Nivel
NIVEL international
Deeltijd-arts doet naar verhouding evenveel als voltijder
4 juli 2006
Maatschappen van medisch specialisten met deeltijdartsen hebben een
even hoge arbeidsproductiviteit als maatschappen zonder deeltijders.
Deeltijdartsen besteden ook een even groot deel van hun werkweek aan
patiëntenzorg als voltijders, mits hun maatschap de werkzaamheden
handig heeft georganiseerd. "Het veelgehoorde argument tegen werken in
deeltijd, namelijk dat door deeltijders de productie achteruitgaat,
gaat bij medisch specialisten niet op," aldus NIVEL-onderzoeker dr.
Phil Heiligers.
Ook de vaak geopperde klacht dat door het deeltijdwerken de
informatie-overdracht over patiënten (en daardoor de continuïteit in
de zorg) in gevaar komt, is niet terecht. Als een deeltijder afwezig
is bij een formele overdrachtsituatie, zorgt deze er achteraf zelf
voor aan voldoende informatie te komen. Heiligers: In nagenoeg alle
door ons onderzochte maatschappen waren maatregelen getroffen om
problemen bij informatie-overdracht en continuïteit te voorkomen.
De praktische aanpassingen die nodig zijn bij de invoering van
deeltijdwerk voor medisch specialisten zijn bijvoorbeeld het optimaal
benutten van elektronische informatieverschaffing, het gebruiken van
elektronische patiëntendossiers, en lopen van de patiëntenronde met
twee artsen tegelijk, zodat zij elkaar kunnen vervangen (of elkaars
patiënten kunnen opvangen) op dagen dat één van hen afwezig is vanwege
de part-time aanstelling.
Dit blijkt uit onderzoek naar de integratie van deeltijdwerken in de
organisatie van het dagelijks werk van medisch specialisten. Voor het
onderzoek zijn diverse aspecten van de bedrijfsvoering van
maatschappen met alleen voltijders en maatschappen met (ook)
deeltijders met elkaar vergeleken. Het onderzoek is verricht door
onderzoeksinstituut NIVEL (Nederlands Instituut voor Onderzoek van de
Gezondheidszorg), in samenwerking met de Nederlandse internisten
vereniging (NIV), de Nederlandse Vereniging voor Heelkunde (NVvH)
en de Nederlandse Vereniging voor Radiologie (NVvR). Het onderzoek is
gesubsidieerd door ZonMw binnen het programma Deeltijdwerken Medisch
Specialisten.
Deeltijd in opkomst
Mede doordat er steeds meer vrouwen een opleiding tot medisch
specialist volgen, zijn er steeds meer specialisten die hun vak in
deeltijd willen uitoefenen. Bijna 70% van de huidige voltijders wil in
principe in deeltijd werken.Heiligers: "Onze onderzoeksresultaten
helpen de beroepsverenigingen om hun leden te adviseren over de
aanpassingen die nodig zijn in de organisatie van het werk als er
deeltijders tot de maatschap toetreden. Dan hoeft de invoering van
deeltijdwerk niet ten koste te gaan van het werkplezier of de
effectiviteit van de voltijders, of van de zorg aan de patiënten."
Overigens werken zowel voltijders als deeltijders een fors aantal
uren: voltijders werken gemiddeld tussen de 45 en 54 uur en
deeltijders tussen de 37 en 42 uur. Naar verhouding werken deeltijders
iets meer uren 'over' dan voltijders.
Factoren die de kans op het geslaagd invoeren van deeltijd werken
vergroten of verkleinen, zijn bijvoorbeeld:
* de omvang van de maatschap:
grote maatschappen zijn gunstiger voor het probleemloos
organiseren van deeltijdwerk dan kleine maatschappen;
* heldere regeling van formele zaken:
zoals week- en jaarroosters, huishoudelijk reglement, gezamenlijk
medisch beleid
* facilitering:
door de inzet van ondersteunend personeel, door het invoeren van
een huishoudelijk reglement en door het gebruiken van een
Elektronisch Patiënten Dossier (EPD) wordt de kans op het geslaagd
invoeren van deeltijdwerken vergroot.
* voor- en nadelen van verschillende deeltijdvormen
zoals het dagenbasiscontract (de part-timer werkt iedere week op
dezelfde dagen/uren), de duobaan of het min- maxsysteem (de
part-timer is bereid in tijden van drukte tijdelijk meer te
werken).
Het NIVEL heeft een checklist met do-s en don't-s ontwikkeld om het
organiseren van deeltijdwerken binnen een maatschap gemakkelijker te
maken en knelpunten te vermijden.
Methode
Het onderzoek is verricht door middel van schriftelijke enquêtes,
mondelinge interviews en observatie en analyse van de dagelijkse
activiteiten (de patiëntenronde, de overdracht en het
maatschapoverleg) gedurende twee dagen per maatschap. Voor het
onderzoek zijn alle maatschappen van Nederlandse radiologen,
internisten en chirurgen benaderd die vrijgevestigd" zijn, dit wil
zeggen dat ze niet in dienst zijn van het (meestal academische)
ziekenhuis.