in Leeuwarden
gehanteerde praktijk? Mocht u daartoe niet bereid zijn wilt u dan
dit uitvoerig motiveren?
Ik verzoek u binnen de in het Reglement van Orde van de Raad gestelde
termijn te beantwoorden.
Met vriendelijke groet,
Farshad Bashir (SP)
Gemeente Leeuwarden